Plan: | Gedeeltelijke herziening Bergen Dorpskern Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPG01010corrherz-C001 |
Regelgeving en beleid
Wet op de archeologische monumentenzorg
Op 1 September 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Beleidskaart
Op basis van verschillende bureauonderzoeken van de Stichting Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland is een algemene beleidskaart opgesteld voor de hele gemeente Bergen, waarin de verschillende archeologische regimes zijn opgenomen. In figuur 4.1 zijn uitsneden van deze beleidskaart opgenomen.
Onderzoek
De verschillende locaties van het plangebied zijn volgens de archeologische beleidskaart van Bergen alle gelegen in een gebied waar bij bodem verstorende ingrepen groter dan 500 m2 en dieper dan 40 cm nader onderzoek nodig is. Mogelijk dat de bodem in het plangebied reeds verstoord is door de aanwezige functies. Dit zal uit het verkennende (bureau)onderzoek naar voren komen. Er is daarom geen archeologisch onderzoek noodzakelijk voordat de bestemming wordt gerealiseerd.
In het plangebied worden 3 woningen aan de Natteweg 16 gerealiseerd. Twee woningen worden (grotendeels) op een nog niet verstoorde bodem gerealiseerd. Eén woning is ter plaatse van de tennisbaan geprojecteerd, hier is de bodem reeds verstoord. Voor de drie beoogde woningen zijn geen kelders voorzien. Er zal dan ook niet dieper worden gebouwd dan 40 cm. De drie woningen zijn elk 150 m² en samen in totaal 450 m². Er is daarom geen archeologisch onderzoek noodzakelijk voordat de bestemming wordt gerealiseerd.
In het plangebied op de hoek van de Bergerweg en Koningenneweg worden 2 woningen gerealiseerd. Er zal op deze locatie ook niet dieper worden gebouwd dan 40 cm. De twee woningen zijn samen in totaal niet groter dan 500 m².
Conclusie
In het bestemmingsplan wordt een dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 3 opgenomen. Voorafgaand aan de ontwikkeling van het plangebied dient nader archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.