Plan: | NDSM-werf Oost |
---|---|
Plannummer: | N1010BPSTD |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01 |
De ondergrond van de NDSM-werf bestaat uit opgehoogde voormalige polders. Het gebruikte ophoogmateriaal en het industriële gebruik van het gebied heeft geleid tot een omvangrijke bodemverontreiniging.
In april 2009 heeft een inventarisatie en actualisatie plaatsgevonden van de verontreinigingsituatie ter plaatse van de hele NDSM-werf. Voor het vaststellen van de actuele verontreinigingsituatie zijn ca. 150 bodemonderzoekrapporten, BUS-meldingen (een melding in het kader van Besluit Uniforme Saneringen), (deel)saneringsplannen en saneringsevaluaties geïnventariseerd. Deze zijn onderverdeeld in deellocaties, bestudeerd en vervolgens weer onderverdeeld in sublocaties.
De bovengrond (1 tot 2,5 meter onder het maaiveld) is over het algemeen matig tot sterk verontreinigd met barium, koper, lood, zink en PAK. Ook de, op sommige plekken aangetroffen, puinlaag is matig tot sterk verontreinigd met deze stoffen. Daarnaast wordt plaatselijk asbest aangetroffen boven de interventiewaarde. De verontreinigingen kunnen zich niet of nauwelijks in de bodem verplaatsen en worden daarom als immobiel aangemerkt. Er zijn ook verontreinigingen met minerale olie gevonden, een deel daarvan is inmiddels gesaneerd. De waterbodem bestaat uit sterk tot zeer sterk verontreinigd slib (klasse 4/ 4+). De bepalende parameters zijn voornamelijk koper, lood, zink, anorganische kwik, arseen en minerale olie. De vaste bodem bestaat uit zand (plaatselijk ook klei) en is licht tot sterk verontreinigd.
Voor de NDSM-werf is een saneringsbeschikking eerste fase afgegeven (inzake ernst en spoedeisendheid). Het projectgebied (zowel landbodem als waterbodem) is hierin aangeduid als één geval van bodemverontreiniging. Het betreft een geval van ernstige bodemverontreiniging, maar het wordt niet als spoedeisende saneringsituatie beschouwd. Binnen het plangebied kan op een efficiënte, maar zorgvuldige manier worden gestreefd naar een gesloten grondbalans voor de grond met immobiele verontreinigingen.
Stand van zaken bodemsanering
Delen van de NDSM-werf, waaronder ook delen van Oost zijn de afgelopen jaren gesaneerd. In Werf Oost vindt sanering op de volgende wijze plaats: een ondiepe laag (ca. 0,3 meter) verontreinigde grond wordt weggeschraapt en vervangen door schoon zand. Rond de Smederij is een dergelijk bodemsanering inmiddels uitgevoerd. Hiermee wordt de bestaande maaiveldhoogte zo veel als mogelijk gerespecteerd hetgeen noodzakelijk is voor het in stand houden van de historische en grotendeels monumentale bebouwing. Op een aantal tracés worden diepere cunetten voor kabels en leidingen gegraven en voorzien van schoon zand. Van de vrijgekomen grond wordt het deel dat sterk immobiel verontreinigd is deels herschikt binnen de werf in een drietal aanplempingen, die worden afgedekt met schone grond.
Handelingen in de bodem in Noordstrook
De saneringsbeschikking ziet niet op de Noordstrook, die niet actief door de gemeente wordt herontwikkeld. Gelet op de bovenstaande, moet men ook op de meeste kavels in deze strook rekening houden met sterke dan wel matige bodemverontreiniging.
Conclusie
Bij het huidige gebruik van het gebied vormen de bekende verontreinigingen geen acute risico's. Indien de gebruiksfunctie van het gebied verandert en de hoofdfunctie een gevoeligere bestemming wordt, kunnen de aangetoonde verontreiniging een risico vormen bij gevoelig bodemgebruik.
Voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden en bouwwerkzaamheden in de bodem is het noodzakelijk om de bodem te onderzoeken. Het onderzoek moet worden uitgevoerd conform de Amsterdamse Richtlijn voor Verkennend bodemOnderzoek (ARVO). Op basis van de resultaten van dit onderzoek en de aard van de werkzaamheden zal het bevoegde gezag (het college van burgemeester en wethouders) bepalen of er noodzaak en urgentie is tot sanering. In meeste gevallen is de eigenaar / erfpachter van de kavel of het betreffend bedrijf verplicht om de sanering uit te voeren en dat te bekostigen.