Herstelplan 2022

Regels

1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

Het Herstelplan 2022 met planidentificatiecode NL.IMRO.0373.bpHerstelplan2022-C001 van de gemeente Bergen;

1.2 Bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het gml-bestand NL.IMRO.0373.bpHerstelplan2022-C001 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 Verbeelding:

De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.4 Bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.03730000BPG01dorpskernz zoals vastgesteld op 24 maart 2009.

1.5 Bestemmingsplan Bergen aan Zee:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.0373.BPG05000berzeekern-D001 zoals vastgesteld op 26 september 2013.

1.6 Bestemmingsplan Duingebied:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.0373.BPDuingebied-C002 zoals vastgesteld op 25 juni 2015.

1.7 Bestemmingsplan Kernen Egmond:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.0373.BPG10000kernenegmd-C001 zoals vastgesteld op 27 juni 2013

1.8 Bestemmingsplan Landelijk Gebied Noord:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.03730000BPG06landgebnoo zoals vastgesteld op 7 juli 2011.

1.9 Bestemmingsplan Schoorl, Kernen en Buurtschappen:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.03730000BPG04schoorlker- zoals vastgesteld op 23 juni 2009.

1.10 Bestemmingsplan Egmond aan Zee en Boulevard:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.0373.BPG08000egmonzeecb-C001- zoals vastgesteld op 23 15 mei 2012.

1.11 Bestemmingsplan Weidegebied 1993:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.03730000Weidegebied1993 zoals vastgesteld op 28 juni 1994.

1.12 Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998:

Het bestemmingsplan met IDcode NL.IMRO.03730000Landgebied1998 zoals vastgesteld op 26 oktober 1998.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van de regels geldt de wijze van meten zoals opgenomen in het onderliggende bestemmingsplan waar de betreffende gronden in zijn gelegen (Bergen Dorpskern Zuid, Bergen aan Zee, Duingebied, Kernen Egmond, Landelijk Gebied Noord, Schoorl, Kernen en Buurtschappen)

2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

 De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. een plattelandswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning';
2. een terras ter plaatse van de aanduiding 'terras';
3. een speelweide ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - speelweide';
4. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitgesloten is geen bedrijfswoning toegestaan;
5. voor het overige zijn de bestemmingsplannen Landelijk Gebied Zuid, Landelijk Gebied Noord, Landelijk Gebied 1998 en Weidegebied van toepassing, voor zover de gronden daarbinnen zijn gelegen.

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Plattelandswoning

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' gelden de bouwregels voor agrarische woningen zoals opgenomen in het bestemmingsplan Landelijk gebied Zuid.

Artikel 4 Bedrijf

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. een nutsvoorziening ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening;
2. een zend- en ontvanginstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvanginstallatie';

4.2 Bouwregels

De oppervlakte en hoogte van bouwwerken bedragen maximaal de bestaande hoogte en oppervlakte.

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Gemengd -1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
2. voor het overige gelden de regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan Kernen Egmond.

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kleinschalige horeca' is kleinschalige horeca en een schaapskooi
2. ter plaatse van de op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Natuur aangewezen gronden zijn geen zend- en ontvanginstallaties toegestaan. 
3. voor het overige geldt het bestemmingsplan Duingebied.

6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kleinschalige horeca' is kleinschalige horeca en een schaapskooi toegestaan tot maximaal de bestaande inhoud en oppervlakte. 

Voor het overige gelden de bouwregels zoals opgenomen in het bestemmingsplan Duingebied.

Artikel 7 Recreatie

7.1 Bestemmingsomschrijving

 De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. volkstuinen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'.

Artikel 8 Recreatie - Dagrecreatie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. strand;
2. dagrecreatie;
3. verhuur van strandartikelen;
4. ter plaatse van een bouwvlak: tevens een strandpaviljoen uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
5. voor het overige gelden de bestemmingsplannen Duingebied en Egmond aan Zee Centrum en Boulevard  voor zover de gronden daar binnen zijn gelegen, met toevoeging van het bepaalde in artikel 9.2, met dien verstande dat:
   1. ter plaatse van bouwvlakken die in dit bestemmingsplan niet van een bouwvlak zijn voorzien, geen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd.

8.2 Bouwregels

De maximale oppervlakte van een strandpaviljoen bedraagt die zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte'.

Artikel 9 Recreatie - Verblijfsrecreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Recreatie-Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' geldt het bestemmingsplan Kernen Egmond met dien verstande dat het aantal recreatiewoningen maximaal het aantal mag bedragen zoals in dit bestemmingsplan weergegeven.
2. In afwijking op sub a geldt ter plaatse van de Heereweg 357-359 en de Gasweg 4 dat de gronden bestemd zijn voor recreatiewoningen; het aantal mag maximaal het aantal bedragen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen'.

9.2 Bouwregels

1. ter plaatse van de Heereweg 357-359 mag de oppervlakte van een recreatiewoning maixmaal 50 m² bedragen en de inhoud maximaal 200 m³ en de goot en bouwhoogte maximaal 3 m respectievelijk 6 m;
2. ter plaatse van de Gasweg 4 bedraagt de goothoogte maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' en de bouwhoogte bedraagt maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte'.

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
2. voor het overige gelden de regels van de bestemmingsplannen Bergen Dorpskern Zuid,  Bergen aan Zee, Kernen Egmond, Landelijk Gebied Zuid en Schoorl, Kernen en Buurtschappen voor zover de gronden daar binnen zijn gelegen met dien verstande dat:
3. 1. ter plaatse van bouwvlakken die in dit bestemmingsplan niet van een bouwvlak zijn voorzien, geen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd.

10.2 Bouwregels

Het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen in de voortuin is niet toegestaan.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Bouwen in de voortuin

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 ten behoeve van het realiseren van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen de bestemming Tuin, met dien verstande dat:

1.  afwijken uitsluitend mogelijk is indien het realiseren van erfbebouwing achter de woning fysiek niet mogelijk is;
2.  afwijken mag geen onevenredige afbreuk doen aan de stedenbouwkundige situatie ter plaatse;
3. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, recreatiewoningen voor het gehele bouwerpceel en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het gezamenlijke zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven;
4. in afwijking van het bepaalde onder sub d mag de maximale oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, recreatiewoningen en overkappingen bij bouwpercelen met een oppervlakte;
   1. tussen de 500 m² en 600 m² : ten hoogste 55 m² bedragen;
   2. tussen de 600 m² en 700 m² : ten hoogste 60 m² bedragen;
   3. tussen de 700 m² en 800 m² : ten hoogste 65 m² bedragen;
   1. tussen de 800 m² en 900 m² : ten hoogste 70 m² bedragen;
5. vanaf 900 m² : ten hoogste 75 m² bedragen;

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenstal' een paardenstal';
2. tuinen en erven bij een woning.
3. voor het overige geldt het bestemmingsplan Landelijk Gebied Zuid, en met de toevoeging van het bepaalde in artikel 11.2.

11.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardenstal' een paardenstal' bedraagt de oppervlakte en hoogte van een paardenstal maximaal de bestaande oppervlakte en hoogte.

Artikel 12 Wonen - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Wonen-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. maximaal één recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', tenzij een aanduiding  'maximum aantal recreatiewoningen' is opgenomen, in welk geval dat aantal als maximaal toegestaan aantal recreatiewoningen geldt;
2. maximaal één woning per bouwvlak, tenzij een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, in welk geval dat aantal als maximaal aantal woningen geldt;
3. maximaal één vrijstaande woning ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand';
4. in afwijking van sub b zijn maximaal twee-aaneengebouwde woningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - t';
5. tevens verblijfsrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
6. tevens maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding  'maatschappelijk';
7. bij de woning behorende erven en tuinen;
8. voor het overige gelden de bestemmingsplannen Bergen Dorpskern Zuid,  Bergen aan Zee, Kernen Egmond, Egmond Centrum en Boulevard en Schoorl, Kernen en Buurtschappen voor zover de gronden daar binnen zijn gelegen, met toevoeging van het bepaalde in artikel 11.2 en 12.3, met dien verstande dat:
   1. ter plaatse van bouwvlakken die in dit bestemmingsplan niet van een bouwvlak zijn voorzien, geen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, naast het bepaalde in het bestemmingsplan Bergen Dorpkern Zuid en Bergen aan Zee indien de gronden daar binnen zijn gelegen, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

1. een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
2. de oppervlakte per per recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 50 m²; deze oppervlakte telt mee bij het maximaal toegestane oppervlakte bijbehorende bouwwerken dat is toegestaan in het bestemmingsplan Bergen Dorpkern Zuid indien de gronden daar binnen zijn gelegen, dan wel het bestemmingsplan Bergen aan Zee indien de gronden daar binnen zijn gelegen;
3. de diepte van een aangebouwde recreatiewoning aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 3 m bedragen gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw; 
4. de breedte van een aangebouwde recreatiewoning, mag ten hoogste 3,5 m bedragen gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw;
5. de aangebouwde recreatiewoningen, mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m;
6. de goothoogte van  vrijstaande recreatiewoningen mag ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedragen;
7. vrijstaande bijgebouwen dienen te worden voorzien van een kap met een hellingshoek van ten minste 30⁰ en ten hoogste 65^0;
8. recreatiewoningen mogen niet voorzien worden van dakkapellen, dakopbouwen of gevelopbouwen; 
9. bij een platte afdekking mogen de maximale hoogten, zoals bepaald in sub t en u worden overschreden ten behoeve van lichtkappen met een oppervlakte van ten hoogste van de oppervlakte van het dakvlak en tot een hoogte van 1 m;
10. maximaal één woning ter plaatse van een bouwvlak ter plaatse van een bouwvlak, de goothoogte bedraagt maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' en de bouwhoogte bedraagt maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte'.
11. in afwijking van sub j bedraagt het maximaal aantal woningen het aantal zoals aangegeven met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
12. in afwijking van sub j zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -t'  maximaal twee- aaneengebouwde woningen toegestaan.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden om recreatiewoningen te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning.

Artikel 13 Wonen - 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Wonen-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. maximaal één recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'.
2. maximaal één woning per bouwvlak, tenzij een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, in welk geval dat aantal als maximaal aantal woningen geldt;
3. maximaal één woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen'- uitsterfconstructie', zolang dit gebruik niet gedurende minimaal een jaar onderbroken wordt;
4. maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding  'maatschappelijk';
5. bij de woning behorende erven en tuinen;
6. voor het overige gelden de bestemmingsplannen Bergen Dorpskern Zuid, Kernen Egmond en Schoorl, Kernen en Buurtschappen voor zover de gronden daar binnen zijn gelegen met toevoeging van het bepaalde in artikel 13.2 en 13.3 met dien verstande dat:
   1. ter plaatse van bouwvlakken die in dit bestemmingsplan niet van een bouwvlak zijn voorzien, geen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, naast het bepaalde in de bestemmingsplannen Bergen Dorpskern Zuid, Kernen Egmond en Schoorl, Kernen en Buurtschappen indien de gronden daar binnen zijn gelegen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

 

13.2.1 Woningen

 

1. maximaal één woning ter plaatse van een bouwvlak, de goothoogte bedraagt maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' en de bouwhoogte bedraagt maximaal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte'.
2. in afwijking van sub j bedraagt het maximaal aantal woningen het aantal zoals aangegeven met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
3. indien een maximum oppervlakte is aangegeven, geldt deze oppervlakte als maximale oppervlakte van een woning.

13.2.2 Recreatiewoningen

1. een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
2. de oppervlakte per recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 50 m²;
3. de diepte van een aangebouwde recreatiewoning aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 3 m bedragen gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw; 
4. de breedte van een aangebouwde recreatiewoning, mag ten hoogste 3,5 m bedragen gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw;
5. de aangebouwde recreatiewoningen, mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m;
6. de goothoogte van recreatiewoningen mag ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedragen;
7. recreatiewoningen dienen te worden voorzien van een kap met een hellingshoek van ten minste 30⁰ en ten hoogste 65^0;
8. recreatiewoningen mogen niet voorzien worden van dakkapellen, dakopbouwen of gevelopbouwen. 

13.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden om recreatiewoningen te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning.

Artikel 14 Wonen - 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voor Wonen-3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. een pension, bestaande uit maximaal drie appartementen voor verblijfsrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'pension';
2. maximaal één woning per bouwvlak;
3. voor het overige gelden de regels zoals opgenomen in de bestemmingsplannen Bergen Dorpskern Zuid en Landelijk Gebied Zuid voor zover de gronden daarbinnen zijn gelegen, met toevoeging van artikel 15.2 en 14.3, met dien verstande dat:
   1. ter plaatse van bouwvlakken die in dit bestemmingsplan niet van een bouwvlak zijn voorzien, geen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd

14.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, naast het bepaalde in de bestemmingsplan Bergen Dorpkern Zuid, Landelijk Gebied Noord indien de gronden daar binnen zijn gelegen, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

1. ter plaatse van een bouwvlak maximaal één woning, waarbij de bestaande inhoud en oppervlakte als maximaal toegestaan geldt.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden om recreatiewoningen of appartementen voor verblijfsrecreatie te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning.

Artikel 15 Wonen - B3

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding bij dit Herstelplan voorWonen-B3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. maximaal één recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'.
2. voor het overige geldt het bestemmingsplan Bergen Noord.

3 Algemene regels

Artikel 16 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing;

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

Ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'wetgevingszone 'wijzigingsgebied 1' mag het gebruik naar wonen worden gewijzigd indien de detailhandelsfunctie ter plaatse is beëindigd en de haalbaarheid is aangetoond. De inhoud en oppervlakte van de bebouwing mag daarbij maximaal de bestaande inhoud en oppervlakte bedragen.

Artikel 18 Overige regels

Het bestemmingsplan Parkeren met IDcode NL.IMRO.0373.BPGparkeren-C001Parkeren, zoals vastgesteld op 31 mei 2018, blijft onverkort van toepassing.

Artikel 19 Algemene regels

De volgende regels gelden voor het grondgebied van de gehele gemeente en als aanvulling op de bestaande bestemmingsplannen. Daar waar sprake is van een strijdigheid tussen het onderliggende bestemmingsplan en navolgende regels, prevaleren navolgende regels:

19.1 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de contouren van het hoofdgebouw of onder ingevolge het bestemmingsplan toegestane bijbehorende bouwwerken, tot een maximale diepte van 3 m.

19.2 Poorten en hekwerken

 

19.2.1 Poorten

Op percelen waar gewoond mag worden zijn poorten toegestaan tot een hoogte van maximaal:

1. 1,5 m voor zover gelegen binnen de bebouwde kom;
2. 1 m voor zover gelegen buiten de bebouwde kom.

19.2.2 Hekwerken

De bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1,1 m bedragen.

19.3 Standaardopbrengst (SO)

Bij de toetsing of sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf dan wel hobbyboer wordt de Standaardopbrengst (SO) gebruikt als maatstaf om de omvang en specialisatiegraad van bedrijven vast te stellen.

19.4 Parkeren in voortuin

Op gronden met de bestemming Tuin is het parkeren van motorvoertuigen toegestaan.

19.5 Bouwwerken buiten agrarisch bouwvlak

Op gronden met de bestemming Agrarisch (al dan niet met een toevoeging, zoals -Landscappelijksontwikkeling) mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd, tot een maximale hoogte van 1, 1 m en is (mest) opslag niet toegestaan.

4 Overgangs- en slotregels

Artikel 20 Overgangsrecht

20.1 Overgangsrecht bouwwerken:

 

20.1.1 Algemeen:

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a     gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b     na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;

20.1.2 Afwijking:

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 20 lid 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 20 lid 1 met maximaal 10%;

20.1.3 Uitzondering:

artikel 20 lid 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;

20.2 Overgangsrecht gebruik:

20.2.1 Algemeen:

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

20.2.2 Strijdig gebruik:

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 20 lid 2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

20.2.3 Onderbroken gebruik:

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 20 lid 2.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

20.2.4 Uitzondering:

artikel 20 lid 2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;

Artikel 21 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Herstelplan 2022.