direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Kerkepad 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

De woning op het perceel Kerkepad 1 voldoet niet meer aan de huidige eisen en wordt gesloopt. Ter plaatse wordt een nieuwe woning met bijbehorende garage en tuin gerealiseerd. Op 14 april 2020 is hiervoor een aanvraag omgevingsvergunning ingediend. Kerkepad 1 ligt in het centrum van Bergen (NH). Op onderstaande afbeelding is de ligging van het perceel weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0001.png"

De gemeente Bergen heeft aangegeven dat voor de bouw van de nieuwe woning een bestemmingsplan moet worden vastgesteld om de gewenste plek van de woning vast te kunnen leggen. Voorliggend bestemmingsplan biedt het juridisch planologisch kader voor de reeds ingediende aanvraag omgevingsvergunning.

1.2 Ligging van het project

Het project ligt in de bebouwde kom van Bergen aan het Kerkepad 1. Het perceel waar de is kadastraal bekend als BGN03-A-3774. Zie onderstaande kadastrale kaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0002.png"

Afbeelding: www.kadastralekaart.com

1.3 Huidige situatie

In de huidige situatie is op het perceel een woning gebouwd met omliggende tuin. Zie onderstaande foto. De oppervlakte van de bestaande woning is circa 60 m².

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0003.png"

Afbeelding: bestaande situatie woning

1.4 Nieuwe situatie

Voor de nieuwe situatie is een ontwerp opgesteld (Format Architecten, aanvraag omgevingsvergunning, d.d. 10 april 2020). Uitgangspunt is de bouw van een vrijstaande woning met een bijbehorende tuin, vrijstaande garage/berging en oprit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0004.png"

Voor het realiseren van een in- en uitrit met een breedte van 5 meter is op 6 juni 2019 een omgevingsvergunning verleend (WABO1900515).

Zie onderstaande impressie van de nieuwbouw aan de zijde van het Kerkepad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0005.png"

Afbeelding: vogelvlucht impressie van de nieuwbouw gezien vanaf het Kerkepad

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0006.png"

Afbeelding: vogelvlucht impressie van de nieuwbouw gezien aan de achterzijde

De woning wordt gebouwd in één laag plus een kapverdieping met een dakkapel aan de achterzijde. De goothoogte bedraagt 2,92 meter, de nokhoogte 6,50 meter. Een deel van de woning wordt iets lager met een nokhoogte van 6 meter. Zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0007.png"

Afbeelding: gevelbeeld achterzijde nieuwe woning

De vrijstaande garage/berging wordt gebouwd met een goothoogte van 1,98 meter en een nokhoogte van 5 meter. De oppervlakte is 36,14 m² (6,19 meter bij 5,84 meter).

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0008.png"

Afbeelding: aanzicht garage/berging

Hoofdstuk 2 Planologisch kader

Het planologisch kader wordt gevormd door het vigerende bestemmingsplan "Bergen Centrum - Beschermd dorpsgezicht" (2013), vastgesteld op 21 augustus 2013. Daarnaast geldt het bestemmingsplan "Parkeren", dat is vastgesteld op 31 mei 2018.

2.1 Bestemmingsplan "Bergen Centrum - Beschermd dorpsgezicht"

2.1.1 Beschrijving planregels

Het perceel aan het Kerkepad 1 is bestemd als "Wonen-1" en "Tuin". Op een deel van het bestemmingsvlak "Wonen-1" is een bouwvlak ingetekend. Daarnaast zijn twee dubbelbestemmingen ("Waarde - archeologie - 2" en "Waarde - cultuurhistorie" van toepassing. De inrit wordt gerealiseerd in de bestemming "Groen". Zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0009.png"

Wonen-1

Toegelaten functies

Op grond van de bestemming “Wonen-1” (artikel 14) zijn ter plaatse van Kerkepad 1 de volgende functies toegestaan: het wonen al dan niet met de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Ook bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water zijn toegestaan.

Bouwregels

Elk bouwperceel mag voor 35% worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Een bouwperceel is gedefinieerd als “een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten”. Op het bouwvlak is één woning toegestaan.

Voor wat betreft de ten hoogste toegestane hoogten geldt het bepaalde in artikel 20.2. Daarbij zal sprake zijn van een kennelijke verschrijving, aangezien de algemene bouwregels in artikel 19.2 zijn opgenomen en artikel 20.2 in de planregels niet voorkomt. In artikel 19.2 is bepaald dat met de “maatvoeringsaanduiding” (m) aangegeven hoogten in acht genomen te worden. Voor het Kerkepad 1 geldt een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte (nok) van 8 meter. Woningen moeten worden uitgevoerd met een kap.

In de bouwregels van Wonen-1 is bepaald dat 50 m² aan bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen is toegestaan. Bij grotere percelen >500 m² is een uitzondering mogelijk. Het perceel aan het Kerkepad 1 heeft een oppervlakte van 409 m². Hiervoor geldt een maximum oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 50 m².

De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag ten hoogste 3 meter en de bouwhoogte ten hoogste 5 meter bedragen. Vrijstaande bijgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap.

Tuin

Ter plaatse van de bestemming “Tuin” zijn tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen en dakoverstekken van de aan de bestemming grenzende gebouwen toegestaan. Door het ontbreken van de aanduiding “bijgebouwen” zijn geen gebouwen toegestaan maar alleen bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals erfafscheidingen.

Groen

Op gronden met de bestemming “Groen” zijn de volgende functies toegestaan: plantsoenen, groenvoorzieningen, bomen en beplantingen, voet- en fietspaden, in- en uitritten en bermen alsmede bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals bergbezinkbassins, nutsvoorzieningen en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

Dubbelbestemming Waarde – archeologie 2

De voor 'Waarde – Archeologie-II aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden. Bouwwerken zijn toegestaan tot een maximum oppervlakte van 50 m². Voor een aantal werkzaamheden geldt een vergunningplicht, zoals voor het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 35 cm op een groter oppervlakte dan 50 m², waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, egaliseren en ontginnen en aanleggen van drainage.

Dubbelbestemming Waarde – cultuurhistorie

De voor 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van de cultuurhistorische waarden welke samenhangen met het beschermde dorpsgezicht. In de planregels is bepaald dat bestaande bebouwing behouden dient te worden en dat geen wijzigingen mogen worden aangebracht. Hiervan kan worden afgeweken onder de volgende voorwaarden:

  • indien vooraf advies is ingewonnen bij de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit over de vraag of de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • in het advies van de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit wordt getoetst aan het Beeldkwaliteitplan Bergen Centrum d.d. december 2009 en de in de planregels beschreven waarden betrokken worden.

De in de planregels bepaalde waarden betreffen onder andere het kleinschalige, besloten en intieme karakter van de bebouwingsring rondom de Ruïnekerk, de verscheidenheid aan functies, de ligging en opbouw van de panden aan het kerkplein, de kenmerkende stegen ter plaatse van niet-aaneengesloten gebouwen, de boombeplanting en zichtlijnen naar het plein.

2.1.2 Afwijking van het geldende bestemmingsplan

Het project wijkt op de volgende punten af van het geldende bestemmingsplan: het bouwen van een vrijstaande woning (ter vervanging van een bestaande woning) met een vrijstaande garage/berging in de bestemming “Wonen-1” buiten het bouwvlak alsmede binnen de bestemming “Tuin”. In afwijking van de dubbelbestemming “Waarde-cultuurhistorie” wordt de bestaande bebouwing gesloopt en nieuwgebouwd.

Met het voorliggende bestemmingsplan wordt de nieuwe beoogde situatie vastgelegd. Daarbij zijn de planregels van het geldende bestemmingsplan overgenomen, voor zover van toepassing.

2.2 (paraplu)Bestemmingsplan Parkeren

Het (paraplu)bestemmingsplan "Parkeren" (NL.IMRO.0373.BPGparkeren-C001) is vastgesteld op 31 mei 2018. Met de vaststelling zijn voor de hele gemeente parkeerregels opgesteld.

Uitgangspunt is dat bij ruimtelijke ontwikkelingen (bouwen, verbouwen) in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in de "Notitie Ruimtelijk Parkeerbeleid 2009" of diens rechtsopvolger.

In het parkeerbeleid is voor kleine ontwikkelingen het volgende aangegeven: "Ten einde kleine ontwikkelingen niet te blokkeren is het mogelijk om deze vrij te stellen van de parkeereis. Het voorstel is om dit te doen voor herbouw- of uitbreidingsplannen met een toename tot 100 m2 bruto vloeroppervlak". Voor het Kerkepad geldt dat de bestaande woning (circa 60 m²) wordt gesloopt en een nieuwe woning wordt gebouwd. Het oppervlak van de woning met berging gezamenlijk is circa 96 m², de toename is daarmee circa 36 m². Er is geen sprake van een toename van 100 m² bvo of meer.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is op 13 maart 2012 vastgesteld. Het Rijk vindt de stedelijke regio's van de mainports, brainport, greenports en de valley's van nationale betekenis. Gebiedsontwikkelingen van nationaal belang zoals Zuidas (als het grootste internationale zakendistrict), de Structuurvisie Mainport Schiphol Amsterdam Haarlemmermeer, Rotterdam-Zuid en Brainport Avenue rond Eindhoven worden doorgezet. Met het vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning in het bestaande bebouwde gebied van Bergen worden geen Rijksbelangen geraakt.

Besluit en Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro en Rarro)

Het Barro is op 22 augustus 2011 vastgesteld en op 30 december 2011 in werking getreden. In het Barro zijn bepalingen opgenomen ter bescherming van nationale belangen, zoals de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, de uitoefening van defensietaken en bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Met het vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning in het bestaande bebouwde gebied van Bergen worden geen Rijksbelangen geraakt.

Artikel 3.1.6 Bro: Ladder voor duurzame verstedelijking

Voor Kerkepad 1 wordt uitgegaan van de bouw van een nieuwe woning ter plaatse van een bestaande woning. Of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. Voor woningbouwlocaties geldt volgens de zogenaamde overzichtsuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State over de 'ladder voor duurzame verstedelijking' (ABRvS 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1724) dat 'in beginsel' sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling als er meer dan 11 woningen gerealiseerd worden. Voor wonen is daarmee de lijn dat er vanaf 12 woningen sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Aan het Kerkepad 1 is geen sprake van een toename van het aantal woningen. Dit is in lijn met de jurisprudentie niet te beschouwen als een stedelijke ontwikkeling en hoeft niet te worden getoetst aan de Ladder voor duurzame verstedelijking. Wel is er sprake van efficiënt ruimtegebruik. Binnen het bestaand stedelijk gebied wordt de beschikbare ruimte zo optimaal mogelijk benut. Hiermee sluit de ontwikkeling aan bij de doelstelling van de Ladder voor duurzame verstedelijking.

3.2 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie NH2050 is op 19 november 2018 door Provinciale Staten (PS) vastgesteld. Met de Omgevingsvisie richt de provincie zich op lange termijn ambities en -doelen, met oog voor kwaliteiten die de provincie langjarig willen koesteren en die probeert in te spelen op veranderingen en transities die tijd nodig hebben. In het Visiedeel zijn de ambities uitgewerkt in zogenaamde samenhangende bewegingen naar de toekomst.

Uitgangspunt is dat wonen en werken zoveel mogelijk binnenstedelijk worden gerealiseerd en geconcentreerd. De provincie geeft in de Omgevingsvisie aan dat de metropool zich snel ontwikkelt. De vraag naar woningen en ruimte voor bedrijven houdt aan, evenals de ruimtevraag voor recreatie en andere functies. Het vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning in het bestaande bebouwde gebied van Bergen past binnen de kaders van de omgevingsvisie om stedelijke functies binnen het bestaande stedelijke gebied te concentreren.

Provinciale ruimtelijke verordening

In november 2010 is de Provinciale Ruimtelijke Verordening in werking getreden en daarna meermalen herzien of geactualiseerd. De Verordening bevat algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke ruimtelijke plannen. Conform de geconsolideerde versie (d.d. 3 september 2019) is Kerkepad 1 (behoudens de regels die voor het hele grondgebied van de provincie gelden) geen onderdeel van een gebied waarvoor een speciaal regime geldt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPKerkepad1-CO01_0010.png"

Een "stedelijke ontwikkeling" mag alleen als deze in overeenstemming is met regionaal gemaakte afspraken. Een stedelijke ontwikkeling is gedefinieerd als "een ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening". In het betreffende lid van het Besluit ruimtelijke ordening is het volgt aangegeven: "stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere tedelijke voorzieningen". Overeenkomstig jurisprudentie zijn woningbouwlocaties met maximaal 11 woningen geen "stedelijke ontwikkeling" zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening (Bron: www.infomil.nl: “11 woningen geen nieuwe stedelijke ontwikkeling” - zie uitspraak ABRvS 16 september 2015; ECLI:NL:RVS:2015:2921). Op Kerkepad 1 wordt één woning vervangen door één nieuwe woning. Dit is geen stedelijk ontwikkelingsproject. De bouw van de nieuwe woning past binnen het provinciale beleid.

3.3 Regionaal beleid

Regionaal Actieprogramma (RAP) 2017

In het Regionaal Actie Programma staan de belangrijkste ambities en afspraken op het gebied van wonen voor de regio Alkmaar waar Bergen onderdeel van is. De regio Alkmaar heeft afspraken gemaakt over de woningbouwprogrammering. Uitgangspunten zijn onder andere het realiseren van een woningaanbod dat aansluit bij de vraag en werken in de geest van de ladder voor duurzame verstedelijking.

Het aantal huishoudens neemt volgens het RAP nog fors toe. De meeste woningen worden op OV-locaties gepland. Uit het RAP blijkt ook dat veruit de meeste mensen binnen de regio en binnen de gemeente Alkmaar verhuizen. Verder wordt prioriteit gegeven aan inbreidingslocaties. De locatie Kerkepad in Bergen voorziet op een binnenstedelijke locatie in vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning. Dit past binnen de kaders van de RAP.

Woningbouwafspraken regio Alkmaar (2019)

In de woningbouwafspraken is vastgesteld dat "het bouwtempo stevig omhoog moet om huidige druk op de markt het hoofd te bieden". De krapte in de regio is groot en groeit; zowel vanuit regionale woningvragers, als vanuit woningvragers vanuit bijvoorbeeld de Amsterdamse agglomeratie. De krapte-indicator voor de woningmarkt in de regio Alkmaar is in het derde kwartaal van 2018 onder 3 gedaald, waar een 6 staat voor een gezonde woningmarkt. Naast de toenemende krapte heeft de regio te maken met een achterstand in de productie. Met het vervangen van de bestaande woning door een nieuwe woning wordt het tekort niet opgelost, maar wordt wel bijgedragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande voorraad.

3.4 Gemeentelijk beleid

Beeldkwaliteitsplan Bergen Centrum Beschermd Dorpsgezicht

Het Beeldkwaliteitplan (BKP) Bergen centrum Beschermd Dorpsgezicht is opgesteld naar aanleiding van gelijknamige bestemmingsplan, dat uit de aard der zaak conserverend van karakter is (Monumentenwet 1988). In het document zijn de kwaliteiten weergegeven van het historische karakter (immaterieel) en de stedenbouwkundige samenhang (ruimtelijk, materieel).

In het beeldkwaliteitsplan is vastgesteld dat de beeldkwaliteit van de dorpskern te vinden is in het samenspel van diverse factoren. Niet de individuele architectuur bepaalt het beeld, maar een evenwicht in dorps stedenbouwkundige kenmerken. Architectuur, stedenbouw, groen en de inrichting van de openbare ruimte bepalen gezamenlijk het beeld. Een en ander betekent dat de rooilijnen, korrelgrootte, footprints, kapvormen, bouwhoogtes, het silhouet en vergelijkbare stedenbouwkundige kenmerken bij alle ruimtelijke ontwikkelingen het uitgangspunt vormen. Daarnaast gelden de algemene, structurele uitgangspunten als leidraad. Van belang is dat zichtlijnen openblijven, ook de zichtlijnen vanuit de dorpskern naar buiten. Vervangende nieuwbouw (indien van toepassing) voegt zich naar de belendingen.

Het pand aan het Kerkepad 1 is op de ordekaart in het beeldkwaliteitsplan niet voorzien van een orde-aanduiding. Het slopen van de bestaande bebouwing heeft dan ook geen consequenties voor cultuurhistorische waarden.

Voor nieuwbouw zijn enkele basisregels opgenomen:

  • 1. Bouwhoogte: De bouwhoogte in straatwanden dient zich te voegen naar de omliggende bebouwing, zowel in maximale als in minimale zin.
  • 2. Positionering: Van belang is de nieuwe bebouwing een zelfstandigheid te geven, die zowel aan het gebouw zelf als aan de belendende percelen recht doet.
  • 3. Ontsluiting en vormgeving op straatniveau: Kenmerkend is de levendige wisselwerking tussen de bebouwing en de straat. Bergingen aan de straatzijde dienen daarom te worden voorkomen. Ontsluitingen van gebouwen dienen altijd een logische plek te krijgen aan de openbare weg.

Ten aanzien van de positionering zijn waardevolle en te behouden rooilijnen aangegeven. Voor het perceel Kerkepad 1 geldt geen waardevolle rooilijn. De voorgenomen bouwhoogte van de nieuwbouw (goothoogte 3 meter, nokhoogte 6-6,50meter) sluit aan bij de hoogte van omliggende bebouwing die ook gebouwd is in één laag met een kapverdieping. Door de positionering van de woning aan de straat wordt de ontsluiting aan de openbare weg gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de garage. De nieuwe bebouwing wordt door de gekozen positionering en opzet op de straat georiënteerd.

Op de "ordekaart groen" is de tuin van het perceel Kerkepad 1 aangewezen als "ondersteunend, waardevol, tuinen". Uitgangspunt is dat de bestaande tuin behouden blijft.

Het plan is behandeld in de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit (CCK) op 19 december 2019 en Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) op 23 maart 2020 en akkoord bevonden.

Notitie ruimtelijk parkeerbeleid 2009

In geval van ruimtelijke ontwikkelingen is het parkeerbeleid erop gebaseerd dat naar rato parkeerplaatsen worden aangelegd. Dit aantal wordt bepaald door de kencijfers die worden gehanteerd in de ASVV 2004. Voor de kernen Egmond aan Zee, Bergen aan Zee, Bergen en Schoorl wordt het maximale kencijfer gehanteerd. Het uitgangspunt is dat het parkeren op eigen terrein wordt opgelost. Ten einde kleine ontwikkelingen niet te blokkeren is het mogelijk om deze vrij te stellen van de parkeereis. Conform het beleid geldt dit voor herbouw- of uitbreidingsplannen met een toename tot 100 m² bruto vloeroppervlak. Dit is bij Kerkepad 1 aan de orde. Uitgangspunt in de planvorming is het vervangen van de bestaande woning. Parkeren kan op eigen terrein worden gedaan in de vrijstaande garage.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Parkeren

Voor de (dure) woningen in het centrum geldt conform het gemeentelijk parkeerbeleid een norm van 2,0 parkeerplaats per woning (omgeving weinig stedelijk), inclusief 0,3 parkeerplaats voor bezoekers. Op basis van deze norm wordt de parkeereis bepaald die gerealiseerd moet worden. Voor kleinschalige ontwikkelingen zoals sloop-nieuwbouw waarbij het oppervlak niet meer dan 100 m² bvo toeneemt, is geen parkeereis. Voor Kerkepad 1 wordt uitgegaan van het slopen van de bestaande woning (circa 60 m²) vervangen door een nieuwe woning van circa 96 m² (woning + vrijstaande garage). De toename is met circa 36 m² minder dan de gestelde 100 m². Er geldt daarom geen parkeereis.

4.2 Verkeer

Uitgangspunt is het vervangen van één woning door een nieuwe woning. Dit zal niet tot extra verkeersbewegingen leiden.

4.3 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder moet bij nieuwe geluidsgevoelige functies binnen geluidszones van wegen, spoorwegtrajecten en industrieterreinen worden getoetst aan de voorkeurgrenswaarde of de heersende waarde. Alle wegen rondom het Kerkepad 1 zijn onderdeel van een 30 km/u zone. De meest nabij gelegen weg met een geluidzone is de Komlaan. Deze weg heeft een geluidzone van 200 meter, het Kerkepad ligt op ruim 380 meter van deze weg. Akoestisch onderzoek is om die reden niet nodig.

4.4 Water

De footprint van de bebouwing wordt in de nieuwe situatie met circa 36 m² nauwelijks vergroot ten opzichte van de bestaande bebouwing. Er worden geen nieuwe kelders of andere ondergrondse gebouwen gerealiseerd. Het vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning heeft daarmee geen gevolgen voor de waterhuishouding.

4.5 Bodem

Door Bureau Grondslag is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd, zie Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek 21.07.2020. Daarbij is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem inclusief het grondwater onderzocht. In de bovengrond zijn hooguit lichte verhogingen aangetoond aan diverse zware metalen en PAK, maar dit soort verhogingen worden vaker gemeten. Dit geeft geen aanleiding voor nader onderzoek. Derhalve zijn er geen belemmeringen voor de afgifte van een omgevingsvergunning.

4.6 Externe veiligheid

Overeenkomstig het gestelde in het geldende bestemmingsplan vinden op het Kerkepad 1 of in de directe omgeving daarvan geen activiteiten (bedrijvigheid en/of vervoer) plaats die uit het oogpunt van externe veiligheid relevant zijn. Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde sloopnieuwbouw van de bestaande woning.

4.7 Archeologie

Op de archeologische waardenkaart van de gemeente is de gemeente aangegeven als gebied waar op delen een trefkans is op archeologische waarden. Ter bescherming van deze waarden is in het geldende bestemmingsplan en het voorliggende bestemmingsplan een archeologische dubbelbestemming opgenomen.

Conform het geldende bestemmingsplan is archeologisch vervolgonderzoek pas nodig bij bodemingrepen/ bouwwerkzaamheden die dieper gaan dan 0,35 meter over een oppervlakte van 50 m² of meer. Bij Kerkepad 1 wordt uitsluitend over de lengte van de funderingsvorstranden dieper gegraven dan 35 cm onder maaiveld, de oppervlakte daarvan is met 17,15 m² ruim minder dan 50 m². Er is geen raakvlak met archeologie en daarmee geen inspanningsverplichting. Het bouwplan blijft daarmee ook onder het oppervlakte- en dieptecriterium.

4.8 Cultuurhistorie

De bouw van de woning aan het Kerkepad wijkt af van de bepaling in het geldende bestemmingsplan dat bestaande bebouwing niet gewijzigd mag worden. Het past echter wel binnen de beschreven waarden uit de cultuurhistorische dubbelbestemming die voornamelijk betrekking hebben op de bebouwing en openbare ruimte rond de Ruïnekerk. De bebouwing op het perceel Kerkepad 1 is vanaf de openbare ruimte rond de kerk niet zichtbaar. Bestaande wegenstructuur, bomenstructuur en zichtlijnen worden niet aangetast. Qua bebouwingsopzet en hoogte past de bebouwing in de omgeving. Het plan is behandeld in de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit (CCK) op 19 december 2019 en Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) op 23 maart 2020 en akkoord bevonden.

De bestaande woning heeft overeenkomstig het beeldkwaliteitsplan Bergen Centrum geen monumentale waarde of ordestatus. Het huidige pand heeft daarmee geen cultuurhistorische waarde. Dit is bevestigd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (d.d. 19 december 2019). Het gebied is onderdeel van een beschermd dorpsgezicht. De in het beeldkwaliteitsplan beschreven waarden worden niet aangetast, zie in dat verband paragraaf 3.4.

4.9 Luchtkwaliteit

Voor luchtkwaliteit is titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) kader. Daarin is bepaald dat bij het vaststellen van een bestemmingsplan (of andere planologische procedure) moet worden voldaan aan grenswaarden voor onder meer stikstofdioxide en fijn stof. In het "Besluit niet in betekenende mate bijdragen" is bepaald dat indien een project kan worden beschouwd als "niet in betekenende mate" er geen toetsing aan de grenswaarden hoeft plaats te vinden. Deze grens is in het Besluit gesteld op 3%, wat betekent dat de concentratie stikstofdioxide of fijn stof met maximaal 3% mag toenemen als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen die een planologische procedure toestaat. Als het meer is dan 3% moet worden getoetst aan de grenswaarden.

In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen" is voor een aantal specifieke projecten een berekening gemaakt bij welk bouwprogramma er nog sprake is van "niet in betekenende mate". Dit is als het project betrekking heeft op maximaal 1.500 woningen of 100.000 m² kantoren (bij één ontsluitingsweg) of een combinatie van beiden.

Het voornemen gaat uit van het vervangen van één woning door een nieuwe woning. Dit leidt niet tot een toename van het aantal verkeersbewegingen. Overeenkomstig de NIBM-tool kan dit project worden beschouwd als "niet in betekenende mate" en daarmee kan worden voldaan aan de bepalingen in de Wet milieubeheer voor wat betreft luchtkwaliteit.

4.10 Flora en fauna

Voor de bescherming van diersoorten is per 1 januari 2017 de Wet Natuurbescherming in werking getreden. In deze wet zijn de Natuurbeschermingswet 98, Flora en faunawet en Boswet geïntegreerd tot één wet. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van nieuwe bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten en diersoorten. Indien uit gegevens of onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende bouwwerkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na ontheffing c.q. vergunning.

Aan de zijde van het Kerkepad staat een bomenrij op gemeentegrond. Deze bomenrij zal worden gekapt ten behoeve van de bouw van de woning met bijbehorende garage. De gemeente heeft aangegeven deze bomenrij geen cultuurhistorische of grote ecologische waarde heeft. De bestaande grote boom in de tuin op het perceel blijft behouden. Door Blom Ecologie is een ecologisch onderzoek inclusief veldbezoek uitgevoerd, zie Bijlage 1 Ecologisch onderzoek 16.07.2020. Uit het onderzoek blijkt dat er geen belemmeringen zijn vanuit de Wet natuurbescherming voor de beoogde realisatie van de woning. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de (mogelijke) aanwezigheid van foeragerende vleermuizen, rugstreeppadden en algemene broedvogels (in het kader van Algemene Zorgplicht). Voor deze soorten dienen maatregelen te worden getroffen om effecten te voorkomen. De maatregelen zijn beschreven in het ecologisch onderzoek.

4.11 Stikstofdepositie

Door bureau Els & Linde is onderzoek gedaan naar het effect van de ontwikkeling op de stikstofdepositie bij nabijgelegen natuurgebieden, zie Bijlage 2 Onderzoek stikstofdepositie 13.07.2020. In het onderzoek is geconcludeerd dat het plan zowel in de gebruiksfase als tijdens de bouwfase niet tot nadelige effecten van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden leidt. Er is geen sprake van verhoging van de depositie. Er is geen vergunning van de Wet natuurbescherming nodig.

4.12 Luchthavenindelingbesluit

Op 1 november 2002 heeft het kabinet zijn definitieve goedkeuring verleend aan nieuwemilieu-en veiligheidsregels voor Schiphol. De regels zijn vastgelegd in twee uitvoeringsbesluiten, behorend bij de in 2001 goedgekeurde Schipholwet: het Luchthavenindelingbesluit en luchthavenverkeersbesluit. Het luchthavenverkeersbesluit is gericht op de beheersing van de milieubelasting door het luchthavenluchtverkeer rondom Schiphol. In het besluitzijn regels opgenomen ten aanzien van luchtverkeerswegen, vlieghoogtes rondom de luchthaven, regels ten aanzien uitstoot van stoffen, maximale risicogewicht van vliegtuigen, maximale geluidbelasting gedurende de nacht en etmaal.

Het Luchthavenindelingbesluit (LIB) bevat (ruimtelijke) regels voor de omgeving ten behoeve van het functioneren van Schiphol. Voor ruimtelijke plannen is dus hoofdzakelijk het Luchthavenindelingbesluit van belang. Voor bepaalde gebieden rondom Schiphol is een "beperkingengebied" aangewezen. Het Kerkepad 1 in Bergen ligt volledig buiten het beperkingengebied.

4.13 Duurzaamheid

De nieuwe woning wordt voorzien van goede isolatievoorzieningen (Rc vloer 3,5, Rc gevels 4,5). Verwarming zal plaatsvinden door middel van een warmtepomp met vloerverwarming. Op het dak van de woning worden zonnepanelen geplaatst zodat de benodigde energie duurzaam kan worden opgewekt. De woning wordt gasloos uitgevoerd.

4.14 Milieueffectrapportage

Een verplichting om een (vormvrije) m.e.r.-beoordelingsprocedure of volledige m.e.r.-procedure uit te voeren kan ontstaan op basis van art 7.2 en 7.2A van de Wet milieubeheer. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing ziet op het vervangen van een bestaande woning door een nieuwe woning binnen het bestaande centrum van Bergen. Op basis van het voorgaande kan worden gesteld dat er naar aard en omvang geen sprake is van een nieuw "stedelijk ontwikkelingsproject" waarvoor een m.e.r. beoordeling aan de orde is.

Hoofdstuk 5 Juridische regeling in dit bestemmingsplan

Bij het opstellen van de regels is uitgegaan van de systematiek van het nu geldende bestemmingsplan "Bergen Centrum - Beschermd dorpsgezicht" (vastgesteld 2013-08-21). Daarbij zijn de daarin opgenomen begripsomschrijvingen, wijze van meten en algemene regels, voor zover van toepassing voor Kerkepad 1 overgenomen.

De systematiek van het geldende bestemmingsplan gaat voor woningen uit van een tuinbestemming aan de straatzijde en een woonbestemming daarachter. In voorliggend bestemmingsplan is dit overgenomen, waarbij de woning is bestemd als Wonen - 1 zodat qua naamgeving wordt aangesloten op de al geldende bestemming.

Bestemming Wonen-1

Hoofdgebouw

Het hoofdgebouw is aangeduid door middel van een bouwvlak, waar een maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid. Dit betekent dat het hoofdgebouw niet uitgebreid mag worden buiten de grenzen van het bouwvlak. Uitbreidingen kunnen uitsluitend plaatsvinden in de vorm van aan- of uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen. Met betrekking tot de bebouwing op de percelen (zowel hoofdgebouwen als erfbebouwing) geldt een maximaal bebouwingspercentage ten opzichte van het bouwperceel. Dit percentage bedraagt 35%.

Bijgebouwen en overkappingen

Binnen de bestemming is, onder een aantal voorwaarden, naast het hoofdgebouw ook erfbebouwing ten behoeve van de woning toegestaan in de vorm van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen (al dan niet aan het hoofdgebouw gebouwd) en overkappingen. De gronden bestemd voor Tuin, komen niet voor gebouwen en overkappingen in aanmerking (zie ook kopje Tuin).

De maximale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt 50 m², mits een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt blijft. Dit om voldoende buitenruimte te garanderen. Voor percelen vanaf 500 m² geldt voorts dat een grotere oppervlakte is toegestaan. Het bouwperceel aan het Kerkepad 1 heeft een omvang van circa 410 m2 zodat het maximum 50 m2 bedraagt. Het bouwplan gaat uit van een bijgebouw (garage) van circa 40 m2, zodat er daarnaast nog ruimte is voor een beperkt oppervlak aan- en uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen.

De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen, mag bij vrijstaande woningen niet meer bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m. Dakkapellen, gevelopbouwen en dakopbouwen zijn niet toegestaan. Het bouwplan gaat voor het vrijstaande bijgebouw (garage) uit van een goothoogte van 2 meter en een nokhoogte van 5 meter zodat dit past binnen de kaders van dit bestemmingsplan.

Voor eventuele aanvullende aan- en uitbouwen (aansluitend aan het hoofdgebouw) en aangebouwde overkappingen geldt dat de bouwhoogte niet hoger mag zijn dan 25 cm boven de begane grondlaag van het hoofdgebouw met een maximum van 4 m. Dit betekent dat de aan- en uitbouwen in beginsel niet voorzien mogen worden van een kap (tenzij er sprake is van een flauwe kap die binnen de toegestane bouwhoogte mogelijk is). Er is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen om indien dit vanwege de afstemming op het hoofdgebouw wenselijk is.

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Binnen de woonbestemming zijn tevens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan zoals erf- en terreinafscheidingen. Paardenbakken, mestplaten en zwembaden zijn niet toegestaan. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn (bij hoekpercelen is er sprake van twee voorgevelrooilijnen) mag niet meer bedragen dan 1 m en voor het overige niet meer dan 2 m. Op voor- en zijtuinen die grenzen aan de weg mogen de afscheidingen dus niet hoger zijn dan 1 m. Afhankelijk van de breedte van de zijtuin die grenst aan een weg, zijn er achter de achtergevel van het hoofdgebouw mogelijkheden voor erf- en terreinafscheidingen van 2 m. Dit is tevens geregeld in de regels behorende bij de bestemming Tuin. De hoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.

Aan huis gebonden beroepen

Binnen de woonbestemming worden mogelijkheden opgenomen voor het uitoefenen van aan-huis-gebonden beroepen door de bewoner van de woning. Onder een aan-huis-gebonden beroep wordt verstaan het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing wordt uitgeoefend.

Aan huis gebonden kleinschalige bedrijvigheid

Tevens wordt toegestaan dat binnen de woonbestemming onder een aantal voorwaarden kleinschalige bedrijvigheid kan worden uitgeoefend. Het betreft hier activiteiten die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend. Het gaat hier om bedrijvigheid die verenigbaar is met de woonfunctie en welke niet leidt tot aantasting van de woonkwaliteit en welke niet leidt tot parkeeroverlast. Voorbeelden van de toegestane bedrijvigheid is een kapper aan huis, een kunstenaar of een kleinschalig ambachtelijk bedrijfje (bijvoorbeeld maken van sieraden). De activiteit dient te worden uitgevoerd door de bewoner van de woning. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor een aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijvigheid, is aan een maximum (25% van het woonoppervlak met een maximum van 50 m²) gebonden om te voorkomen dat het woonkarakter wordt verdrongen door de niet-woonfunctie.

Bestemming Tuin

De onbebouwde ruimte aan de straatzijde is bestemd als "Tuin". Alleen erf- en perceelafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2 m en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 1 m zijn hier toegestaan.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Financiële uitvoerbaarheid

Dit plan heeft betrekking op een particulier initiatief waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. De gronden binnen het plangebied zijn in eigendom bij de initiatiefnemer. De kosten voor de sloop en de bouw worden door de initiatiefnemer gedragen. Aangenomen wordt dat deze over voldoende financiële middelen beschikt om de ontwikkeling te kunnen realiseren. De gemeentelijke kosten met betrekking tot de planologische procedure en daaraan verwante kosten worden verhaald op de initiatiefnemer. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan vast te stellen. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.

6.2 Overleg met omwonenden

Door de initiatiefnemer is overleg met de buren (Hoflaan 6). De buren hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen ontwikkeling.

6.3 Ter visie

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 23 oktober 2020 voor een periode van 6 weken ter visie gelegen. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.