Plan: | Bestemmingsplan Stationsgebied CAN |
---|---|
Plannummer: | N0904BPSTD |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N0904BPSTD-OH01 |
Het plangebied is gelegen bij de zeer drukke Nieuwe Leeuwarderweg en de omgeving van het drukke Stadsdeelkantoor, een gebied waar natuurwaarden zich beperkt kunnen ontplooien.
Beschermde planten, insecten of reptielen zijn hier vanwege de locatie en de aanwezige biotopen niet te verwachten. Beschermde vissoorten zijn niet te verwachten.
Bij werkzaamheden in het water moeten vluchtwegen voor de vissen worden opengelaten, dus de werken moeten in de richting van open water worden uitgevoerd. Een afgesloten water dat gebaggerd of gedempt wordt, dient eerst te worden leeggevist en de vissen moeten op een veilige locatie in de onmiddellijke omgeving worden vrijgelaten.
Afhankelijk van de dichtheid aan vissen en de mogelijkheden om in en uit het water te komen, zouden de wateren rond het Stadsdeelkantoor geschikt kunnen zijn voor soorten als de groene en bruine kikker, de gewone pad en de kleine watersalamander. De ervaring leert echter dat de aanwezigheid van vissen de aanwezigheid van (voortplanting van) amfibieën nagenoeg uitsluit.
Mogelijk komen de volgende zoogdieren voor: huisspitsmuis, bosmuis en veldmuis. Vleermuizen kunnen wel het luchtruim gebruiken, maar hebben geen verblijfplaatsen in de aanwezige bomen. Er zijn ter plekke in de bomen geen holten of stukken loshangende bast waargenomen.
Te verwachten watervogels zijn: de fuut, de meerkoet, de waterhoen, en de wilde eend. Langs de oostzijde van het sierwater zijn algemene struweel- en bosvogels te verwachten zoals: de winterkoning, de heggemus, de roodborst, de merel, de ekster of de houtduif.
Bij werkzaamheden tijdens het vogel-broedseizoen (tussen 1 maart en 15 juli) in of direct nabij het sierwater of direct nabij het groengebied, moet gecontroleerd worden of er nesten aanwezig zijn. Aanwezige nesten mogen niet worden verstoord. Het verdient daarom aanbeveling om de werkzaamheden buiten genoemde periode te plannen.
Voor het onderzochte gebiedstype zijn samenvattend bepaalde beschermde soorten wel te verwachten, maar niet aangetroffen. Op grond van het voorgaande is er dan ook geen noodzaak tot het aanvragen van een ontheffing op grond van de Flora- en Faunawet. Eventueel aanwezige kleine zoogdieren en amfibieën staan op lijst 1 van de Flora- en Faunawet. Voor soorten op deze lijst hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd bij ingrepen in het kader van ruimtelijk beheer, zoals ten behoeve van dit bestemmingsplan gepland.
Tenslotte geldt in alle gevallen de algemene zorgplicht. Men dient zorgvuldig om te gaan met dieren en planten en hun leefomgeving. Voor kleine zoogdieren en amfibieën is van belang dat er bij de werkzaamheden vluchtwegen worden opengelaten.