direct naar inhoud van Artikel 38 Algemene ontheffingsregels
Plan: Landelijk Noord
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0910BPSTD-OW01

Artikel 38 Algemene ontheffingsregels

38.1 Ontheffingsbevoegdheid afwijkingen en overschrijdingen

Het dagelijks bestuur is bevoegd - tenzij in hoofdstuk 2 reeds een ontheffingsmogelijkheid is opgenomen - ontheffing te verlenen van de regels in het plan voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

38.2 Ontheffingsbevoegdheid vergroting van een inpandige woning

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van de maximale oppervlakte van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid en het karakter van het hoofdgebouw niet wordt aangepast.

38.3 Ontheffingsbevoegdheid extra woning in hoofdgebouwen

Het dagelijks bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het maximaal aantal toegestane woningen ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in monumenten en hoofdgebouwen die op de verbeelding zijn aangeduid als cultuurhistorische waarde. Daarbij geldt het volgende:

  • a. de inhoud van het te splitsen gebouw dient, al dan niet tezamen met het hoofdgebouw, minimaal 750 m³ te bedragen;
  • b. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden;
  • c. de cultuurhistorische waarde van deze panden wordt niet aangetast.

38.4 Overige ontheffingen

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels ontheffing kan worden verleend, is het dagelijks bestuur bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende regels van dit plan, ten behoeve van:

  • a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 6 m en een maximale bvo van 100 m²;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag en geluidswerende voorzieningen;
  • c. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden tot ten hoogste 3 m ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere onderschikte delen van een gebouw.

38.5 Voorwaarde voor ontheffingen

Ontheffing zoals bedoeld in de leden 38.1, 38.2, 38.3 en 38.4 wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.