direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Kagerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPKagerweg-VG01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven tot en met categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een Slachterij en pluimveeslachterij met de SBI-code 1511 uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': tevens een Kunststofverwerkend bedrijf (zonder fenolharsen) met de SBI-code 252 uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3': tevens een Meubelfabriek met de SBI-code 361 uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • h. kantoren;
  • i. nutsbedrijven;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens voor een bedrijfswoning;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 13 m;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 70%;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag in afwijking van het bepaalde onder b ten hoogste 30 m bedragen, voor ten hoogste 30% van het bouwperceel;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 500 m³;
  • f. in afwijking van het bepaalde in de dit lid onder b bedraagt de bouwhoogte van een bedrijfswoning ten hoogste 10 m.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van kranen, hoogspanningsmasten en daarmee gelijk te stellen voorzieningen bedraagt ten hoogste 25 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 13 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 3.2.1 onder d op een bouwperceel een bebouwingsoppervlakte van 100% toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. de gebruiksmogelijkheden va naburige percelen niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de uitbreiding is passen in de stedenbouwkundige situatie ter plaatse;
  • c. er blijven voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting' zijn Bevi-inrichtingen toegestaan;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn Wgh-inrichtingen toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan;
  • g. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid voor consumentenvuurwerk

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, bedraagt ten minste de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.

3.6.2 Wijzigingsbevoegdheid voor Bevi-inrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen:
    • 1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting;
    • 2. op gronden met de bestemming Verkeer, Groen of Water;
  • b. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.

3.6.3 Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 3.4 onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.

3.6.4 Wijzigingsbevoegdheid verwijderen bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de aanduiding 'bedrijfswoning' van de verbeelding te verwijderen, indien de bedrijfswoning ter plaatse niet meer als zodanig in gebruik is en er geen zicht is op hervatting van dit gebruik.