Plan: | VUmc CCA |
---|---|
Plannummer: | W0904BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0904BPGST-OH01 |
Het thans vigerende structuurplan is het structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid', dat in 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit plan worden de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 beschreven. Het structuurplan dient als beleids- en toetsingskader voor bestemmingsplannen. Het structuurplan heeft de formele status van een streekplanuitwerking. Onder het motto "Kiezen voor stedelijkheid" is in het structuurplan Amsterdam een beeld geschetst van de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010. Als belangrijkste opgaven voor de stad worden gezien:
Figuur 4: gemeentelijk structuurplan
Het plangebied is in het structuurplan niet specifiek aangeduid, maar ligt in tussen de A10 zone en grootstedelijk kerngebied, en kan geacht worden daarvan deel uit te maken of daarmee in ieder geval samenhang te hebben.
Het bestemmingsplan voorziet in uitvoering van dit beleid of is daarmee niet in strijd.
Het Sociaal Structuurplan 2004-2015 "Wat Amsterdam beweegt" (2005) is het inhoudelijk kader voor de sociale pijler, met als hoofdlijn 'dynamiek' als drijvende kracht en katalysator voor de stad Amsterdam, met drie hoofddoelstellingen:
Het bestemmingsplan voorziet in uitvoering van dit beleid of is daarmee niet in strijd.
In de Nota Locatiebeleid Amsterdam (2008) is nieuw locatiebeleid vastgelegd, en zijn parkeernormen opgenomen.
Er is er voor gekozen om de parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m2 bvo op A-locaties en 1:125 m2 bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk.
Echter daarnaast wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden.
Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) zijn als richtlijn aangepaste CROW-parkeercijfers (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening) opgenomen.
In hoofdstuk 5 wordt het beleid ten aanzien van parkeren voor het plangebied verder geconcretiseerd.
De nota Hoogbouw, Beleid en Instrument (2005) is in juni 2005 als aanvullend toetsingskader op het structuurplan "Kiezen voor stedelijkheid" door de gemeenteraad Amsterdam vastgesteld. Het belangrijkste doel van het Amsterdamse hoogbouwbeleid is een zorgvuldige inpassing van hoogbouwinitiatieven in de bestaande structuren van de stad. Daarbij is de landschappelijke inpassing een aspect dat, zodra er sprake is van een zekere impact op het stadslandschap, een stedelijke afweging behoeft. Aangegeven is dat in het algemeen kan worden gesteld dat er pas sprake is van een significant effect op het stadslandschap bij bouwhoogten vanaf ongeveer 60 meter.
Gezien de maximale bouwhoogte die het bestemmingsplan mogelijk maakt is het opstellen van een zogenaamde hoogbouweffectrapportage (HER) niet nodig. Daarbij komt dat er voor het grootste deel reeds sprake is van een bestaande situatie.
Ten aanzien van aspecten zoals bezonning en windhinder is bekeken in hoeverre nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Hierop wordt ingegaan in hoofdstuk 14.