direct naar inhoud van 15.3 Resultaten onderzoeken
Plan: NDSM-werf Oost
Plannummer: N1010BPSTD
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01

15.3 Resultaten onderzoeken

In januari 2008 heeft de Dienst Ruimtelijke Ordening in opdracht van het stadsdeel Amsterdam-Noord een natuurtoets opgesteld voor de NDSM-werf (zie bijlage 15). Hieronder staan de resultaten samengevat.

Beschermde gebieden

Het plangebied ligt niet in of nabij natuurgebied beschermd in de Habitat- of Vogelrichtlijn, Ecologische Hoofdstructuur, Provinciale Ecologische Hoofdstructuur of Natuurbeschermingswet. Het dichtstbijzijnde beschermde Natura 2000 gebied is 'Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske' en bevindt zich op circa 3 km afstand ten noorden van het plangebied. Het Natura 2000 gebied 'Markermeer en IJmeer' bevindt zich op circa 7 km ten oosten van het plangebied. Het bestemmingsplan heeft geen effect op de beschermde natuurgebieden.

Beschermde soorten

In het plangebied zijn geen beschermde flora en fauna aangetroffen, wel enkele algemene soorten. Bij werkzaamheden dient wel rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels. Het broedseizoen duurt in het gehele plangebied voor de daar verwachte soorten van 1 februari tot en met half augustus. Onderstaand volgt een nadere toelichting van de te verwachte of aangetroffen soorten in het plangebied.

Vogels
In het plangebied komen diverse niet beschermde soorten vogels voor. Fragmenten van riet, ruigte en lage struiken die zich verspreid over het plangebied bevinden kunnen plaatselijk dienst doen als broedplaats voor zangvogels zoals onder andere de Winterkoning, de Heggenmus en de Grasmus. Het riet is ook geschikt als broedplaats voor de Kleine karekiet en de Bosrietzanger. Ook is het gebied bekend om de jaarlijks terugkerende broedvogel de Kleine plevier, die op de kale zandige delen broedt. Tenslotte bevindt de jaarlijks terugkerende broedvogel de Zwarte roodstaart zich op de daken van de hoge industriƫle gebouwen.

Zoogdieren
De kans op de aanwezigheid van vleermuizen in het plangebied is volgens het onderzoek van DRO zeer gering, waardoor nader onderzoek onnodig is geacht. De opstallen die zich op het terrein bevinden zijn niet geschikt als zomerverblijf of overwinteringplek voor de algemene stedelijke vleermuissoorten zoals de Dwergvleermuis, de Ruige dwergvleermuis en de Laatvlieger. De opstallen in het plangebied zijn te warm om te kunnen fungeren als winterverblijf voor de vleermuis (warmer dan 10 graden Celsius). Daarnaast is er te veel bedrijvigheid gedurende de zomerperiode. Tenslotte zijn er op het terrein weinig bomen en is er weinig foerageergebied.

Amfibieƫn
Op het nabij gelegen Cornelis Douwesterrein bevinden zich rugstreeppadden. Gezien de ligging van twee insteekhavens en het terrein van Shipdock tussen de NDSM en de Cornelis Douwesterrein is het erg onwaarschijnlijk dat de rugstreeppad zich in het plangebied bevindt.

Flora
Er bevindt zich geen beschermde flora in het plangebied. Wel is de oever van het terrein (beschermd met breuksteen) zowel boven als onder water is een geschikt biotoop. Er groeien Zeeasters, een indicatieve soort voor het brakke milieu dat kenmerkend is voor de oeverzone van het IJ, en er bevindt zich een rietkraag.