VUmc CCA

8.2 Resultaten onderzoeken

Door Peutz is onderzoek naar de effecten op de luchtkwaliteit van het CCA-gebouw gedaan (zie bijlage 1: Notitie Luchtkwaliteit, 11 december 2009). Als uitgangspunt in het onderzoek is gehanteerd de (overigens fictieve, zie hoofdstuk 5) aanname dat ten gevolge van realisatie van het CCA-gebouw een toename van de verkeersaantrekkende werking plaatsvindt. De toename van de verkeersaantrekkende werking zou een (extra) emissie van de luchtverontreinigende stoffen PM10 en NO2 tot gevolg hebben. Echter, indien de bijdrage niet meer dan 3% van de grenswaarde voor de voornoemde stoffen conform de Wet milieubeheer bedraagt kan verder onderzoek alsmede toetsing aan de grenswaarden achterwege blijven. In de rapportage is een worst case inschatting gemaakt van de verkeersaantrekkende werking. Met de rekentool die door VROM en InfoMil is ontwikkeld is daarna beoordeeld of er sprake is van een ‘niet in betekende mate bijdrage’ (NIBM) aan de heersende achtergrondconcentraties van de stoffen PM10 en NO2.

Ingevolge de anti-cumulatiebepaling zoals opgenomen in het Besluit NIBM dient de situatie CCA samen met de ontwikkeling Dakopbouw Polikliniek VUmc (inmiddels onherroepelijk vergund) te worden beschouwd.

Uit de rapportage blijkt dat de gezamenlijke bijdragen voor zowel PM10 als NO2 kleiner zijn dan de NIBM-grens van 1,2 µg/m3. Dit betekent dat de beide beschouwde projecten samen als NIBM beschouwd mogen worden en toetsing aan de grenswaarden achterwege kan blijven. Nu er überhaupt geen sprake is (geweest) van een toename van verkeer is dat des te meer het geval.

Het bestemmingsplan voorziet niet in vestiging van gevoelige bestemmingen zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen.