direct naar inhoud van 4.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerrein Overamstel
Plannummer: U0808BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0808BPGST-OH01

4.4 Gemeentelijk beleid

Structuurplan

Structuurplan
Het thans vigerende structuurplan is het structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid', dat op 16 april 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit plan worden de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 beschreven. Het structuurplan dient als beleids- en toetsingskader voor bestemmingsplannen.

Op de plankaart van het structuurplan is het gebied Overamstel aangegeven als milieutype 'grootstedelijk wonen/werken' (figuur 3).
Dit zijn multimodaal ontsloten gebieden die bij uitstek geschikt zijn voor de vestiging van stedelijke en regionaal georiënteerde voorzieningen: grote kantoren, hotels, scholen en ziekenhuizen en ook centrumstedelijke woonvormen.

De dichtheden zijn hoog en er zijn goede kansen voor hoogbouw. Menging (met wonen en ondersteunende voorzieningen) is een wezenlijk kenmerk van deze gebieden. Een goede aansluiting op aanliggende woon- en werkgebieden is een extra aandachtspunt. Het milieu van het grootstedelijke wonen-werken ligt veelal in de directe invloedssfeer van belangrijke interregionale knooppunten van openbaar vervoer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.U0808BPGST-OH01_0003.jpg"

Figuur 3: Structuurplan "Kiezen voor Stedelijkheid"

Visie OverAmstel

In de Visie OverAmstel (2002) werd een transformatie van het noordelijk deel van het bedrijvengebied Amstel Business Park tot stedelijk, gemengd woon-/werkgebied voorgesteld. De Visie 2002 geeft globaal de ambitie, het programma en de ontwikkelingsrichting van het gebied aan. In het in april 2003 door de raad vastgestelde Structuurplan 'Kiezen voor Stedelijkheid' is deze transformatie opgenomen. In 2005 is de Visie uit 2002 geactualiseerd en na advisering door de Stadsdeelraad Oost-Watergraafsmeer, in de gemeenteraad (met aanneming van het amendement van raadslid Reuten) vastgesteld.

In de in 2005 vastgestelde Visie Overamstel wordt het in het structuurplan gegeven kader verder uitgewerkt. In de Visie Overamstel is de centrale opgave voor Overamstel neergelegd, namelijk het transformeren van een traditioneel werkgebied naar een gemengd woon-werkgebied. In de Visie OverAmstel worden drie zones onderscheiden: een woonzone, een werkzone en een overgangszone. De woonzone ligt in het noordelijk deel, de werkzone in het zuidelijk deel van Overamstel. Halverwege het plangebied is een overlapping van beide zones, die gekarakteriseerd wordt als de overgangszone. Deze drie zones hebben elk een eigen karakter en kennen daarom elk een verschillende mengvorm.

Het plangebied ligt deels in de werkzone en deels in de overgangszone. De werkzone is allereerst bedoeld voor bedrijven en creatieve functies. Er zal niet worden gewoond. Het merendeel van de werkzone ligt tussen het 1e insteekkanaal van de Duivendrechtse Vaart en de ringmetrolijn. In deze zone is sprake van intensief grondgebruik.

Dat wil zeggen dat de begane grond hoofdzakelijk voor bedrijfsfuncties wordt gereserveerd. Daarboven kunnen creatieve functies of stedelijke voorzieningen komen. De overgangszone vormt het gebied tussen de woon- en werkzone. Het is een gemengd gebied waar ingezet wordt op combinaties van woningbouw, bedrijfsverzamelgebouwen en stedelijke voorzieningen.

Ook in deze zone wordt intensief met het grondgebruik omgegaan. Om milieutechnische redenen (zie hoofdstuk 7.2) is woningbouw, behoudens de woonboten langs de Duivendrechtse Vaart, in het onderhavige plangebied niet toegestaan.

Ruimtelijk-programmatische onderlegger Overamstel, Omgeving Daniël Goedkoopstraat
Deze notitie vormt de basis van dit bestemmingsplan (zie ook par. 5.2). Uitgangspunt in de ruimtelijk-programmatische onderlegger is dat het gebied blijft functioneren als vestigingsgebied voor reguliere bedrijfsfuncties. De bedrijvigheid die nu in het gebied is gevestigd, kan hier blijven functioneren. Wel wordt ingezet op een intensiever gebruik van het gebied en differentiatie van het programma. Zo wordt er ruimte geboden aan creatieve bedrijven, kleinschalige kantoren en horeca. Daarnaast wordt middels een ontheffingsbevoegdheid de mogelijkheid geboden leisure, detailhandel in volumineuze goederen en religieuze instellingen toe te staan.

Waterplan Amsterdam
In het Waterplan Amsterdam is de visie en strategie voor de gewenste inrichting, beoogde gebruik en toekomstige beheer van water en oevers neergelegd. Deze moeten er voor zorgen dat de sterke kanten van het 'blauwe goud' behouden blijven en dat water een prominente plek krijgt in stedenbouwkundige en ruimtelijke plannen. Hierbij wordt gestreefd naar:

  • a. voldoende ruimte voor water;
  • b. ecologisch gezond water;
  • c. integratie van water en groen;
  • d. het versterken van de identiteit van Amsterdam als waterstad;
  • e. het versterken van de belevingswaarde van het water;
  • f. duurzaam en evenwichtig gebruik;
  • g. duurzaam omgaan met grondwater.

Het waterplan vormt het beleids- en toetsingskader voor gemeentelijk beleid, onder meer voor bestemmingsplannen.

Beverprotocol
Het zogenoemde Bever-protocol van Amsterdam (juni 2005, herzien januari 2006) geeft het stappenplan weer voor de besluitvorming over en (eventuele) verplaatsing van legale woonboten, dat wil zeggen woonboten met een ligplaatsvergunning. Het Beverprotocol kan zowel gebruikt worden bij grootschalige verplaatsingen als bij verplaatsingen van een enkele woonboot.

Beleidsregels "Vervangen en verbouwen van woonboten"
Bij vervanging van woonschepen gelden de beleidsregels "Vervangen en verbouwen van woonboten". Deze beleidsregels zijn op 3 maart 2009 door stadsdeel Oost-Watergraafsmeer vastgesteld en vervangen de voordien geldende beleidsregels zoals deze waren geformuleerd in de nota "Woonschepenbeleid Watergraafsmeer". De centrale stad heeft, bij B&W-besluit van 14 april 2009, dit beleid overgenomen. Conform dit beleid mogen woonschepen bij vervanging of verbouwing hun huidige lengte behouden, maximaal vijf meter breed zijn en maximaal drie meter hoog. De maximale lengte van woonarken bij verbouwing of vervanging bedraagt daarentegen 20 meter. Deze regels zijn in de bestemmingsplanregels overgenomen.

Actieplan Luchtkwaliteit (maart 2006)
De gezondheid van de bewoners van Amsterdam is het belangrijkste argument om aan de luchtkwaliteit te werken. Hiervoor is het Actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Schonere lucht heeft invloed op de kwaliteit van het leven van de Amsterdammers. De voorgestelde maatregelen uit het Actieplan verbeteren ook de kwaliteit van de lucht in zijn geheel. Daarvan profiteren ook de ruimtelijke ordening en de stedelijke infrastructuur.

Als Amsterdam zich verder wil ontwikkelen door het realiseren van nieuwe bouwprojecten, dan moet er voldoende (milieu)ruimte worden geschapen. Amsterdam houdt binnen het Actieplan vast aan het beleid met betrekking tot de compacte stad, verbetering van het stedelijk functioneren door een grotere concentratie van de functies wonen, werken en recreëren. Daarnaast houdt Amsterdam vast aan het concentratiebeleid ten aanzien van het Hoofdnet Auto.

Nota Locatiebeleid Amsterdam
Deze nota is in april 2008 vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam De nota bevat een aanvullend toetsingskader op grond van het Structuurplan.

Aan de Nota Locatiebeleid Amsterdam ligt ten grondslag dat de gemeente Amsterdam de ambitie heeft geformuleerd om van Amsterdam een Topstad te maken. Bedrijven - groot of klein, internationaal, nationaal, regionaal - moeten in Amsterdam een attractieve plek kunnen vinden om het bedrijf goed te kunnen laten functioneren. Een belangrijk aspect daarbij is een uitstekende bereikbaarheid van deze plekken.

Er is er voor gekozen om de huidige parkeernormen voor kantoren en bedrijven te blijven hanteren. Dit houdt in een parkeernorm voor kantoren en bedrijven van 1:250 m2 bvo op A-locaties en 1:125 m2 bvo op B-locaties. A-locaties bevinden zich rondom de belangrijkste NS-stations (CS, Sloterdijk, Zuid en Bijlmer) en B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn/metrolijnstations en overige NS-stations of liggen binnen het tram/busnetwerk. Het gebied Overamstel kan worden aangemerkt als een B-locatie.
Echter daarnaast wordt de mogelijkheid gegeven om in bepaalde gevallen van deze vaste normen te kunnen afwijken. Flexibele toepassing van parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit/capaciteit van het wegennet dit toelaten. Dit zijn harde randvoorwaarden.
Voor overige niet-woonfuncties (bijvoorbeeld leisure, hotels, congresruimten en winkels) worden de zogenaamde CROW-parkeercijfers (dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers, die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening).
Voor de woonfunctie zijn geen normen of richtlijnen opgenomen. Stadsdelen of de centrale stad in geval van grootstedelijke gebieden, kunnen zelf deze normen voor wonen opnemen in hun parkeerbeleid of vastleggen in grondexploitatie of erfpachtcontract.

Nota Hotelbeleid
In de Nota Hotelbeleid 2007-2010 (december 2007) is neergelegd dat de gemeente Amsterdam de uitbreiding van het aantal beschikbare en geschikte locatiesin samenwerking met marktpartijen, stadsdelen en Stadsregio stimuleert. Om te voorkomen dat de Amsterdamse hotelmarkt nog verder uit balans raakt, zal de gemeente zich er op toeleggen dat vóór 2015 nog 4.500 aanvullende hotelkamers worden gerealiseerd. Gezien de bestaande plannen moet de aandacht zich met name richten op hotels in het driesterren en lagere segment, maar ook in het vier- en vijfsterren segment is nog aandacht nodig. In de hogere segmenten is met name behoefte aan nieuwe concepten als lifestylehotels, congreshotels en echte tophotels.
In het onderhavige bestemmingsplan zijn twee mogelijkheden voor een hotel opgenomen (in de bestemmingen Gemengd 2 en Gemengd 5).

Welstandskader Bedrijventerrein Overamstel
Het Welstandskader Bedrijventerrein Overamstel is een aanvulling van de Welstandsnota grootstedelijke gebieden en projecten. Het welstandskader laat eenvoudige en ingetogen architectuur toe en maakt een onderscheid tussen gebouwen aan 'het circuit' en gebouwen aan de dwarsstraten. De maximale bouwhoogte is vastgesteld op 15 of 30 meter met uitzondering van de Kauwgomballenfabriek en twee hotels. De bedrijfsverzamelgebouwen langs de Willem Fenengastraat en het Isaac Asscherpad zijn geen monumenten en hoeven niet behouden te blijven, maar het welstandskader vraagt wel om bij nieuwbouw rode baksteen toe te passen en de raampartijen een zelfde soort regelmatig patroon te geven. Het welstandskader is in april 2009 door de gemeenteraad vastgesteld.