5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
- de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken zal ten hoogste 35% van het bouwperceel bedragen.
5.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een hoofdgebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. per bouwvlak zal ten hoogste één woning worden gebouwd;
-
c. de goot- en bouwhoogte van de woning zullen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m) " aangegeven hoogte bedragen.
5.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 2,00 m te bedragen;
-
c. in afwijking van het gestelde onder a mogen vrijstaande bijgebouwen en overkappingen op de perceelgrens worden gebouwd;
-
d. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 75 m²;
-
e. de diepte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw;
-
f. de breedte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping mag ten hoogste 3,50 m bedragen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw;
-
g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 25 cm, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 4,00 m zal bedragen;
-
h. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
-
i. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
-
j. bijgebouwen mogen niet voorzien worden van dakkapellen, dakopbouwen of gevelopbouwen.
5.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.