Plan: | Damkensvoetpad 2a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0365.1215071511100-0007 |
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf, waaruit geen opmerkingen naar voren zijn gekomen.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.
De Keur van het Waterschap is een vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd- en overige watergangen een zone ligt van respectievelijk 5 m en 2 m ter bescherming van het profiel en onderhoud. Ook langs waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur te worden aangevraagd.
Gemeentelijk beleid
De gemeente Graft-De Rijp heeft geen eigen waterplan. In de Structuurvisie Graft-De Rijp 2010-2020 stelt de gemeente: 'Waar de gemeente een taak heeft of krijgt in verband met het beheer van het oppervlaktewater (in verband met recreatie, natuur, wonen, bedrijvigheid, waterberging etc.), zullen wij deze uitvoeren.' Daarbij wordt geprobeerd om werk met werk te maken, zodat meerdere functies kunnen profiteren. Hierbij gaat het vooral om het intensiever gebruikmaken van water(berging) ten behoeve van recreatie, wonen (bijvoorbeeld waterwoningen) en natuur.
Huidige situatie
Het plangebied ligt aan het Damkensvoetpad 2a in het buitengebied van de gemeente Graft-De Rijp. In de huidige situatie bestaat de inrichting uit een loonbedrijf en een tijdelijke woning bovenin de aanwezige loods. Het plan gebied is voornamelijk verhard, afgewisseld met groen.
Bodem en grondwater
De maaiveldhoogte in het plangebied bedraagt circa NAP -2,1 m. De bodem bestaat uit veen. Volgens de Bodemkaart van Nederland is in het plangebied sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature minder dan 0,4 m onder het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen 0,5 m en 0,8 m onder het maaiveld. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Waterkwantiteit
Het plangebied ligt in de voormalige Kogerpolder. Deze is samengevoegd met de Starnmeerpolder, Oostwouderpolder en de Markerpolder. Deze gezamenlijke polder bestaat uit meerdere peilgebieden, in peil variërend van NAP -2,6 m tot -4,7 m. Het plangebied ligt in peilgebied 04460-26. Dit gebied heeft een vast peil van NAP -2,4 m. Binnen het plangebied zelf is geen oppervlaktewater aanwezig. Ten noorden van het plangebied ligt een secundaire waterloop, ten westen een primaire waterloop.
Waterkwaliteit
In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen.
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied is geen primaire waterkering aanwezig. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een regionale waterkering, de Starnmeerdijk. Het plangebied ligt buiten de beschermingszone van deze waterkering.
Afvalwatering en riolering
Het plangebied is niet aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Het huishoudelijk afvalwater wordt via een helofytenfilter geloosd op het oppervlaktewater.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een bedrijfswoning en de mogelijkheid tot uitbreiden van een bedrijfsloods, ieder met een maximaal oppervlak van 150 m2.
Waterkwantiteit
Door de bouw van de bedrijfswoning neemt het verhard oppervlak toe met 150 m2. De invloed hiervan op het waterhuishoudkundige systeem ter plekke is dusdanig klein dat het realiseren van extra waterberging niet noodzakelijk is. Ook de eventuele uitbreiding van de bedrijfsloods van maximaal 150 m2 op deels verhard oppervlak betekent geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.
Waterkwaliteit
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Veiligheid en waterkeringen
De in dit bestemmingsplan beschreven ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving.
Afvalwatering en riolering
De nieuwe woning zal indien mogelijk ook via het bestaande helofytenfilter gaan lozen op het oppervlaktewater. Mocht de capaciteit hiervan niet toereikend blijken dan wordt er een IBA-klasse 2 geplaatst.
Beheer en onderhoud
Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de Keur. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Met het in acht nemen van bovenstaande maatregelen veroorzaken de in dit plan beschreven ontwikkelingen geen verslechtering van het waterhuishoudkundige systeem ter plekke.