direct naar inhoud van Regels
Plan: Wibautstraat 125-131
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1304BPSTD-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Wibautstraat 125-131' met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1304BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 automatenhal

iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 Bed & Breakfast

een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van nachtverblijf voor maximaal 4 personen voor korte tijd, waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten ondergeschikt is;

1.8 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.9 belwinkel

een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen;

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bestaand
  • a. voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of de Woningwet);
  • b. voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;
1.13 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.14 bijzondere bouwlaag

kelders, souterrains, dakopbouwen en kap;

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.17 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.19 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.22 bevoegd gezag

het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost, gemeente Amsterdam dan wel diens rechtsopvolger;

1.23 dakopbouw

terug liggende bouwlaag die geplaatst wordt op een gedeelte van het onderliggende platte dak van een woning of woongebouw, ten behoeve van één of meer van de daaronder gelegen woningen, ter vergroting van de woonruimte;

1.24 dakterrassen

een buitenruimte op een plat dak met bijbehorende afrastering en vloerconstructie ten dienste van de bewoners van de erop aansluitende woning(en);

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 dienstverlening

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van diensten, onder te verdelen in:

  • a. consument verzorgende dienstverlening, zoals kapperszaken en schoonheidsinstituten;
  • b. zakelijke dienstverlening, zoals fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken;
  • c. maatschappelijke dienstverlening; het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, niet zijnde kinderopvang, buitenschoolse opvang;
1.27 extended stay:

het bedrijfsmatig aanbieden van logies anders dan in een woning voor kortstondig verblijf van tenminste 5 nachten tot maximaal 6 maanden aan personen die op een ander adres hun hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats hebben en waarbij er sprake is van de aanwezigheid van een gezamenlijke entree, een lobby/receptie en facilitaire ruimten;

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.29 geluidsgevoelige functies

wonen en andere geluidsgevoelige functies, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Geluidhinder;

1.30 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.31 hoogtescheidingslijn

een op de verbeelding aangegeven lijn die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bouwvlak waarop verschillende hoogten zijn toegelaten;

1.32 horeca
  • a. 'horeca I': verkoop van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, het verstrekken van alcoholvrije dranken en/of het verstrekken van consumptie-ijs, zoals een fastfoodrestaurant, cafetaria, snackbar, shoarmazaken, lunchroom, koffie-theehuis of ijssalon;
  • b. 'horeca IIa': verhuur van zalen aan gezelschappen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken en/of een gelegenheid alleen toegankelijk voor leden, zoals een zalenverhuurbedrijf of sociëteit;
  • c. 'horeca IIb': een gelegenheid om te dansen, zoals een dancing of discotheek;
  • d. 'horeca III': het verstrekken van sterke alcoholische dranken, zoals een café of bar;
  • e. 'horeca IV': het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden, inclusief (alcoholische) dranken, zoals een restaurant, eetcafé of bistro;
  • f. 'horeca V': het aanbieden van logies, zoals een hotel of pension;
1.33 huis gebonden beroep of bedrijf
  • a. aan huis verbonden beroep:

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;

  • b. aan huis verbonden bedrijf:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend, waarbij uitsluitend diensten en ambachtelijke bedrijvigheid zijn toegestaan die onder categorie A van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen en een bed & breakfast;

1.34 internetcafé

een voor publiek toegankelijke gelegenheid waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internet.

1.35 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten met een administratief karakter, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.36 kap

een bijzondere bouwlaag waarvan de dakconstructie bestaat uit ten minste één hellend dakvlak;

1.37 kelder

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.38 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water en elektriciteit, de telecommunicatie, en openbaar vervoer, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.39 ondergeschikte horeca

niet-zelfstandige horeca, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie;

1.40 ondergeschikte internetcafés

niet-zelfstandige internetcafés, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie;

1.41 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.42 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin handelingen of vertoningen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  • a. een prostitutiebedrijf: een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen een materiële vergoeding;
  • b. erotisch getinte vermaaksfunctie: Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische / pornografische aard, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een erotische videotheek, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, wel of niet in combinatie met elkaar;
1.43 smartshop

een winkel waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen;

1.44 speelvoorzieningen

speeltoestellen;

1.45 souterrain

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.46 stille zijde

een gevel of geveldeel, niet zijnde een plat dak of een vliesgevel, die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht of een afgeschermde buitenruimte, met een maximale geluidsbelasting per geluidsbron vanwege:

a. wegverkeerslawaai van 48 dB;

b. industrielawaai van 50 dB(A);

c. spoorweglawaai van 55 dB;

1.47 supermarkt

detailhandel, zijnde een zelfbedieningszaak in goederen met een grote verscheidenheid aan hoofdzakelijk levensmiddelen, met een bruto vloeroppervlak groter dan 300 m²;

1.48 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Wibautstraat 125-131' bestaande uit de kaart NL.IMRO.0363.M1304BPSTD-VG01;

1.49 waterstaatsdoeleinden

voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin;

1.50 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden).

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, alsmede de toegestane overschrijdingen in 6.1.2;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 het bruto vloeroppervlak (bvo)

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.7 het gebruiksoppervlak (gbo)

het bruto vloeroppervlak minus het grondoppervlak van dragende binnenwanden, het oppervlak van liftschachten, vides en trapgaten (indien groter dan 4 m²), het oppervlak van ruimten met een vrije hoogte lager dan 1,5 meter, het grondoppervlak van afzonderlijke constructies groter dan 0,5 m² en het grondoppervlak van leidingschachten (indien groter dan 0,5 m²).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca V;
  • b. extended stay;
  • c. wonen;
  • d. aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven;
  • e. ondergeschikte horeca;
  • f. parkeren;
  • g. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 2' zijn bedrijven, detailhandel, dienstverlening, horeca IIa, horeca IIb, horeca III en horeca IV toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. deze functies ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' uitsluitend in de kelder en eerste bouwlaag zijn toegestaan;
    • 2. deze functies ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' uitsluitend in de kelder, eerste bouwlaag en tweede bouwlaag zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen en erven;
  • i. nutsvoorzieningen en energievoorzieningen;
  • j. in- en uitritten;
  • k. laad- en losvoorzieningen;
  • l. fiets- en voetpaden;
  • m. groen;
  • n. water;
  • o. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

3.2 Bouwregels

Op en onder de in 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte zoals aangeduid mag niet worden overschreden;
  • c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan;
  • e. het bouwen van een woning met gebruiksoppervlak groter dan 30 m² is alleen toegestaan indien de woning is voorzien van een stille zijde;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak de volgende gebouwen/gebouwonderdelen worden gebouwd:
    • 1. luifels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel', met dien verstande dat de maximale bouwhoogte 6 meter bedraagt;
    • 2. bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat;
      • de gezamenlijke oppervlakte 100 m² bedraagt;
      • de maximale bouwhoogte 3,5 meter bedraagt.
3.2.2 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 m1.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 onder d ten behoeve van het uitbreiden van de bestaande kelder, met dien verstande dat:

  • a. gebouwd wordt binnen het bouwvlak;
  • b. het totale oppervlak van deze uitbreiding maximaal 20 m² bedraagt;
  • c. de technische haalbaarheid is aangetoond;
  • d. aangetoond wordt dat de (grond)waterhuishouding niet wordt verstoord;
  • e. er een positief advies van Waternet is verkregen.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het in 3.1 bedoelde gebruik gelden de volgende specifieke gebruiksregels:

  • a. voor de aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven geldt dat maximaal 30% van het grondvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m² ten behoeve van deze functies gebruikt mag worden;
  • b. voor de aan-huis-verbonden bedrijven geldt het bepaalde in 7.2;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd uitgesloten - geluidsgevoelig' zijn geen geluidsgevoelige functies toegestaan;
  • d. het gezamenlijk maximum bruto vloeroppervlak van de onder 3.1, onder g bedoelde functies bedraagt 4.200 m², met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 1.490 m² detailhandel is toegestaan waarbij:
      • per vestiging een minimum bruto vloeroppervlak van 150 m² geldt;
      • er geen supermarkten zijn toegestaan;
    • 2. het gezamenlijk bruto vloeroppervlak voor horeca IIa, horeca IIb, horeca III en horeca IV niet meer dan 2.650 m² bedraagt met een maximum van:
      • 1.800 m² voor horeca IIa en horeca IIb;
      • 1.800 m² voor horeca III en horeca IV;
  • e. voor de ondergeschikte horeca, zoals bedoeld in 3.1, onder e, geldt dat maximaal 20% van het netto-vloeroppervlak van een vestiging met een maximum van 20 m² gebruikt mag worden voor ondergeschikte horeca I of IV;
  • f. de gronden mogen niet eerder worden gebruikt ten behoeve van de in 3.1 onder a t/m c en g bedoelde functies dan nadat op de gronden minimaal 174 parkeerplaatsen zijn gerealiseerd (dan wel aanwezig zijn), met dien verstande dat het verboden is om de gronden na ingebruikname zodanig te wijzigen dat het minimum aantal parkeerplaatsen minder bedraagt dan 174 parkeerplaatsen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Maximum bruto vloeroppervlak detailhandel

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4 onder d ten behoeve van het maximum bruto vloeroppervlak detailhandel met dien verstande dat:

  • a. maximaal 2.500 m² bruto vloeroppervlak detailhandel is toegestaan;
  • b. de afwijkingsbevoegdheid niet mag leiden tot detailhandelvestigingen met een bruto vloeroppervlak groter dan 1.490 m²;
  • c. toepassing van de afwijkingsbevoegdheid niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving;
  • d. toepassing van de afwijkingsbevoegdheid pas is toegestaan nadat advies is ingewonnen bij de Commissie Winkelplanning Amsterdam.
3.5.2 Maximum bruto vloeroppervlak horeca

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4 onder d ten behoeve van het maximum bruto vloeroppervlak horeca met dien verstande dat:

  • a. een gezamenlijk bruto vloeroppervlak horeca van maximaal 4.200 m² is toegestaan waarbij niet meer dan 2.100 m² bruto vloeroppervlak voor horeca IIa en IIb mag worden gebruikt;
  • b. toepassing van de afwijkingsbevoegdheid niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving;
  • c. een verruiming van het gezamenlijk bruto vloeroppervlak horeca alleen is toegestaan indien uit onderzoek blijkt dat er op adequate wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.
3.5.3 Minimum aantal parkeerplaatsen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4 onder f ten behoeve van het minimum aantal parkeerplaatsen indien voldoende aannemelijk is dat een lager minimum aantal parkeerplaatsen niet tot onaanvaardbare situaties leidt.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en pleinen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. (ongebouwde) parkeervoorzieningen;
  • d. in- en uitritten;

en de daarbij behorende:

  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groen;
  • g. water;
  • h. laad- en losvoorzieningen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. terrassen;
  • k. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op en onder de in 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

4.2.2 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 12 m1;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 m1.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene bouwregels

6.1 Toegestane overschrijdingen
6.1.1 Bestemmings- en bouwgrenzen

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en bouwgrenzen te overschrijden:

  • a. ten behoeve van stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  • b. ten behoeve van gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan maximaal 1 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,2 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,5 meter langs een rijweg, 2,4 meter boven een rijwielpad en 2,2 meter boven een voetpad, voor zover dit rijwielpad of voetpad geen deel uitmaakt van bedoelde strook van 1,5 meter;
  • c. tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van hijsinrichtingen.
6.1.2 Bouwhoogten

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouwhoogten te overschrijden:

  • a. ten behoeve van dakranden, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,2 meter;
  • b. ten behoeve van leidingschachten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 2,3 meter.

6.2 Maximale maten
  • a. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in de voorgaande lid van dit artikel uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.

6.3 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. nieuwe ondergrondse bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • b. bij het berekenen van de bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen voor zover deze buiten de buitenwerkse gevelvlakken van een bovengronds gebouw gelegen zijn;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b zijn afvalinzamelpunten, met een maximale bouwdiepte van 3,5 m1, en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding (bergbezinkbassin) buiten bouwvlakken wel toegestaan.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Verbodsregels
7.1.1 Verboden gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), wordt in ieder geval begrepen het gebruiken, of laten gebruiken, van gronden of bouwwerken als:

  • a. ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. automatenhallen, seksinrichtingen, belwinkels, smartshops, internetcafés en geldwisselkantoren, met uitzondering van ondergeschikte internetcafés;
  • c. opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen;
  • d. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. opslagplaats van bagger en grondspecie, tenzij zulks plaatsvindt langs een waterloop en in verband met het onderhoud van de waterloop.
7.2 Toegelaten bedrijven
7.2.1 Toegestane bedrijven

Voor zover de gronden binnen het plangebied mogen worden gebruikt voor bedrijven, zijn slechts de volgende categorieën bedrijven toegestaan:

  • a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder categorie A;
  • b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging vallen onder de categorieën A en B.
7.2.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepaling 7.2.1 voor het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van:

  • a. een bedrijf dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten onder categorie B valt maar in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder categorie A een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
  • b. een bedrijf dat niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de categorieën A en B een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
  • c. een bedrijf dat na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder categorie A meer milieuhinder veroorzaakt.
7.2.3 Wijzigingsregel

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:

  • a. aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijven en/of bedrijfsvormen kunnen worden toegevoegd of geschrapt;
  • b. de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten kunnen worden ingedeeld bij een andere categorie.

Artikel 8 Algemene aanduidingsregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ondergronds railtrace' is een ondergronds railtracé toegestaan, met inbegrip van de daarbij behorende ondergrondse voorzieningen, zoals ondergrondse perrons, voetgangersverbindingen, toegangstrappen en -gangen, vluchtschachten, winkels, met uitzondering van smartshops, voorzieningen ten behoeve van consument verzorgende dienstverlening, horeca van categorie I, III en IV, openbare en bijzondere voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening, kantoren, galeries, bedrijven, fietsenstallingen, openbare nutsvoorzieningen en andere ondergrondse voorzieningen ten dienste van het railverkeer.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan teneinde:

  • a. in het plangebied de volgende bebouwing toe te staan:
    • 1. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum bruto vloeroppervlak van 25 m², alsmede;
    • 2. overige bouwwerken zoals gedenktekens, plastieken, reclameobjecten, vrijstaande muren, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend;
  • b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, toe te staan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
  • c. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten met niet meer dan 1 meter te vergroten;
  • d. de in de regels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in c, met ten hoogste:
    • 1. 5 meter te overschrijden ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, vlaggenmasten, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde, antennes en vergelijkbare bouwwerken voor de opwekking van duurzame energie zoals kleine windinstallaties en zonnepanelen, waarbij in verband met de zichtbaarheid vanaf de openbare weg nadere eisen kunnen worden gesteld aan de situering en maatvoering van de betreffende bouwdelen;
    • 2. 3 meter te overschrijden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en algemene technische ruimten;
  • e. de bebouwingsgrenzen te overschrijden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen, bouwkundige maatregelen ten behoeve van een stille zijde en andere ondergeschikte delen van gebouwen.

Artikel 10 Overige regels

10.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  • b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  • d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
11.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 11.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 11.1 met maximaal 10%

11.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Bepaling 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

11.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 11.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

11.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 11.4 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

11.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Bepaling 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Wibautstraat 125-131.