direct naar inhoud van Artikel 7 Recreatie-dagrecreatie 1
Plan: Het Nieuwe Diep 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1202BPSTD-OH01

Artikel 7 Recreatie-dagrecreatie 1

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - dagrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watersportbedrijven en watersportverenigingen;
  • b. bedrijfswooneenheden;
  • c. aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven;
  • d. een tankplaats voor pleziervaartuigen;
  • e. drijvende werktuigen;
  • f. ondergeschikte horeca;
  • g. ondergeschikte detailhandel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 1 - rederij' is een rederij toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagrecreatie 1 - paardenbak' is een paardenbak toegestaan;

en de daarbij behorende:

  • j. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  • k. stallingruimten en werkplaatsen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. groen;
  • n. water;
  • o. terrassen;
  • p. laad- en losvoorzieningen;
  • q. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op en onder de in 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goot - en bouwhoogte toegestaan.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van steigers bedraagt maximaal 1,5 m1;
  • b. de bouwhoogte van boxpalen bedraagt maximaal 3 m1;
  • c. de hoogte van een kraaninstallaties bedraagt maximaal 15 m1;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 6 m1;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m1.
7.2.4 Overig

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van woonboten bedraagt maximaal 6 m1;
  • b. de hoogte van een drijvend werktuig bedraagt maximaal 12 m1.
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Specifieke gebruiksregels

Voor de in bedoelde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksregels:

  • a. een watersportbedrijf of watersportvereniging mag maximaal 2 bedrijfswooneenheden hebben;
  • b. een watersportbedrijf of watersportvereniging mag maximaal één drijvend werktuig hebben;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' geldt dat deze gronden tevens gebruikt mogen worden ten behoeve van een bedrijf dat gericht is op het stallen en/of onderhouden en/of repareren en/of het vervaardigen van passagiersvoertuigen;
  • d. voor de aan-huis-verbonden beroepen en – bedrijven geldt dat maximaal 30% van het grondvloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m² ten behoeve van deze functies gebruikt mag worden;
  • e. voor de aan-huis-verbonden bedrijven geldt het bepaalde in 24.2;
  • f. voor de ondergeschikte horeca geldt dat deze mag plaats vinden in de categorieën I, III en IV;
  • g. voor de ondergeschikte horeca geldt dat maximaal 10% hiervoor gebruikt mag worden met een maximaal oppervlakte van 350 m2.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in 24.1 wordt in elk geval gerekend het gebruik ten dienste van bedrijven die worden begrepen onder bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht.

7.5 Persoonsgebonden overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in 7.3.1, onder a, mogen de watersportbedrijven of watersportverenigingen aan de Buiterkerkerweg 7A en 7B drie bedrijfswooneenheden aanwezig hebben, voor zolang de drie bedrijfswooneenheden worden bewoond door degenen die ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan ingeschreven staan bij de Gemeentelijke Basisadministratie en voor zolang de huisvesting noodzakelijk is gelet op de bedrijven die aanwezig zijn ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Indien de bewoning van een bedrijfswooneenheid door voornoemde personen gestaakt wordt of indien de bedrijfsvoering door voornoemde personen beëindigd wordt, dient het aantal bedrijfswooneenheden te worden teruggebracht naar twee per bedrijf.