direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: Herziening geluidszone Cornelis Douwesterrein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N1102PBPSTD-OH01

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nota Ruimte

Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat. Het ruimtelijk beleid zal worden gericht op vier algemene doelen:

  • 1. de versterking van de internationale concurrentiepositie;
  • 2. het bevorderen van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • 3. het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • 4. het borgen van veiligheid.

Bestemmingsplannen zullen zoveel mogelijk een bijdrage moeten leveren aan de uitvoering van dit beleid. Het bestemmingsplan 'Herziening geluidszone Cornelis Douwesterrein' draagt hieraan bij door het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden.
De Nota Ruimte wordt in de nabije toekomst vervangen door de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het Rijk formuleert daarin drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028).

De nationale belangen uit de structuurvisie die juridisch borging vragen zijn opgenomen in de AMvB Ruimte; het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en het ontwerp van de eerste aanvulling hierop. De AMvB Ruimte - Barro heeft directe gevolgen voor de ruimtelijke besluitvorming van de gemeente Amsterdam. Het omvat alle ruimtelijke Rijksbelangen uit eerder uitgebrachte planologische kernbeslissingen (PKB's) die juridisch moeten doorwerken tot in bestemmingsplannen.

3.2.2 AMvB Ruimte - Barro

De eerder uitgebrachte PKB's hebben onder de Wro de status van Structuurvisie gekregen en zijn daarmee niet langer bindend voor andere partijen. Het besluit bevat daarom een zo beleidsneutraal mogelijke vertaling van deze bestaande ruimtelijke kaders uit de PKB's Nota Ruimte, Derde Nota Waddenzee, Structuurschema Militaire Terreinen en Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Het gaat om de kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de Rijksbufferzones, de nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee.
Met dit besluit maakt het Rijk op proactieve wijze duidelijk aan welke regels de bestemmingsplannen moeten voldoen en wat de ruimte is waarbinnen de gemeente Amsterdam de ruimtelijke belangen vorm kan geven.
Voor het plangebied is van belang dat rijksvaarwegen (zoals het IJ) zijn aangewezen als nationaal belang. Ter bescherming van dit belang zijn vrijwaringszones opgenomen. In het besluit is aangegeven op welke wijze bestemmingsplannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht. Indien vigerende bestemmingsplannen niet voldoen aan het Barro dan moeten deze binnen drie jaar na inwerkintreding van het besluit zijn aangepast. Dit bestemmingsplan maakt binnen de vrijwaringszone geen nieuwe bestemmingen mogelijk en heeft daarom geen invloed op het functioneren van de rijksvaarweg.

3.2.3 Nationaal Milieubeleidsplan 4

Het doel van het Nederlandse beleid voor luchtkwaliteit is het beschermen van de bevolking en de natuur tegen de negatieve effecten van blootstelling aan luchtverontreinigende stoffen. Om dit te bereiken staan in de wet zowel emissiedoelstellingen om de milieudruk te verminderen als normen waaraan de luchtkwaliteit moet voldoen. Voor de stoffen zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS) zijn verplichte emissiedoelstellingen geformuleerd in het kader van de Europese NEC-richtlijn. Het gaat hierbij om nationale emissieplafonds, waarboven de emissies in Nederland met ingang van 2010 niet mogen uitkomen. In het kader van het Nationaal Milieubeleidsplan 4 zijn voor de emissies van dezelfde vier stoffen inspanningsverplichtingen genoemd die strenger zijn dan de NEC-richtlijn. In hoofdstuk 4.4 wordt meer concreet ingegaan op het aspect luchtkwaliteit.

3.2.4 Nationaal Waterplan

Op 22 december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan vervangt de Vierde Nota Waterhuishouding en de daarop gebaseerde nota's, zoals de 'Nota Anders omgaan met Water' en 'Waterbeleid in de 21ste eeuw'. Deze nota's hebben geen betekenis meer als beleidsdocument. Het beleid van het Nationaal Waterplan is gericht op:

  • 1. een goede bescherming tegen overstroming;
  • 2. het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast en droogte;
  • 3. het bereiken va een goede waterkwaliteit;
  • 4. het veiligstellen van strategische watervoorraden.

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit beleid opgesteld.