direct naar inhoud van Artikel 25 Dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding-2
Plan: Landelijk Noord
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0910BPSTD-OW01

Artikel 25 Dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding-2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding-2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 25.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 45 m;
  • b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

25.3 Ontheffing van de bouwregels

Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 25.2 sub b, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels. Ontheffing wordt verleend indien het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.

25.4 Aanlegvergunning
25.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding–Hoogspanningsverbinding-2 in afwijking van een schriftelijke vergunning van het dagelijks bestuur (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

25.4.2 Uitzonderingen op aanlegverbod

Het verbod als bedoeld in lid 25.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing is verleend, zoals in lid 25.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

25.4.3 Voorwaarde voor de aanlegvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.4.1 zijn slechts toelaatbaar, voor zover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

25.4.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing of aanlegvergunning te beslissen, wint het dagelijks bestuur schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).

25.4.5 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van lid 25.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.