direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Blaricum Dorp, herziening 2020
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Op 22 december 2021 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) een uitspraak gedaan met betrekking tot de beroepen die zijn ingesteld tegen voorliggend plan. In de uitspraak is een einduitspraak gedaan voor de de volgende plandelen:

  • Schapendrift 35a: het plandeel met de bestemming "Agrarisch", en dus ook de functieaanduiding "opslag", de "specifieke bouwaanduiding - hooiberg" en de "specifieke bouwaanduiding - overkapping" is vernietigd.

De RvS heeft de gemeenteraad opgedragen de bovenstaande punten te verwerken in het vastgestelde plan.

Voor twee planonderdleen is een tussenuitspraak gedaan, te weten:

  • Schapendrift 37: de RvS heeft de gemeenteraad opgedragen om binnen 26 weken de gebreken in haar besluit van 30 juni 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan ""Blaricum Dorp, herziening 2020" te herstellen. De gebreken zijn beschreven in de uitspraak.

In de versie van het plan dat u nu leest is het eerste onderdeel van de uitspraak verwerkt.

1.2 Aanleiding

Op 6 maart 2018 is het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' met kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va01' in het kader van de actualisatieplicht vastgesteld. Het bestemmingsplan vervangt het plan 'Dorp' uit 2007. Bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is daarom grotendeels actualiserend van aard, waarbij de wijze van bestemming is omgezet naar de meest actuele landelijke standaarden en digitale vereisten. Nieuwe ontwikkelingen zijn uitsluitend meegenomen indien eerder afzonderlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 mei 2019 uitspraak (Uitspraak 201803085/1/R1) gedaan op een viertal beroepen die tegen het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' (kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va01') waren ingediend. In de uitspraak is een einduitspraak gedaan voor de volgende plandelen:

  • Schapendrift 37: het noordelijk deel van het perceel met de bestemming 'Tuin' is vernietigd. Als gevolg hiervan geldt voor dit deel de regeling uit het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2007'.
  • Achterom 14: de functieaanduiding 'parkeerterrein' op dit perceel is vervangen door de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen'.

De Afdeling heeft de raad opgedragen deze punten binnen vier weken te verwerken in het vastgestelde plan. De gewijzigde versie van het plan (kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va02') is overeenkomstig het verzoek van de Afdeling gepubliceerd op ruimtelijke plannen.

Voor twee planonderdelen heeft de Afdeling op 8 mei 2019 een tussenuitspraak gedaan. Voor deze plandelen is de raad opgedragen om de geconstateerde gebreken te herstellen:

  • Schapendrift 45: de Afdeling heeft de raad opgedragen om binnen 20 weken haar besluit om het perceel de bestemming 'Agrarisch' te geven nader te motiveren of een nieuw besluit te nemen.
  • Achterom 7 en 7a: de Afdeling heeft de raad opgedragen om binnen 16 weken een nieuw besluit te nemen over de bestemming 'Tuin' op het perceel Achterom 7 en 7a.

Omdat de in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn ongebruikt is verstreken, is door de Afdeling op 2 oktober 2019 voor het plandeel Schapendrift 45 een nieuwe uitspraak gedaan (Uitspraak 201803085/5/R1). In deze uitspraak draagt de Afdeling de raad op om binnen 16 weken een nieuw besluit te nemen.

In de voorliggende herziening worden de planonderdelen hersteld waarvoor een tussenuitspraak is gedaan. Ook wordt het vernietigde planonderdeel Schapendrift 37 hersteld. Daarnaast is deze herziening opgesteld om een aantal verbeteringen door te voeren en een aantal onduidelijkheden te verhelderen. Door de verschillende wijzigingen in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts éénmaal de bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen.

1.3 Ligging plangebied

Het plangebied betreft een aantal locaties, verspreid over de kern Blaricum waarop deze herziening betrekking heeft. Het betreft de volgende locaties:

  • Schapendrift 35a;
  • Schapendrift 37;
  • Schapendrift 45;
  • Schapendrift 58abc;
  • Achterom 7 en 7a.

Genoemde locaties zijn op de verbeelding van dit bestemmingsplan opgenomen. Tevens is een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' aangezien de herziening ook betrekking heeft op enkele (algemene) regels.

1.4 Opzet en leeswijzer

In deze herziening blijven de uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, overeind. Onderhavig plan leidt derhalve ook alleen tot aanpassingen op onderdelen, voor het overige blijft het

moederplan 'Blaricum Dorp 2018' en de hierbij behorende toelichting van toepassing. In hoofdstuk 2 is toegelicht op welke wijzigingen dit plan betrekking heeft. Vervolgens is in hoofdstuk 3 (beleidskader) en hoofdstuk 4 (omgevingsaspecten) een toelichting gegeven op de uitvoerbaarheid van het plan. Hoofdstuk 5 bevat de juridische planbeschrijving. Tot slot komen in hoofdstuk 6 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen

In dit hoofdstuk wordt toegelicht welke wijzigingen ten opzichte van het moederplan in deze herziening zijn doorgevoerd. De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018', vastgesteld op 6 maart 2018. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' onverminderd van kracht. In bijlage 1 is een ingewerkte versie van de regels opgenomen waarbij de aanpassingen geel gearceerd zijn weergegeven.

Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. In paragraaf 2.1 wordt ingegaan op de aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling. Paragraaf 2.2 bevat de ambtshalve wijzigingen.

2.1 Aanpassingen naar aanleiding van uitspraak Afdeling

  • 1. Schapendrift 37

Inhoud aanpassing

Het noordelijke deel van het perceel Schapendrift 37 met de bestemming 'Tuin' is vernietigd omdat bij het opnemen van de tuinbestemming geen rekening is gehouden met het landbouwmechanisatiebedrijf aan de noordzijde van het perceel. De begrenzing en de vernietigde bestemmingslegging van deze gronden zijn opgenomen in figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0001.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0002.jpg"  

Figuur 2.1 Begrenzing en vernietigde bestemmingslegging plandeel Schapendrift 37

Binnen de tuinbestemming kunnen aan- en uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd. Ook vergunningvrije bouwwerken zijn mogelijk op basis van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) wanneer deze niet uitdrukkelijk zijn uitgezonderd in het bestemmingsplan. Vanwege mogelijke beperkingen in de bedrijfsvoering van het naastgelegen bedrijf én het open agrarische karakter van het gebied is het in deze specifieke situatie echter ongewenst dat bouwwerken binnen de tuinbestemming worden gerealiseerd. Voor deze gronden is daarom de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn geen bijbehorende bouwwerken conform bijlage II Bor toegestaan (anders dan specifiek is aangeduid) om de openheid van het agrarische gebied te garanderen. Hiermee kan ter plaatse van dit plandeel niet (vergunningvrij) worden gebouwd. De begrenzing van de tuinbestemming aan de westzijde is afgestemd op de tuinbestemming op het zuidelijke deel van het perceel Schapendrift 37. Aan de straatzijde wordt aangesloten op de bestaande agrarische bestemming.

Een uitzondering voor de bouwbeperkingen binnen de tuinbestemming is gemaakt voor de bestaande carport door het opnemen van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport'. Hoewel een deel van de carport is gelegen buiten het plangebied 'Blaricum Dorp 2018' staat, is vanuit het oogpunt van een eenduidige regeling en naar aanleiding van zienswijzen de carport geheel in het plan opgenomen. Daarmee is tevens de begrenzing van het moederplan voor dit gedeelte gewijzigd.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 12 ('Tuin') wordt in de bouwregels onder gebouwen (lid 12.2.1) een nieuw lid e toegevoegd waarin is bepaald dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' geen bijbehorende bouwwerken conform bijlage II Bor mogen worden gerealiseerd (anders dan specifiek is aangeduid) .
  • In artikel 12 ('Tuin') wordt in de bouwregels onder gebouwen (lid 12.2.1) een nieuw lid f toegevoegd waarin de bestaande carport is geregeld.

Aanpassingen verbeelding:

  • Voor het oostelijke deel van het perceel wordt de bestemming 'Tuin' opgenomen met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1'. Het westelijke deel (langs de Schapendrift) krijgt opnieuw de agrarische bestemming.
  • De bestaande carport krijgt de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport'.

  • 2. Schapendrift 45-45a

Inhoud aanpassing

Het perceel heeft in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' de bestemming 'Agrarisch' waarbij de woonbebouwing is voorzien van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' en de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dubbele bewoning' (zie figuur 2.2). Deze bestemming komt niet overeen met het feitelijke gebruik. De Afdeling heeft daarom aangegeven dat de raad alsnog toereikend dient te motiveren waarom deze bestemming passend is. Een tweede mogelijkheid is de bestemming te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling.

 

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0003.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0004.jpg"  

Figuur 2.2 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 45-45a

In de huidige situatie wordt het perceel niet langer agrarisch gebruikt. Per abuis is in 2015 een constructieve muur mee vergund, waardoor onbedoeld twee woningen zijn ontstaan: een burgerwoning aan de voorzijde en een bedrijfswoning aan de achterzijde. De bedrijfswoning hoort bij het hoveniersbedrijf dat op de achterzijde van het perceel is gevestigd. Het achterste deel van het pand is in gebruik als opslag- en werkruimte voor het hoveniersbedrijf.

Om de feitelijke situatie te kunnen bestemmen, is onderzocht of de woonbestemming en de hoveniersfunctie mogelijk zijn in relatie tot de omliggende percelen en in relatie tot elkaar. Om deze belangenafweging te kunnen maken, wordt in het algemeen gebruik gemaakt van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009). In deze uitgave is een lijst opgenomen met allerhande activiteiten en bijbehorende richtafstanden en milieunormen die gehanteerd worden voor gevoelige functies.

De richtafstand van een hoveniersbedrijf (oppervlak < 500 m2) bedraagt 10 meter tot woningen in gemengd gebied. De maatgevende aspecten bij een hoveniersbedrijf zijn geur- en geluidsaspecten. Aan deze afstand wordt ruimschoots voldaan tot de woningen op de naastgelegen percelen Schapendrift 39 en 47/47a, namelijk 56 meter en 38 meter. Ten opzichte van de burgerwoning op hetzelfde perceel wordt niet aan de richtafstand van 10 meter voldaan. Om die reden is onderzocht of de aspecten geur en geluid een belemmering vormen om de burgerwoning aan de voorzijde een woonbestemming te geven:

  • Geur: geuremissie bij hoveniersbedrijven wordt veroorzaakt door het opslaan van organisch materiaal in de buitenlucht. Ter plaatse van Schapendrift 45a worden echter uitsluitend machines, gereedschap en voertuigen gestald van het hoveniersbedrijf. Er wordt geen groenafval of ander organisch materiaal opgeslagen. Hierdoor is ter plaatse van de naastgelegen burgerwoning sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect geur en wordt geen geuroverlast verwacht.
  • Geluid: ten aanzien van het aspect geluid is een beknopt akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen als bijlage 2. Geconcludeerd wordt dat het aspect geluid geen belemmering vormt om de bestaande burgerwoning formeel een woonbestemming te geven.

Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan worden geconcludeerd dat de huidige activiteiten aanvaardbaar en uitvoerbaar zijn. Omdat geen belemmeringen zijn geconstateerd, is de huidige situatie vastgelegd. Aan de huidige agrarische bestemming is de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hovenier' toegevoegd. Voor vestiging van andersoortige activiteiten zal opnieuw onderzoek moeten worden gedaan en zal opnieuw worden beoordeeld of dit aanvaardbaar is. Om die reden is een maatbestemming opgenomen. De voorste woning krijgt de bestemming 'Wonen - 1'. Voor deze specifieke woonbestemming is gekozen vanwege de strakke begrenzing van het bouwvlak rond de bestaande woning. De gronden voor de voorgevel van de woning krijgen de tuinbestemming om het open karakter van het gebied te garanderen.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 3 ('Agrarisch') wordt in de bestemmingsomschrijving (artikel 3.1) de nieuwe functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hovenier' toegevoegd. Ter plaatse van deze functieaanduiding is een hoveniersbedrijf toegestaan behorende tot categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
  • Door het toevoegen van een nieuwe functieaanduiding in artikel 3.1 moet de verwijzing naar de 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak' in de specifieke gebruiksregels (artikel 3.4) worden aangepast.

Aanpassingen verbeelding:

  • Het voorste gedeelte van het perceel met de burgerwoning krijgt de bestemming 'Wonen - 1' waarbij een strak begrensd bouwvlak wordt opgenomen voor de bestaande woning.
  • Het gedeelte tussen de voorgevel van de woning en de Schapendrift krijgt de bestemming 'Tuin' overeenkomstig nabijgelegen percelen met de bestemming 'Wonen - 1'.
  • Het achterste gedeelte van het perceel met het hoveniersbedrijf krijgt de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hovenier'. Ook de toegang aan de noordzijde van het perceel behoort tot het hoveniersbedrijf en is als zodanig bestemd. Voor de bebouwing wordt een strak begrensd bouwvlak opgenomen waarbij de woning de functieaanduiding 'bedrijfswoning' krijgt. De hooiberg langs de zuidelijke perceelsgrens krijgt de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hooiberg'.

  • 3. Achterom 7 en 7a

Inhoud aanpassing

Het achtererf van het perceel Achterom 7 en 7a (grenzend aan de Binnendoor) heeft in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' de bestemming 'Tuin' zonder de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' (zie figuur 2.3). Hier mag daarom niet geparkeerd worden. De Afdeling heeft dit plandeel vernietigd voor zover ter plaatse niet is voorzien in parkeerplaatsen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0005.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0006.jpg"  

Figuur 2.3 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Achterom 7 en 7a

Het gemeentelijke parkeerbeleid gaat ervan uit dat bij elke woning één of twee auto's op eigen terrein mogen worden geparkeerd. In de bestemmingsomschrijving van de woonbestemming ('Wonen - 1' en 'Wonen - 2') zijn parkeervoorzieningen daarom rechtstreeks mogelijk gemaakt. Om het groene karakter te behouden zijn parkeerplaatsen niet mogelijk gemaakt binnen de tuinbestemming wanneer geen oprit naar een garage of naar een parkeerplaats naast de woning aanwezig is.

Ter plaatse van het perceel Achterom 7 en 7a bevindt zich een woning. Ook is er voldoende ruimte om op eigen terrein te parkeren, maar dit kan alleen binnen de bestemming 'Tuin'. De eigenaar heeft aangegeven vier parkeerplaatsen nodig te hebben. Om deze parkeergelegenheid mogelijk te maken is de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' opgenomen waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bestaande ontsluiting op de Binnendoor. De omvang van de aanduiding is afgestemd op de mogelijkheid om maximaal vier parkeerplaatsen te kunnen realiseren.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • Niet van toepassing.

Aanpassingen verbeelding:

  • Ter plaatse van de gewenste parkeerplaatsen is voor een deel van het achtererf van het perceel Achterom 7 en 7a de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' opgenomen. De exacte locatie is naar aanleiding van een zienswijze in het vastgestelde plan iets anders dan in het ontwerp van de herziening opgenomen.

2.2 Ambtshalve aanpassingen

  • 1. Hoge erfafscheiding op het voorerfgebied

Inhoud aanpassing

In de bestemming 'Tuin' bedraagt de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en toegangspoorten 1,20 meter. Er is geen mogelijkheid in de bestemmingsregeling opgenomen om af te wijken van deze maximale bouwhoogte. Door het toevoegen van een afwijkingsbevoegdheid wordt deze mogelijkheid wel geboden tot een maximale bouwhoogte van 2 meter. Om de beeldkwaliteit te borgen dienen de bouwwerken aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • erf- en terreinafscheidingen worden op een afstand van ten minste 1,0 meter en toegangspoorten op een afstand van ten minste 1,5 meter van de naar de weg gekeerde perceelsgrenzen gebouwd;
  • de ruimte tussen erf- en terreinafscheidingen en de naar de weg gekeerde perceelsgrenzen wordt ingeplant met een haag;
  • erf- en terreinafscheidingen vanaf een hoogte van 1 meter hebben een minimale transparantie van 80%;
  • toegangspoorten hebben vanaf een hoogte van 1 meter een minimale transparantie van 50%;
  • de bouwwerken zijn uitgevoerd in een gedekte donkere kleur (zwart of donkergrond).

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 12 ('Tuin') wordt in de bouwregels een nieuw lid toegevoegd (lid 12.2.3) zodat onder voorwaarden afgeweken kan worden van de maximale hoogtemaat van erf- en terreinafscheidingen en toegangspoorten tot 2 meter.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 2. Bed- en breakfast

Inhoud aanpassing

In het beleid van de gemeente Blaricum wordt vrijetijdseconomie gestimuleerd, zoals het runnen van een bed and breakfast. Onder een bed and breakfast wordt een overnachtingsmogelijkheid verstaan gericht op kortdurend verblijf met ontbijt. Het gaat om maximaal 2 kamers voor maximaal 4 personen. De bed and breakfast wordt gedreven door de bewoner van de woning waarin de kamers worden aangeboden.

In overeenstemming met het gemeentelijke beleid wordt een bed and breakfast rechtstreeks mogelijk gemaakt in de bestemming 'Wonen-2'. Binnen de bestemming 'Wonen-1' wordt deze functie door middel van een afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Als voorwaarde is gesteld dat een bed and breakfast alleen is toegestaan wanneer de woning een voormalige boerderij betreft.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • Ter verduidelijking van het begrip 'bed and breakfast' wordt in artikel 1 ('Begrippen') een begripsbepaling opgenomen voor 'bed and breakfast'.
  • In artikel 16 ('Wonen - 1') wordt aan de afwijkingen van de gebruiksregels (artikel 16.6) de mogelijkheid toegevoegd een bed and breakfast te runnen op voorwaarde dat de agrarische bestemming is gewijzigd in de woonbestemming.
  • In artikel 17 ('Wonen - 2') wordt in de bestemmingsomschrijving (artikel 17.1) een bed and breakfast rechtstreeks mogelijk gemaakt wanneer het gaat om maximaal 2 kamers voor maximaal 4 personen.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 3. Parkeren in de bestemming 'Tuin'

Inhoud aanpassing

De huidige parkeerregeling in de tuinbestemming zorgt voor onduidelijkheden. In beginsel is parkeren in de tuinbestemming niet toegestaan om het groene karakter te behouden. Er zijn echter een paar uitzonderingen waarbij parkeren in de tuinbestemming wel is toegestaan:

  • wanneer parkeren specifiek is geregeld door middel van de aanduiding 'parkeerterrein' (openbare parkeerplaatsen) of 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' (parkeerplaatsen op eigen terrein);
  • wanneer een oprit naar een garage of naar een parkeerplaats naast de woning aanwezig is;
  • wanneer de gronden met de tuinbestemming horen bij de bestemming 'Wonen - 2'.

Het gebruiksverbod met uitzonderingen is vastgelegd in de specifieke gebruiksregels van de tuinbestemming (artikel 12.4 onder b). Dit artikel is wat ongelukkig geformuleerd. Daarnaast ontbreekt de uitzondering dat parkeerplaatsen mogen worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen'. Ter verduidelijking wordt de bepaling opnieuw geformuleerd.

In artikel 12.5.1 is een aanlegverbod voor parkeerplaatsen opgenomen in de tuinbestemming met de aanduiding 'landschapswaarden'. Door de uitzonderingen op dit verbod in artikel 12.5.2 ontstaat onduidelijkheid in relatie tot de eerder genoemde uitzonderingen voor parkeervoorzieningen in de tuinbestemming. Om deze reden is het aanleggen van verhardingen ten behoeve van parkeergelegenheid uit de uitzondering op het uitvoeringsverbod geschrapt. Wanneer verharding ten behoeve van parkeergelegenheid in de tuinbestemming met de aanduiding 'landschapswaarden' wordt aangelegd, is altijd een omgevingsvergunning benodigd.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 12 ('Tuin') wordt de specifieke gebruiksregel die betrekking heeft parkeren (artikel 12.4 onder b) ter verduidelijking vervangen door een aangepaste gebruiksregel.
  • In artikel 12 ('Tuin') wordt 'verharding ten behoeve van parkeergelegenheid' geschrapt als uitzondering op het uitvoeringsverbod om tegenstrijdigheid met de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 12.4 onder b te voorkomen.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 4. Werkzaamheden uitvoeringsverbod in de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1'

Inhoud aanpassing

In artikel 19 ('Waarde - Archeologie - 1') is in lid 19.4.1 onder b abusievelijk een uitvoeringsverbod opgenomen voor werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 50 m2. In de uitzonderingen op het uitvoeringsverbod (artikel 19.4.2 onder b) wordt juist aangegeven dat werkzaamheden met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 zonder omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd. Het verbod in artikel 19.4.1 is hiermee in strijd komt daarom te vervallen.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 19 ('Waarde - Archeologie - 1') komt in lid 19.4.1 (uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning) de bepaling onder b te vervallen dat werkzaamheden met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning niet mogen worden uitgevoerd.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 5. Uitzondering op uitvoeringsverbod in de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2'

Inhoud aanpassing

In artikel 20 ('Waarde - Archeologie - 2') is een uitvoeringsverbod opgenomen om werkzaamheden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning uit te voeren wanneer de mogelijkheid bestaat dat de werkzaamheden effecten hebben op eventuele archeologische waarden. In het uitvoeringsverbod (artikel 20.4.1) worden abusievelijk niet de werkzaamheden opgesomd, maar de uitzonderingen op het verbod zoals deze ook zijn opgenomen in artikel 20.4.2. Artikel 20.4.1 wordt daarom zodanig aangepast dat duidelijk is voor welke werkzaamheden het verbod geldt.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 20 ('Waarde - Archeologie - 2') wordt in lid 20.4.1 (uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning) opgenomen op welke werkzaamheden het verbod betrekking heeft.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 6. Woningsplitsing in 'Wonen - 2'

Inhoud aanpassing

Bij het opstellen van het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' zijn de termen 'woningsplitsing' en 'dubbele bewoning' onbedoeld verward In artikel 17.6 (afwijken van de gebruiksregels voor woningsplitsing in de bestemming 'Wonen - 2') worden deze termen door elkaar gebruikt. In artikel 17.6.1 (woningsplitsing) wordt de term 'woningsplitsing' gebruikt terwijl in artikel 17.6.2 (schriftelijk advies wanneer gebruik wordt gemaakt van artikel 17.6.1) wordt verwezen naar 'dubbele bewoning'.

Het is niet duidelijk hoe deze verwarring is ontstaan. Daarom wordt teruggevallen op de regeling zoals deze was opgenomen in de voorloper van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018': de afwijking geldt alleen voor dubbele bewoning, waarbij het aantal woningen niet mag toenemen. Deze regeling is ook opgenomen in de bestemming 'Wonen - 1' en wordt hieruit overgenomen.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 17 ('Wonen - 2') wordt de afwijkingsregel voor woningsplitsing (artikel 17.6.1) vervangen door een nieuwe afwijkingsregel waarin de termen 'woningsplitsing' en 'meerdere woningen' zijn vervangen door 'dubbele bewoning'.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 7. Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsvlak in bestemming 'Wonen'

Inhoud aanpassing

In de bestemming 'Wonen - 1' zijn grote bestemmingsvlakken opgenomen voor bouwblokken. De bestemmingsvlakken lopen niet gelijk met de eigendomssituatie van individuele percelen. In de bestemming 'Wonen - 2' is dit wel het geval. Vanzelfsprekend hoort de wijzigingsbevoegdheid om bestemmingsvlakken te wijzigen die niet in overeenstemming zijn met de feitelijke eigendomssituatie bij de bestemming 'Wonen - 2'. In de bestemming 'Wonen - 1' is deze wijzigingsbevoegdheid overbodig. Abusievelijk is deze wijzigingsbevoegdheid echter in de bestemmingsregeling van 'Wonen - 1' terecht gekomen. Met deze herziening wordt deze omissie hersteld.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 16 ('Wonen - 1') komt artikel 16.8.4 (Wijzigen bestemmingsvlak) te vervallen.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 8. Wetgevingszone - wijzigingsgebied I

Inhoud aanpassing

In de wijzigingsregels van de bestemming 'Maatschappelijk' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' (artikel 11.6.1). In deze wijzigingsbevoegdheid wordt verwezen naar de locatie 'voormalige brandweerkazerne'. Ook de wijzigingsregels verwijzen naar de locatie van de voormalige brandweerkazerne. Deze locatie is bij de vaststelling van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' al meegenomen als woonbestemming.

Op de verbeelding verwijst de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' naar de voormalige kleuterschool aan de St. Vitusweg. Op deze locatie is nog geen nieuwbouw gerealiseerd. Omdat ook in het vorige bestemmingsplan op deze locatie een wijzigingsbevoegdheid was opgenomen ('wijzigingsbevoegdheid IV'), wordt de wijzigingsbevoegdheid met bijbehorende wijzigingsregels in voorliggende herziening overgenomen.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In artikel 11 ('Maatschappelijk') wordt de wijzigingsbevoegdheid voor de locatie 'voormalige brandweerkazerne' (artikel 11.6.1) vervangen door de wijzigingsbevoegdheid voor de locatie 'voormalige kleuterschool' aan de St. Vitusweg.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 9. Carport op het voorerf in tuinbestemming

Inhoud aanpassing

In de tuinbestemming (artikel 12) zijn aan- en uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde rechtstreeks mogelijk gemaakt tot een hoogte van 3 meter. Een overkapping wordt in de begripsbepalingen gedefinieerd als 'een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak'. Op basis van deze begripsbepaling is een overkapping (en daarmee een carport) toegestaan in de tuinbestemming.

Voor bouwen in de voortuin blijft echter het uitgangspunt dat gebouwen in de voortuin niet zijn toegestaan. In uitzonderlijke situatie kan hiervan afgeweken worden. Omdat het aantal keren dat afgeweken wordt van de regel beperkt is, wordt geen regeling in het bestemmingsplan opgenomen. Met gebruikmaking van de 'kruimellijst' zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht kan medewerking worden verleend aan deze uitzonderlijke gevallen.

Omdat in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' het bouwen in de voortuin niet afdoende is geregeld, wordt de bestemmingsregeling aangepast. Wat wel regelmatig voorkomt is dat mensen een kliko-ombouw in de voortuin willen plaatsen. Hiervoor voorziet de nieuwe planregeling in een zeer beperkte bouwmogelijkheid. Met vergunning wordt het mogelijk om een klikoberging in de voortuin te realiseren.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • Ter verduidelijking van het begrip 'klikoberging' wordt in artikel 1 ('Begrippen') een begripsbepaling opgenomen voor 'klikoberging'.
  • In de bouwregels van artikel 12 ('Tuin') wordt de mogelijkheid tot het bouwen van overkappingen uitgesloten (artikel 12.2.1).
  • In dezelfde bouwregels wordt de mogelijkheid tot het plaatsen van klikobergingen toegevoegd aan de tuinbestemming (artikel 12.2.2). Voor klikobergingen geldt een maximale hoogte van 1,3 meter en een maximale oppervlakte van 2 m2.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

  • 10. Schapendrift 58abc

Inhoud aanpassing

Op 24 januari 2017 is het postzegelbestemmingsplan 'Partiële herziening Blaricum Dorp, Schapendrift' vastgesteld. In dit bestemmingsplan is geen functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huur' opgenomen. Bij dit bestemmingsplan is ervoor gekozen de zekerstelling van de sociale woningbouw vast te leggen in de anterieure overeenkomst met de ontwikkelaar. Hierin zijn strikte voorwaarden met een hoge boete opgenomen. De overeenkomst biedt betere mogelijkheden om te handhaven dan het opnemen in het bestemmingsplan. De aanduiding voor sociale huurwoningen kan daarom vervallen. Omdat deze aanduiding nergens anders in het plangebied voorkomt, wordt de aanduiding ook uit de regels geschrapt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0007.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0008.jpg"  

Figuur 2.4 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 58abc

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Wonen - 1' vervalt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huur' (artikel 16.1 onder k).

Aanpassingen verbeelding:

  • Ter plaatse van het bouwvlak Schapendrift 58abc vervalt de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huur'.

  • 11. Overkapping Schapendrift 35a

Inhoud aanpassing

Naar aanleiding van de aanpassingen op het perceel Schapendrift 37 (zie paragraaf 2.1 onder 1) heeft de eigenaar van het naastgelegen perceel Schapendrift 35a een verzoek ingediend om de mogelijkheid op te nemen voor een overkapping ten behoeve van opslag in de zuidoosthoek van het perceel. Op deze locatie is momenteel een hooiberg aanwezig (niet bestemd). Het buitenterrein is reeds in gebruik ten behoeve van opslag. De opslag is groen ingepast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0009.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va02_0010.jpg"  

Figuur 2.5 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 35a

De gemeente Blaricum wil aan dit verzoek tegemoet komen omdat de overkapping ten goede komt aan het open agrarische karakter van het gebied. Door realisatie van de overkapping kan de opslag die nu verspreid is over het terrein, op één plaats geconcentreerd worden. Ter plaatse van de huidige opslag wordt de mogelijkheid opgenomen voor het bouwen van een overkapping met een maximale bouwhoogte van 3 meter. De bestaande hooiberg wordt als zodanig bestemd en meegenomen in de maximale oppervlaktemaat van 200 m2 voor de overkapping. Om de overkapping te mogen realiseren en gebruiken dient de planting op het perceel direct ten zuiden en oosten van de aanduiding gehandhaafd te worden. Het betreft de beplanting zoals deze aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

Ter plaatse van de overkapping worden geen bedrijfsactiviteiten toegestaan omdat dit mogelijk tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat van de buren kan leiden. De grond ter plaatse van de overkapping wordt daarom voorzien van de functieaanduiding 'opslag'.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In de bouwregels voor gebouwen in de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3.2.2) wordt de 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' toegevoegd. Voor de overkapping geldt een maximale bouwhoogte van 3 meter.
  • Aan de bouwregels wordt een voorwaardelijke verplichting toegevoegd (artikel 3.2.5) zodat een overkapping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' alleen kan worden gerealiseerd en gebruikt wanneer de gronden worden ingericht overeenkomstig een inrichtingsplan zoals dat wordt opgenomen bij de regels van het bestemmingsplan.
  • In de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3.2.3) wordt de 'specifieke bouwaanduiding - hooiberg' toegevoegd met de maximale hoogtematen zoals deze ook al in andere bestemmingen zijn opgenomen.

Aanpassingen verbeelding:

  • De zuidoosthoek van het perceel Schapendrift 35a krijgt de functieaanduiding 'opslag'. De huidige groenstrook wordt niet meegenomen zodat het opslagterrein aansluit op het huidige bouwvlak, de hooiberg in de functieaanduiding meegenomen kan worden en de functieaanduiding een maximale oppervlakte heeft van 200 m2.
  • Het opslagterrein krijgt de 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' waarvoor een maximale hoogtemaat geldt van 3 meter. Uitzondering vormt de bestaande hooiberg vanwege de afwijkende hoogtemaat. De hooiberg wordt daarom voorzien van de 'specifieke bouwaanduiding - hooiberg'.

  • 12. Paardrijbakken

Inhoud aanpassing

In de bestemming 'Agrarisch' zijn paardrijbakken mogelijk gemaakt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak'. De omvang van de paardrijbakken is echter niet begrensd terwijl dit in de voorloper van het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' wel het geval was. In het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2007' waren paardenbakken toegestaan met maximale afmetingen van 20 bij 40 meter. Met deze herziening wordt deze omissie hersteld.

Daarnaast waren paardrijbakken in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2007' enkel in de bestemming 'Wonen - 2' opgenomen en niet in de bestemming 'Wonen - 1'. Abusievelijk zijn paardrijbakken in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' in beide woonbestemmingen opgenomen. In deze herziening worden paardrijbakken weer uit de bestemming 'Wonen - 1' geschrapt omdat deze ook niet op de verbeelding voorkomen en paardrijbakken in de specifieke gebruiksregels als strijdig gebruik worden aangemerkt.

Juridische vertaling

Aanpassingen regels:

  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch' (artikel 3.1) worden aan de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak' de maximale afmetingen van een paardrijbak toegevoegd (20 bij 40 meter).
  • In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Wonen - 1' (artikel 16.1) wordt de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak' geschrapt.

Aanpassingen verbeelding:

  • Niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Voorliggend bestemmingsplan is hoofdzakelijk opgesteld om enkele correcties en verduidelijkingen toe te passen en de bestaande situatie en de planologische situatie op elkaar af te stemmen. Met betrekking tot deze aanpassingen kan voor het beleid daarom worden verwezen naar het vigerende plan.

Voor het overige is de ontwikkelingsruimte in dit bestemmingsplan dermate beperkt dat rijks- en provinciale belangen niet worden geschaad. De uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, blijven overeind. Daarnaast is het plan door het kleinschalige karakter niet in strijd met gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In het kader van een goede ruimtelijke ordening mag een bestemmingsplan niet in strijd zijn met een aantal milieuaspecten. Dit betreft de milieuaspecten water, bodem, archeologie, cultuurhistorie, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, kabels en leidingen en ecologie.

Voorliggend bestemmingsplan heeft als doel een aantal kleinschalige omissies uit het vigerende plan te herstellen. Daarnaast worden er een aantal vergunde en feitelijke situaties bestemd. Dit bestemmingsplan maakt dus geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het vigerende bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is nog voldoende actueel. In dit plan is reeds onderzoek gedaan naar de milieuaspecten.

Gezien het bovenstaande en de aard, schaal en inhoud van de wijzigingen, kan afgezien worden van onderzoek in dit bestemmingsplan en volstaat een verwijzing naar de betreffende onderzoeken in het moederplan.

Uitzondering hierop vormt het hoveniersbedrijf op het perceel Schapendrift 45-45a. Om de feitelijke situatie te kunnen bestemmen, is onderzocht of de beoogde woonbestemming en de bedrijfsbestemming mogelijk zijn in relatie tot de omliggende percelen en in relatie tot elkaar. Dit onderzoek is in paragraaf 2.1 onder 2 beschreven.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

De regels in deze herziening zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018', vastgesteld op 6 maart 2018. In hoofdstuk 2 is aangegeven op welke manier bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is aangepast. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' onverminderd van kracht. In bijlage 1 is een ingewerkte versie van de regels opgenomen waarbij de aanpassingen ten opzichte van het moederplan geel gearceerd zijn weergegeven.

Vanwege de aanpassing van verschillende (algemene) regels is op de verbeelding een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018'. Binnen deze plancontour zijn ook een aantal locaties opgenomen waarvoor de verbeelding wijzigt.

Voor deze herziening wordt aangesloten bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Deze herziening dient hoofdzakelijk om onvolkomenheden en onduidelijkheden te herstellen en een aantal feitelijke situaties te bestemmen. Hieraan zitten geen financiële consequenties.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ontwerpbestemmingsplan

De voorontwerpfase is overgeslagen omdat de wijzigingen voortvloeien uit een uitspraak van de Afdeling of betrekking hebben op het doorvoeren van verbeteringen of het verhelderen van onduidelijkheden in het moederplan. De herziening is daarom gedurende zes weken, vanaf 20 december 2019 tot en met 30 januari 2020, direct als ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd. Binnen deze periode kon er door een ieder zienswijzen op het het plan worden ingediend. Er zijn uiteindelijk vier zienswijzen ingediend. Deze zijn samengevat en van een beantwoording voorzien in de zienswijzennota zoals opgenomen in bijlage 3. Naar aanleiding van de zienswijzen is het bestemmingsplan op enkele onderdelen aangepast en gewijzigd vastgesteld.