32.2 Bouwregels
Op deze gronden gelden ten behoeve van de in lid 32.1 bedoelde bestemming naast en mogelijk in afwijking van het bepaalde in de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en)de geldende bouwregels de volgende bepalingen:
-
a. de oppervlakte en inhoud alsmede de goot- en bouwhoogte van bestaande gebouwen mag niet worden vergroot;
-
b. bestaande kapvormen, dakhellingen en nokrichtingen mogen niet worden veranderd;
-
c. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
32.3 Nadere eisen
Het dagelijks bestuur is bevoegd om, voor zover het gronden betreft die zijn gelegen binnen de op de verbeelding als 'Waarde - Cultuurhistorie', aangewezen gebieden, in het belang van de bescherming van de waarden die samenhangen met het rijksbeschermd dorpsgezicht nadere eisen te stellen, teneinde:
-
a. de kapvorm en dakhellingen van gebouwen af te stemmen op omliggende panden dan wel op de karakteristiek van de omgeving;
-
b. de ingevolge de overige regels toegestane goot- en bouwhoogte te verlagen teneinde de goot- en bouwhoogte af te stemmen op omliggende panden dan wel op de karakteristiek van de omgeving, met dien verstande dat de ingevolge de overige regels toegestane goot- en bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 1 m mag worden verlaagd;
-
c. de oppervlakte en situering van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen af te stemmen op het karakteristieke beeld van het betreffende pand en/of de karakteristiek van de omgeving alsmede teneinde aantasting van de groene waarden te voorkomen, met dien verstande dat het stellen van nadere eisen niet mag leiden tot vermindering van de maximale toegestane oppervlakte van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen van meer dan 10 m².
32.5 Aanlegvergunning
32.5.1 Aanlegverbod
Het is verboden op of in de gronden die liggen binnen het op de verbeelding als 'Waarde - Cultuurhistorie' gelegen gebieden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het dagelijks bestuur (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het vellen, rooien of beschadigen van bomen en andere opgaande beplanting die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte en die hoger zijn dan 4 m, met dien verstande dat voor aaneengesloten beplanting een hoogte van 2 m geldt;
-
b. op de gronden met de bestemming 'Verkeer': het bestraten of herstraten in de zin van herprofilering en/of wijziging van bestratingsmateriaal, het aanbrengen, wegnemen of veranderen van stoepen, stoepranden, stoeppalen of waterpompen daaronder begrepen;
-
c. het slopen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
d. het slopen van gebouwen of delen van gebouwen anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor bouwvergunning is verleend of ter vernieuwing van onderdelen, welke uit oogpunt van onderhoud noodzakelijk is;
-
e. het bestraten en/of verharden van de gronden met de bestemming Groen, Tuin, Agrarisch met waarden - Droogmakerij, Agrarisch met waarden - Kerngebied Veenweide en Agrarisch met waarden - Veenweidegebied voor zover de bestrating of verharding per perceel een groter oppervlak dan 10% van deze gronden of meer dan 15 m² beslaat;
-
f. het geheel of gedeeltelijk vergraven of dempen van waterlopen, alsmede verwijderen of aanbrengen van kademuren, beschoeiingen, aanlegsteigers of meerpalen;
-
g. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen;
-
h. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
-
i. het bebossen of aanbrengen van houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid;
-
j. het aanbrengen van zodanige veranderingen in de gesteldheid van deze gronden, dat daardoor schade wordt of kan worden toegebracht aan de daarop aanwezige flora en fauna;
-
k. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem met meer dan 60 cm;
-
l. het aanleggen, herprofileren, verleggen en verbreden van wegen en paden.
32.5.2 Uitzonderingen op aanlegverbod
Het verbod als bedoeld in lid 32.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
a. betrekking hebben op oppervlakteverhardingen zoals bedoeld in lid 32.5.1, met een oppervlakte van 30 m² of minder;
-
b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
-
e. voor zover ze betrekking hebben op het slopen van gebouwen: ze dienen ter uitvoering van een bouwplan waarvoor bouwvergunning is verleend.
32.5.3 Advisering over de aanlegvergunning
De aanlegvergunningen zoals bedoeld in lid 32.5.1 en worden uitsluitend toegepast/verleend indien uit een advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed blijkt dat de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden niet onevenredig worden aangetast. De waarden die samenhangen met het beschermde dorpsgezicht en die bij het advies van de gemeentelijke monumentencommissie worden betrokken zijn:
-
a. ten aanzien van het beschermde dorpsgezicht Durgerdam:
-
1. het specifieke dijkdorpkarakter bestaande uit: het lint van (grotendeels) houten huizen gekoppeld aan een dijklichaam, de tussenruimten tussen de huizen waardoor de zijkanten van de panden te zien zijn en daarmee de extra (bakstenen) onderverdieping en het achterliggende polderland;
-
2. het karakteristieke - door strekdammen omarmde - haventje;
-
b. ten aanzien van het beschermde dorpsgezicht Ransdorp:
-
1. de gotische kerktoren als middelpunt;
-
2. de lage woonhuisbebouwing om de kerk;
-
3. de bijzonder ingedeelde openbare ruimte bij de Kerkelandersloot;
-
4. bebouwing niet direct op de rooilijn en erfafscheidingen langs de voortuinen die de scheiding vormen tussen openbaar en privé;
-
5. karakteristieke doorzichten naar het ommeland;
-
c. ten aanzien van het beschermde dorpsgezicht Holysloot:
-
1. de ruimtelijke structuur van het dorp en de directe relatie met het omringende gebied;
-
2. de kerktoren als blikvanger.
32.5.4 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van lid 32.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.