Plan: | Landelijk Gebied Zuid-Ecodorp Bergen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPG3001Ecodorp-B001 |
het bestemmingsplan Landelijk Gebied Zuid-Ecodorp Bergen met identificatienummer NL.IMRO.0373.BPG3001Ecodorp-B001 van de gemeente Bergen (NH.).
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bedrijf in hoofdzaak gericht op het door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en leveren van goederen, die ter plaatse worden vervaardigd als niet-zelfstandig onderdeel van de onderneming.
een deskundige met opgravingbevoegdheid of met gekwalificeerde kennis op het gebied van de archeologie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming in hoofdzaak gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan zijn, zullen of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het uitoefenen van activiteiten op cultureel en kunstzinnig vlak, waaronder ateliers, tentoonstellingsruimte, ruimtes voor dans, muziek, zang, beweging, museum, theater en podium.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
de breedte van de dakrand (inclusief de goot) welke zich buiten de verticale projectie van de gevel bevindt.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
woningen die grotendeels bestaan uit (natuurlijke) bouwmaterialen zoals hout, stro, leem en andere natuurlijk gevormde grondstoffen en materialen en hergebruikte bouwmaterialen, zelf energie en water produceren, geen fossiele brandstoffen verbruiken en zoveel mogelijk onafhankelijk van nutsaansluitingen en riolering functioneren en door zelfbouw door bewoners gerealiseerd kunnen worden. Ecowoningen zijn bedoeld voor de huisvesting van één of meer huishoudens en kunnen verschillende verschijningsvormen hebben, zoals tiny houses.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van dat gebouw en voor zover de regels deze inrichting niet verbieden.
een vorm van recreatief en maatschappelijk medegebruik inhoudende een kleinschalige publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de openlucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of een daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, festiviteiten, wedstrijden, kunst & cultuur bijeenkomsten, kleinschalige kunstfestivals, e.d, waarbij de volgende categorieën evenementen worden onderscheiden:
een extensieve vorm van grondgebonden agrarische, biologische bedrijfsvoering, op basis van de principes van permacultuur, met inbegrip van het op kleinschalige vorm bedrijven van biomassa-teelt, fruitteelt (niet zijnde bomen), groententeelt, heemtuin en moestuinen, als ook het houden van kleinvee en bijen en de daarbij behorende verkoop van streekeigen produkten
de niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gemeenschappelijk gebouw ten behoeve van de bewoners en bezoekers van het ecodorp bedoeld voor gebruik als o.a. woonkamer, vergaderruimtes, logeerkamers, gemeenschappelijke keuken en eetruimtes, administratie, receptie, cursusruimtes, klusruimtes, sanitaire voorzieningen.
Voorzieningen voor gedeeltelijk in horizontale positie ondersteunen, van een of meer menselijke lichamen, door een constructie van textiel, verbonden aan tenminste 2 natuurlijke constructies bevattende 15 of meer jaarringen, bevestigd op een hoogte van tenminste 1,5 m boven het maaiveld, met een maximale overspanning van 6 m.
een helofytenfilter of moerasfilter is een filter dat met behulp van een bepaald soort planten afvalwater zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. Helofytenfilters worden aangelegd om bijvoorbeeld vijvers of afstromend water van wegen te filteren. Ook het zuiveren van huishoudelijk afvalwater is mogelijk.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokken(en) en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat ten minste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid en op grond van de Wet gemeentelijke basisgegevens moet worden gezien als het woonadres.
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, van maximaal 0,80 meter hoog, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, groenten, bloemen of planten.
voorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen, banken en hangmatarium.
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder, zorg en welzijn, jeugd/kinderopvang, religie, bibliotheken, openbare dienstverlening en verenigingsleven met uitsluiting van gevangeniswezen en defensie/militaire zaken.
gebouwen ten behoeve van doeleinden als educatie, recreatie, cultuur, zorg, ambachtelijke bedrijvigheid, verkoop eigen producten aan huis, gastenverblijf.
natuurvriendelijke oevers zijn flauw aflopende oevers waarbij, naast de waterkerende functie, nadrukkelijk ruimte is voor planten en dieren. Een natuurvriendelijke oever is zo ingericht dat de gewenste natuur zich daar goed kan ontwikkelen en handhaven, bijvoorbeeld in de vorm van plas-dras. Natuurvriendelijke oevers bieden een gezonde, natuurlijke omgeving met een grote verscheidenheid aan flora en fauna.
kampeerterrein met een sober voorzieningenniveau, met in totaal 15 standplaatsen voor kampeermiddelen, gelegen in of nabij een natuurgebied of cultuurlandschap en open tussen 15 maart tot en met 31 oktober, waarbij uitsluitend zijn toegestaan kampeermiddelen en eenvoudige ondersteunende voorzieningen zoals watertappunten, sanitairgelegenheid, informatieborden en zitbanken.
de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een duurzame ontwerp- en beheermethode voor tuin, landschap en leefomgeving, gebaseerd op wetten en principes van natuurlijke ecosystemen, zoals multifunctionaliteit, hoge (bio)diversiteit, productiviteit, zelf-regulerend en zelf-regenererend vermogen. Deze universele principes worden vertaald naar een uniek ontwerp, passend bij de bestaande lokale ecologische, sociale en economische omstandigheden.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een gedeelte van een recreatieterrein dat bestemd is voor het plaatsen van kampeermiddelen, niet zijnde een stacaravan.
het met recreatief oogmerk verblijven met overnachting in een kampeermiddel, stacaravan, chalet, recreatiewoning of -appartement, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische of streekeigen producten aan particulieren, voor zover deze agrarische of streekeigen producten in de regio zijn geteeld en op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf of in de regio bij een bedrijf zijn verwerkt of bewerkt.
veelsoortige mengcultuur van bomen, struiken en kruidachtigen in meerdere lagen, voor multifunctioneel gebruik, o.a. landschappelijke, ecologische, en recreatieve waarde en voor consumptie
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de (denkbeeldige) lijn in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw alsmede de (denkbeeldige) lijn in het verlengde van de andere naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de verticale projectie van de buitenzijde van de gevel en de buitenzijde van de dakoverstek.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
waarbij de volgende regels gelden;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Er is ten hoogste één natuurkampeerplaats toegestaan binnen het plangebied op de daartoe aangeduide gronden, waarbij het totaal binnen het plangebied toegestane standplaatsen voor kampeermiddelen, 15 bedraagt.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
Er is ten hoogste één natuurkampeerplaats toegestaan binnen het plangebied op de daartoe aangeduide gronden, waarbij het totaal binnen het plangebied toegestane standplaatsen voor kampeermiddelen, 15 bedraagt.
De gronden op de kaart aangewezen voor Groen zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
Er is ten hoogste één natuurkampeerplaats toegestaan binnen het plangebied op de daartoe aangeduide gronden, waarbij het totaal binnen het plangebied toegestane standsplaatsen voor kampeermiddelen, 15 bedraagt.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van brandpreventie en/ of brandbestrijding nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van nieuw op te richten bouwwerken.
De volgende specifieke gebruiksregels zijn van toepassing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De gronden als bedoeld in artikel 6.1 mogen slechts als zodanig worden gebruikt op voorwaarde dat binnen het plangebied op eigen terrein en ten behoeve van de ontwikkeling blijvend wordt voorzien in 50 parkeerplaatsen.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, en nutsgebouwen worden gebouwd met een maximale hoogte van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
in combinatie met:
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen van woningen inclusief bijbehorende bouwwerken en de overige gebouwen ten behoeve van het ecodorp gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m bedraagt.
Ongeacht het hiervoor bepaalde is het bouwen van nieuwe woningen en andere gebouwen uitsluitend toegestaan indien verzekerd is dat bestaande gebouwen zijn, worden en blijven gesloopt in zoverre dat er binnen het plangebied een oppervlakte van ten hoogste 2.000 m2 aan woningen en andere gebouwen aanwezig is. Het gebouw ter plaatse van het bouwvlak binnen de bestemming Agrarisch-Natuur blijft daarbij buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van brandpreventie en/ of brandbestrijding nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van nieuw op te richten bouwwerken.
Minimaal 85% van het aantal woningen voldoet aan de categorie sociale huurwoning en/of sociale koopwoning met inachtneming van de in de Doelgroepenverordening Bergen 2020 of diens rechtsopvolger opgenomen instandhoudingstermijn
De gronden als bedoeld in artikel 9.1 mogen slechts als zodanig worden gebruikt op voorwaarde dat binnen het plangebied op eigen terrein en ten behoeve van de ontwikkeling blijvend wordt voorzien in 50 parkeerplaatsen.
In afwijking van het bepaalde in 9.1 is het wonen in andere gebouwen dan ecowoningen toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende(bouw)regels.
De omgevingsvergunning, zoals in lid 10.3.1 bedoeld, wordt in ieder geval verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen aan de hand van nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
De omgevingsvergunning, zoals in lid 10.3.1 bedoeld, wordt voorts verleend, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of werkzaamheden met een grotere omvang dan 2.500 m² uit te voeren:
Het verbod van 10.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Het verbod van 10.4.1 is evenmin van toepassing indien de indien de grond aantoonbaar al dieper bewerkt is dan de diepte waarop de werken en werkzaamheden toezien.
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 10.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' wijzigen in een andere bestemming Waarde - Archeologie teneinde grotere of kleine oppervlaktes en/of dieptes toe te staan zoals genoemd in lid 10.2 en 10.4.1 teneinde de archeologische waarden op een andere wijze te beschermen en veiligstellen, indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse andere archeologische waarden aanwezig zijn.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Ongeacht het bepaalde in hoofdstuk 2 is het gebruik van gronden voor de in hoofdstuk 2 aangewezen functies uitsluitend toegestaan indien:
Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, zoals die gelden ten tijde van toetsing aan die regeling(en).
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied Zuid-Ecodorp Bergen'.