direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen - Stadslandbouw
Plan: Osdorperweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.Q0906BPSTD-VG02

Artikel 16 Wonen - Stadslandbouw

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Stadslandbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. praktijk of vrije beroepsuitoefening aan huis;
  • c. consumentverzorgende dienstverlening aan huis;
  • d. zakelijke dienstverlening aan huis;
  • e. stadslandbouw met de daarbij behorende (agrarische) bedrijfsgebouwen;

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de karakteristieken van de aanwezige beeldbepalende bebouwing;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen en erven;
  • h. bergingen en andere nevenruimten;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • k. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Leiding;
  • l. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie;
  • m. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 20 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waterstaat-Waterkering.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Bouwregels

Op en onder de in lid 16.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen;

  • a. binnen het bouwvlak gelden de volgende bouwregels;
    • 1. wooneenheden: niet meer dan op de verbeelding aangeduide "maximum aantal wooneenheden";
    • 2. bebouwingspercentage: 100%;
  • b. binnen het bouwvlak gelden voor gebouwen de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte: 9.50 meter;
    • 2. goothoogte: 6 meter;
  • c. buiten het bouwvlak gelden de volgende bouwregels:
    • 1. bebouwingspercentage woonfunctie: per woning mag van de gronden buiten het bouwvlak die deel uit maken van het bij deze woning behorende bouwperceel, maximaal 60% worden bebouwd;
    • 2. bebouwingspercentage stadslandbouwfunctie: per woning mag van de gronden buiten het bouwvlak die deel uit maken van het bij deze woning behorende bouwperceel, maximaal 80% worden bebouwd;
    • 3. situering gebouwen buiten het bouwvlak: achter de voorgevel van de woning en tenminste 3 meter uit het hart van een watergang;
    • 4. buiten het bouwvlak zijn geen woningen toegestaan maar wel bijgebouwen en aan- of uitbouwen
  • d. buiten het bouwvlak gelden voor een bijgebouw bij de woonfunctie de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte: 4.50 meter;
    • 2. goothoogte: 3 meter;
  • e. buiten het bouwvlak geldt voor de (agrarische) bedrijfsgebouwen bij de stadslandbouwfunctie een maximumbouwhoogte van 8 meter;
  • f. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte erfafscheiding: 2 meter;
    • 2. bouwhoogte windturbine maximaal 10 meter, mits op tenminste 10 meter van de perceelsgrenzen;
    • 3. bouwhoogte overige bouwwerken: 2.50 meter.
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dient de bestaande goot- en nokhoogte, gevelindeling en plattegrond te worden aangehouden en is een uitbreiding van het gebouw uitsluitend met ontheffing toegestaan.
16.2.2 Ontheffing van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. voor de overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van een vergroting van de woning tot een maximale oppervlakte van 150 m² (inclusief aan- en uitbouwen en exclusief bijgebouwen), mits:
    • 1. het bestaande bouwvlak ook na overschrijding van de grenzen volledig benut blijft ten behoeve van de woning;
    • 2. de voorgevel van de woning niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan de woning het adres ontleent;
    • 3. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 3 meter bedraagt èn tot een andere woning tenminste 5 meter, met inachtneming van het bepaalde onder 4;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen of een andere bestaande woning, deze bestaande afstand worden aangehouden doch niet verder worden verkleind;
    • 5. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  • b. voor de uitbreiding van de beeldbepalende bebouwing, mits de karakteristieken van het beeldbepalende pand daardoor niet onevenredig worden aangetast en de bebouwde oppervlakte van de bestaande beeldbepalende bebouwing met niet meer dan 20% wordt uitgebreid.
16.3 Specifieke gebruiksregels
16.3.1 Gebruiksregels

Voor de in lid 16.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. praktijk- of vrije beroepsuitoefening of consumentverzorgende dienstverlening aan huis is toegestaan onder de voorwaarden dat:
    • 1. de woonfunctie niet wordt verdrongen;
    • 2. de praktijk of het vrije beroep of de consumentverzorgende dienstverlening wordt uitgeoefend door degene die in de woning zijn hoofdverblijf heeft;
    • 3. niet meer dan 150 m² bruto vloeroppervlakte daarvoor wordt aangewend;
  • b. parkeergelegenheid dient binnen het bestemmingsvlak te worden gerealiseerd (niet in de openbare ruimte)
  • c. bij stadslandbouw geldt dat maximaal 350 m² bruto vloeroppervlakte mag worden aangewend voor horeca- en detailhandelactiviteiten in het kader van die stadslandbouw.
16.3.2 Strijdig gebruik

In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 23 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van het dempen van watergangen;
  • b. het gebruik van bijgebouwen bij een woning (respectievelijk woonwagen) ten dienste van bewoning.
16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur kan het plan wijzigen in die zin dat de situering van een bouwvlak voor een woning kan worden gewijzigd teneinde de ruimtelijke kwaliteit op het perceel te verbeteren of teneinde de situering van de woning bovenop een gasleiding op te heffen, mits:

  • a. de voorgevel van de woning niet verder van de weg wordt gesitueerd, waaraan de woning het adres ontleent';
  • b. de oppervlakte van het bouwvlak voor de woning na wijziging van de situering niet meer dan 150 m² bedraagt, met inachtneming van het bepaalde onder c;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b mag bij bouwvlakken voor een woning met een bestaande oppervlakte groter dan 150 m², deze bestaande grotere oppervlakte na wijziging van de situering worden voortgezet;
  • d. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen tenminste 3 meter bedraagt èn tot een andere bestaande woning tenminste 5 meter, met inachtneming van het bepaalde onder e;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag bij een bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens of een andere bestaande woning, deze bestaande afstand worden aangehouden doch niet verder worden verkleind;
  • f. de grens van de bestemming 'Tuin' niet wordt overschreden;
  • g. vooraf met een bodemonderzoek is aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • h. een goede ontsluiting van de bedrijfswoning is verzekerd.