22.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen, geen overkappingen, geen damwanden, geen steigers en geen terrassen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van het volgende:
-
a. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
-
b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op voorzieningen ten behoeve van verkeer te water;
-
c. de breedte van bruggen ten behoeve van de ontsluiting van percelen met de bestemming Agrarisch met waarden–Droogmakerij, Agrarisch met waarden–Kerngebied Veenweide, Agrarisch met waarden–Veenweidegebied en Bedrijf bedraagt maximaal 4 m ter plaatse van een landhoofd maximaal 8 m;
-
d. de breedte van bruggen ten behoeve van de ontsluiting van bouwvlakken met de bestemming Agrarisch met waarden–Droogmakerij, Agrarisch met waarden–Kerngebied Veenweide, Agrarisch met waarden–Veenweidegebied bedraagt maximaal 5 m mag en ter plaatse van een landhoofd maximaal 10 m;
-
e. de breedte van overige bruggen bedraagt maximaal 3 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 6 m.
-
f. het aantal steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger' bedraagt ten hoogste 1;
-
g. het aantal woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats voor woonschepen' bedraagt ten hoogste 1 tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven;
-
h. het aantal bedrijfsvaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-7' bedraagt ten hoogste 1;
-
i. het aantal bedrijfsvaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-8' bedraagt ten hoogste 2;
-
j. het aantal objecten bedraagt ten hoogste 1 per woonschip;
-
k. voor de woonboten en buitencategorie woonboten ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats voor woonschepen' en voor bedrijfsvaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-7' en 'specifieke vorm van bedrijf-8' gelden de volgende maxima*:
-
1. lengte: 35 m;
-
2. breedte: 6 m;
-
3. hoogte: 3 m, waarbij de maximale hoogte over maximaal 20% van de lengte 4,5 m is;
-
l. voor woonvaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats voor woonschepen' gelden de volgende maxima*:
-
1. lengte: 25 m;
-
2. breedte: 6 m;
-
3. hoogte: 3 m, waarbij de maximale hoogte over maximaal 20% van de lengte 4,5 m is;
-
m. voor woonarken ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats voor woonschepen' gelden de volgende maxima*:
-
1. lengte: 20 m;
-
2. breedte: 6 m;
-
3. hoogte: 3 m, waarbij de maximale hoogte over maximaal 20% van de lengte 4,5 m is;
-
n. de breedte van steigers ten behoeve van woonboten, buitencategorie woonboten, woonarken en woonvaartuigen en bedrijfsvaartuigen bedraagt ten hoogste 1,5 m;
-
o. de hoogte van objecten bedraagt ten hoogste 1,5 m;
-
p. de oppervlakte van objecten bedraagt ten hoogste 70% van de oppervlakte van het woonschip met een maximum van 80 m², met dien verstande dat het object ten hoogste 30% van de ruimte tussen de bestemming Verkeer en het woonschip in beslag mag nemen;
-
q. de oppervlakte van bebouwing op objecten bedraagt ten hoogste 10 m²;
-
r. de hoogte van bebouwing op objecten bedraagt ten hoogste de modale hoogte van het woonschip met een maximum van 3 m;
-
s. de afstand van het object tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 3 m.
* woonschepen die op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan reeds een vergunde ligplaats met afwijkende maatvoering hebben, mogen deze ligplaats met bijbehorende maatvoering blijven innemen tot het moment dat het betreffende woonschip wordt vervangen.