direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Grote H-buurt / Holendrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.T1007BPSTD-VG01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Grote H-buurt / Holendrecht van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuidoost.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) genummerd NL.IMRO.0363.T1007BPSTD-VG01

1.3 aanbouw

Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Een gebouw dat onderscheiden wordt van, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 automatenhal

Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.

1.7 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

Een in het bestemmingsplan aangegeven percentage dat de grootte van het te bebouwen deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft.

1.9 bed & breakfast

Het in een woning bedrijfsmatig verlenen van logies aan maximaal 4 personen, waarbij de woning wordt bewoond door de hoofdbewoner en maximaal 40% van de woning mag gebruikt worden voor een Bed & Breakfast.

1.10 belwinkel/internetcafé

Een gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.

1.11 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een staanplaats.

1.14 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.15 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.16 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.17 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.18 dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuidoost.

1.19 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals kappers en schoonheidssalons en wat dies meer zij, niet zijnde belwinkel/internetcafé of geldwisselkantoor.

1.20 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van ondersteunende horeca en met inbegrip van bijbehorende ruimten als magazijnen, personeelsruimten, laad- en losvoorzieningen, technische ruimten, bergingen en andere nevenruimten.

1.21 dienstwoning

Woning, geen burgerwoning zijnde, waarvan de bewoning wezenlijk bijdraagt aan de taakvulling van en gekoppeld is aan de bedrijfsvoering van het bijbehorende bedrijf of maatschappelijke voorziening.

1.22 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals makelaarskantoren, bankfilialen, reisbureaus, kappers, uitzendbureaus en schoonheidssalons, inclusief bergingen en andere niet voor het publiek toegankelijke nevenruimten, één en ander met uitzondering van belwinkel/internetcafé, seksinrichting of geldwisselkantoor.

1.23 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.24 geldwisselkantoor

Een kantoor of gelegenheid waarvan het hoofdbestanddeel van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren.

1.25 geluidgevoelige bestemmingen

Geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.26 groenvoorzieningen

Een verzameling van beplanting (bomen, struiken, gras, etc) al dan niet afgewisseld met verharding in de vorm van fiet- en voetpaden.

1.27 horeca van categorie 1

Een voorziening waar al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren worden verkocht, zoals fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars en shoarmazaken.

1.28 horeca van categorie 2

Een voorziening:

  • a. waar muziek ten gehore wordt gebracht en de gelegenheid wordt geboden tot dansen, zoals dancings en discotheken;
  • b. waar zalen aan (besloten) gezelschappen worden verhuurd, inclusief de verkoop van dranken en spijzen, zoals zaalverhuurbedrijven;
  • c. waar verenigingen tot bevordering van de gezelligheid bij elkaar komen (sociëteit).
1.29 horeca van categorie 3

Een voorziening die overwegend gericht is op de verstrekking van (sterke) dranken, zoals cafés en bars.

1.30 horeca van categorie 4

Een voorziening die gericht is op het verkopen van ter plaatse bereide etenswaren, zoals restaurants, eetcafés, lunchrooms, koffiehuizen, theehuizen en ijssalons.

1.31 huisgebonden beroepen

Kantoren, maatschappelijke voorzieningen, bed & breakfast en medische dan wel paramedische praktijken die in een woning worden uitgeoefend, waarbij:

  • a. de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en het huisgebonden beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie van de betreffende woning en de omliggende woningen in dezelfde straat;
  • b. maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de woning voor het huisgebonden beroep gebruikt mag worden.
1.32 kantoor

Gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden.

1.33 kelder

Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.

1.34 maatschappelijke voorzieningen

Overheids-, medische-, paramedische, onderwijs-, sociaal-culturele, sport-, religieuze en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, inclusief kinderdagverblijven en ondersteunende horeca.

1.35 nutsvoorzieningen

Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.

1.36 omgevingsvergunning

Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.37 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.38 ondersteunende horeca

verkoop van etenswaren en/of dranken voor gebruik ter plaatse in een inrichting die niet als hoofddoel horeca heeft. Maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak van de inrichting mag voor ondersteunende horeca gebruikt worden.

1.39 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst geldt de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw als peil, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst geldt de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld als peil, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • c. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de hoogte van het direct aangrenzende maaiveld als peil, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • d. voor bouwwerken geen gebouwen zijnde op bruggen en viaducten geldt de hoogte van het brugdek of bovenzijde van het viaduct als peil.
1.40 prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.

1.41 seksinrichting

Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.

1.42 short stay

Het tijdelijk wonen in een zelfstandige woning voor een periode van tenminste 5 nachten en maximaal 6 maanden.

1.43 smartshop

Een winkel waarin de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen.

1.44 sociëteit

Een gebouw waar verenigingen tot bevordering van de gezelligheid bij elkaar komen.

1.45 staanplaats

Een plaats op of aan de openbare weg buiten een marktterrein waar ambulante handel (detailhandel en horeca van categorie 1) wordt gedreven, met dien verstande dat geen gebouwen (zoals kiosken) zijn toegestaan en het verkooppunt een mobiel karakter heeft.

1.46 stille zijde

Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of een geluidgevoelige maatschappelijke voorziening scheidt van de buitenlucht met een maximale geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai van 48 dB gerekend per gezoneerde weg of 55 dB (woningen) en 53 dB (geluidgevoelige maatschappelijke voorzieningen) in geval van spoorweglawaai.

1.47 verkeersareaal

Gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, ongebouwde parkeervoorzieningen voor auto's en al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen voor fietsen.

1.48 waterhuishoudkundige voorzieningen

Voorzieningen, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterhuishouding, zoals bruggen, dammen, duikers, dijken, sluizen, beschoeiingen en remmingswerken, uitgezonderd steigers.

1.49 waterkering

Een werk of een (deel van een) grondlichaam dat een lager gelegen (peil)gebied beschermt tegen (hoog) water van buiten.

1.50 woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor bewoning.

1.51 woonwerkwoning

een woning waarbij minimaal 50% van het oppervlak is ingericht en wordt gebruikt als ruimte voor (creatieve) bedrijven of kantoren.

1.52 woon- en zorgcentrum

één of meerdere gebouwen waar hulpbehoevende (oudere) personen al dan niet begeleid wonen en/of worden verzorgd (waaronder verzorgingshuis), inclusief bijbehorende voorzieningen zoals gemeenschappelijke ruimten, verpleeg- en verzorgingsruimten, een kapper en vergelijkbare dienstverlening, ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca.