Plan: | Paraplubestemmingsplan Parkeernormen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0375.PPParkeernorm2018-VG01 |
het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Parkeernormen" van de gemeente Beverwijk;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0375.PPParkeernorm2018-VG01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
bestemmingsplannen, beheersverordeningen.
De in dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op de regels van de volgende ruimtelijke plannen:
bestemmingsplan/beheersverordening | vastgesteld | plan-ID |
Bestemmingsplan Groene Westrand |
14-11-2013 | NL.IMRO.0375.BPGroenewestrand-VG01 |
Bestemmingsplan Haven De Pijp - Parallelweg |
28-02-2013 | NL.IMRO.0375.BPhavendepijp-VG01 |
Bestemmingsplan Plesmanweg |
29-10-2009 | NL.IMRO.0375.WGBPLESMANWEG04-BP0 1 |
Beheersverordening Overbos-Adrichem-Willem Alex. |
04-04-2013 | NL.IMRO.0375.BVOverbAdrWAPlants-VG01 |
Bestemmingsplan Beneluxlaan |
02-10-2008 | NL.IMRO.03750000BPBeneluxlaan- |
Bestemmingsplan Breestraat e.o. |
06-11-2008 | NL.IMRO.03750000BPBreestraateo- |
Beheersverordening Marlo Center-Oranjebuurt |
20-06-2013 | NL.IMRO.0375.BVMarloOranje-VG01 |
Beheersverordening Wijkertoren-Overbos (rest deel) |
19-03-2015 | NL.IMRO.0375.BVWijkertOverbos-VG01 |
Bestemmingsplan Stationsgebied 2012 |
27-06-2013 | NL.IMRO.0375.BPSTATIONSGEBIED-VG01 |
Bestemmingsplan Noorderweg 13 (postzegel) |
13-03-2014 | NL.IMRO.0375.BPNoorderweg13-VG01 |
Bestemmingsplan De Buitenlanden |
26-06-208 | NL.IMRO.03750000BPBuitenlanden- |
Beheersverordening Groene Oostrand (herziening) |
06-05-2014 | NL.IMRO.0375.BVGrOostrandherz-VG01 |
Bestemmingsplan Kagerweg |
14-11-2013 | NL.IMRO.0375.BPKagerweg-VG01 |
De regels van de ruimtelijke plannen benoemd onder artikel 2.1 blijven onverminderd van kracht.
De regels van dit bestemmingsplan zijn niet van toepassing in de gevallen waarbij op grond van het onderliggende bestemmingsplan toepassing wordt gegeven aan een uitwerkingsplicht of een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een (bouw)plan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere (bouw)plannen buiten beschouwing.
De voorschriften van de bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren blijven buiten toepassing.
Tot een gebruik dat strijdig is met de in de onderliggende ruimtelijke plannen gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de vigerende gemeentelijke parkeernormen, tenzij de aard en omvang van het gebruik niet leidt tot significante parkeerbehoefte.
Het verbod als bedoeld in lid 5.1, geldt niet voor bestaand legaal gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1.1 met maximaal 10 %.
Lid 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 6.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende (bestemmings)plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Parkeernormen".