direct naar inhoud van Artikel 20 Water
Plan: Weesperzijdestrook
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1205BPSTD-OH01

Artikel 20 Water

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. waterkering;
  • c. waterberging;
  • d. waterhuishouding;
  • e. waterstaatkundige werken;
  • f. recreatief medegebruik;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'steiger' tevens steigers;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - passantenhaven' tevens een passantenhaven;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' tevens ligplaatsen voor woonboten, een aan-huis-verbonden beroep en aan-huis-verbonden bedrijf;
  • j. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen, toegangsvoorzieningen voor woonboten en groen.
20.2 Bouwregels

Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.

20.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3,5 m gemeten vanaf het waterpeil.
20.3 Specifieke gebruiksregels
20.3.1 Aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven

Binnen de in dit plan gelegen gronden is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en/of aan-huis-verbonden bedrijf toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels gelden:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
20.3.2 Woonboten

Voor de in lid 20.1 onder i genoemde woonboten gelden de volgende maxima en minima:

  • a. maximaal aantal woonboten: het bestaande aantal;
  • b. maximaal aantal rijen: 2;
  • c. maximale lengte woonschepen: bestaand;
  • d. maximale lengte woonvaartuigen bestaand;
  • e. maximale lengte woonarken: bestaand;
  • f. maximale breedte: 5 m;
  • g. maximale hoogte:
    • 1. voor woonarken: 2,5 m;
    • 2. voor woonschepen: 2,5 m;
    • 3. voor woonvaartuigen: 2,5 m;
  • h. minimale onderlinge afstand eerste rij: 2 m;
  • i. minimale onderlinge afstand tweede rij: 4 m;
  • j. in aanvulling van het bepaalde onder c, geldt dat onder bestaand wordt verstaan dat de lengte van woonschepen niet meer mag bedragen dan is opgenomen in de ligplaatsvergunning ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • k. in aanvulling van het bepaalde onder d, geldt dat onder bestaand wordt verstaan dat de lengte van woonvaartuigen niet meer mag bedragen dan is opgenomen in de ligplaatsvergunning ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • l. in aanvulling van het bepaalde onder e, geldt dat onder bestaand wordt verstaan dat de lengte van woonarken niet meer mag bedragen dan is opgenomen in de ligplaatsvergunning ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
20.4 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
20.4.1 Aanlegsteiger

Het Dagelijks Bestuur kan een omgevingsvergunning verlenen voor de aanleg van steigers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegsteiger', onder de voorwaarden dat:

  • a. aangetoond kan worden dat de belangen van de eigenaren en gebruikers van de omliggende gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. vooraf een schriftelijk advies is ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • c. uit onderzoek blijkt dat de realisatie geen significant nadelige gevolgen heeft voor de ecologie.
20.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.9 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de in lid 20.1 onder i genoemde gronden te wijzigen door het verkleinen dan wel schrappen van de aanduiding 'woonschepenligplaats', met dien verstande dat de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid alleen is toegestaan indien:

  • a. de betreffende woonboot dan wel woonboten naar een andere ligplaats is/zijn verplaatst/verwijderd;
  • b. dan wel dat er overeenstemming met de eigenaar is bereikt, zodat zeker is gesteld dat de betreffende woonboot/woonboten verplaatst/verwijderd gaan worden.