Plan: | NDSM-werf Oost |
---|---|
Plannummer: | N1010BPSTD |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01 |
Milieubeleid
Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft t.a.v. het energiebeleid een aantal doelen gesteld:
Methoden om dit te meten zijn EPC (energieprestatiecoëfficiënt) en EPL (energieprestatie op locatie). De EPC is onderdeel van het bouwbesluit. Los van de Amsterdamse ambities wordt in het Bouwbesluit de EPC voor woningen aangescherpt van de huidige 0,8 naar 0,6 in 2011 en 0,4 in 2015. Een EPC van 0.4 komt in combinatie met bijvoorbeeld photo-voltaische (p.v.) panelen voor de opwekking van elektriciteit en/of stadswarmte in de buurt van klimaatneutrale bouw.
Duurzame stedenbouw: klimaatplan 2009-2012 “wind in de rug”
In 2007 sprak de stadsdeelraad van stadsdeel Noord de wens uit dat in Noord klimaatneutrale woningen gebouwd gaan worden. Inmiddels is beleid voor heel Amsterdam vastgesteld dat erop gericht is om vanaf 2010 40% van de nieuwe woningen en in 2015 alle nieuwbouw klimaatneutraal te maken. Stadswarmte is een belangrijk onderdeel van klimaatneutraal bouwen.
Stadsverwarming
Op 21 januari 2008 heeft de Gemeenteraad een wijziging van de Bouwverordening Amsterdam 2003 vastgesteld, waarin de verplichting om aan te sluiten op stadsverwarming is geregeld. Een nieuw te bouwen bouwwerk moet worden aangesloten op de stadsverwarming:
Ontheffing kan worden verleend in het kader van een gebiedsgerichte energievisie, die gekoppeld is aan een stedenbouwkundig project of aan een gebied in ontwikkeling. Deze energievisie kan bijvoorbeeld worden neergelegd in een stedenbouwkundig plan, of in een ander document dat het Plan- en Besluitvormingsproces Ruimtelijke Maatregelen (Plaberum) doorloopt. Ontbreekt een gebiedsgerichte energievisie, dan kan de ontheffing worden verleend op basis van een onderbouwing van de bouwaanvraag waaruit blijkt dat het project bovengemiddeld bijdraagt aan het beperken of voorkomen van broeikasgasemissie.
Conclusie
Het plan hergebruikt en transformeert op intensieve wijze een centraal gelegen vrijgevallen en vervuilde industriële locatie. Dit draagt bij aan duurzaamheid.
Dit bestemmingsplan maakt slechts beperkte ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Het gaat om een beperkte functieverandering (van traditionele bedrijvigheid in minder milieubelastende voorzieningen) in bestaand bebouwd gebied. De nieuwe bebouwingsmogelijkheden die door dit bestemmingsplan worden geboden zijn minimaal. Bovenop de wettelijk voorgeschreven regels worden op de NDSM-werf Oost geen dwingende maatregelen voorgeschreven.