Artikel 8 Algemene ontheffingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze voorschriften ontheffing kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan, ten behoeve van:
-
a.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
-
b. Geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer bedraagt dan 2 meter;
-
c. De in de voorschriften toegestane maximale bouwhoogte met ten hoogste 2 meter;
-
d. van het bepaalde in artikel 3.2 onder i, j, k en l mits de Waterkwaliteitsbeheerder geadviseerd heeft over het verzoek om ontheffing.