Plan: | Uitbreiding Camping Zeeburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.M1308BPSTD-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Uitbreiding Camping Zeeburg' met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1308BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost.
De bestaande camping Zeeburg, zoals bestemd als "Recreatie - Verblijfsrecreatie" in het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012", genummerd NL.IMRO.0363.M1202BPSTD-VG01.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Tent, tentwagen, kampeerauto (camper), stacaravan of (toer)caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een bouwvergunning is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op de kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.
Een op het kampeerterrein aangegeven gemarkeerde plek voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één tentwagen, kampeerauto (camper), stacaravan of (toer)caravan, eventueel aangevuld met enkele bij het betreffende kampeermiddel behorende (bijzet)tenten.
Een terrein dat is ingericht voor het tijdelijk plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Een plaats in het water bestemd of aangewezen om met een vaartuig af te meren.
Een geleidelijke overgang tussen water en land, waar verschillende plantensoorten zich ontwikkelen en zo levensvoorwaarden bieden aan diverse diersoorten.
Het recreatief verblijven, zich ophouden dan wel aanwezig zijn tussen 23:00 uur en 06:00 uur.
Speeltoestellen.
Een plek die kan worden ingenomen door één tent.
Voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin.
Een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in 3.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein uitgesloten' is het gebruik van gronden ten behoeve van kampeerterrein en speelvoorzieningen uitgesloten.
Het kampeerterrein mag uitsluitend worden gerealiseerd indien minimaal 90% van de lengte van nieuw aan te leggen oevers wordt aangelegd als natuurvriendelijke oever, waarbij de natuurvriendelijke oever een breedte heeft van minimaal 8 meter, waarvan 4 meter te realiseren op gronden met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en 4 meter op gronden met de bestemming"Water".
De gronden binnen deze bestemming mogen voor maximaal 5% worden verhard, waartoe het oppervlakte van bruggen wordt meegeteld.
Kampeermiddelen in de vorm van voertuigen voor recreatief nachtverblijf, zoals tentwagens, kampeerauto's (campers), stacaravans of (toer)caravans, zijn slechts toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voertuigen', waarbij tot aan de watergang als bedoeld onder 3.3.6 minimaal 10 meter afstand moet worden aangehouden.
Het gebruik van de in lid 3.1 bedoelde gronden ten behoeve van een kampeerterrein is slechts toegestaan indien ten behoeve daarvan op eigen terrein van de bestaande camping wordt voorzien in de aanleg van 40 parkeerplaatsen, met dien verstande dat de in dit bestemmingsplan begrepen gronden daarvoor niet mogen worden aangewend.
Het kampeerterrein mag uitsluitend worden gerealiseerd als tussen het gedeelte van het bestemmingsvlak waar voertuigen voor recreatief nachtverblijf wel zijn toegestaan en het gedeelte waar deze voertuigen niet zijn toegestaan, een watergang wordt gerealiseerd met een minimale breedte van 6 meter.
Op de gronden als bedoeld onder 3.1 zijn toegestaan:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in Artikel 6, wordt in elk geval gerekend het gebruik als ligplaats ten behoeve van een woonboot.
Het kampeerterrein mag uitsluitend worden gerealiseerd indien minimaal 90% van de lengte van nieuw aan te leggen oevers wordt aangelegd als natuurvriendelijke oever, waarbij de natuurvriendelijke oever een breedte heeft van minimaal 8 meter, waarvan 4 meter te realiseren op gronden met de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en 4 meter op gronden met de bestemming"Water".
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), wordt in ieder geval begrepen het gebruiken, of laten gebruiken, van gronden of bouwwerken als:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan teneinde de op de verbeelding of in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter te vergroten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Uitbreiding Camping Zeeburg.