direct naar inhoud van Artikel 18 Tuin
Plan: Weesperzijdestrook
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1205BPSTD-OH01

Artikel 18 Tuin

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven;
  • b. groen en water;
  • c. voetpaden;
  • d. in- en uitritten;
  • e. gebouwde parkeervoorzieningen in de vorm van parkeerkelders en parkeersouterrains;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens voor ongebouwde parkeervoorzieningen en in- en uitritten.
18.2 Bouwregels

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bestemming en ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.

18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
18.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte: de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m, met een maximum van 4 m;
  • b. gebouwd achter de achtergevel van het direct aangrenzende hoofdgebouw;
  • c. de maximale horizontale diepte bedraagt 3 m ten opzichte van de oorspronkelijke achtergevel van het direct aangrenzende hoofdgebouw, met dien verstande dat de tuin niet meer dan voor 50% bebouwd mag worden.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2,5 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen in de voortuin maximaal 1,2 m mag bedragen.

18.2.4 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in voorgaande leden, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.2 onder c, waarbij de horizontale diepte van bijbehorende bouwwerken ten hoogste 5 m mag bedragen ten opzichte van de oorspronkelijke achtergevel van het direct aangrenzende hoofdgebouw, met dien verstande dat:

  • a. de tuin behoort bij niet-woonfuncties op de eerste bouwlaag;
  • b. de tuin ten hoogste voor 50% bebouwd mag worden.