direct naar inhoud van 14.4 Cultuurhistorie, resultaten onderzoek
Plan: Amstelstation e.o.
Plannummer: M1006BPSTD
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1006BPSTD-VG01

14.4 Cultuurhistorie, resultaten onderzoek

Het Amstelstation is aangewezen als rijksmonument. Het station staat net als andere stations onder constante druk wat betreft ruimtelijke en functionele wijzigingen. Zo stond het station bij oplevering vrij in de stedelijke ruimte, later werden de kantoorgebouwen aan de achterkant en de woningbouw aan de voorkant gebouwd. Ook binnen het gebouw waren de wijzigingen ingrijpend: de komst van de metro en een nieuwe uitgang aan de achterkant. Het oorspronkelijke ontwerp van Schelling bleek duurzaam genoeg om deze wijzigingen op ten vangen.

Om de cultuurhistorische waarde van het station te behouden is een beschrijving en analyse van het station en zijn geschiedenis uitgevoerd door het bureau Steenhuismeurs. Het rapport 'Station Amstel Amsterdam, cultuurhistorisch onderzoek en waardestelling' d.d. februari 2011, bevat een overzicht van het oorspronkelijke stationsconcept en de belangrijkste ruimtelijke wijzigingen, daarnaast benoemt het rapport de belangrijkste kwaliteiten van het station.(Bijlage 27). Daarmee kunnen de cruciale ontwerpthema's worden gedefinieerd en suggesties worden gedaan voor de toekomst.

14.4.1 Historische context

Het station Amsterdam Amstel is van waarde als markering van de oprichting van de Nederlandse Spoorwegen in 1938. Daarbij is het een onderdeel van de eerste grootschalige planologische samenwerking tussen het rijk, de gemeente en de spoorwegen. Het station luidt een omslag in van het oeuvre van Schelling en is een voorbeeld voor de naoorlogse stationsbouw, het logistieke vraagstuk van de afhandeling van reizigers- en bagagestromen was niet langer ondergeschikt aan het architectonisch ontwerp, maar leidend voor de situering in de stad en voor de ordening van bouwvolumes. Het station werd op stedenbouwkundig niveau een knooppunt voor openbaar en persoonlijk vervoer. Op alle schaalniveaus is sprake van doelmatigheid.

14.4.2 Stationsconcept en wijzigingen

Het station vormt een knooppunt voor de stad, vanaf dit knooppunt woerden alle hoeken van de stad en daarbuiten bereikbaar. Vanaf het station reist men naar Utrecht en Amersfoort, Amsterdam CS en Amsterdam Sloterdijk.

In 1977 opende het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) een metrolijn die via station Amstel het Centraal Station verbond met de nieuwe woonwijk Bijlmer. Zonder uitbreidingen of wijzigingen aan de perrons was er voldoende ruimte voor de metro.

Het station is georiƫnteerd op het oosten, met de rug naar de Amstel. Vanaf de jaren '50 werd tussen de Amstel en de spoordijk wooncomplexen en kantoren gebouwd. Met de aanleg van de metro besloten de NS tot doorbraak van de personentunnel voor de bouw van een nieuwe entree aan de achterkant. Door deze wijziging wordt de reizigersstroom vanaf de kantoren achter het station vereenvoudigd door een kortere, veiligere en duidelijkere route. De nieuwe uitgang en de aanleg van de metro heeft het logistieke concept van Schelling, zijnde gescheiden reizigersstromen, ieder met eigen entree en uitgang, versterkt.

Schellings ideaal van een ruimtelijk gebouw, bereikt door een open indeling en een portaalconstructie, waar alle reizigers zich in alle vrijheid van en naar de treinen begeven is sterk veranderd door het dichtzetten van de verlaagde delen in de stationshal met winkels en het dichtplakken van de buitengevels waar de winkels zijn gevestigd en het plaatsen van de NS Ticket & Service tegen de westzijde. Een deel van de ruimtelijkheid, transparantie en relatie binnen/buiten is hierbij verloren gegaan. Door de wijziging in plattegrond en verlichtingsplan wordt de natuurlijke geleiding van passagiers door het station verstoord.

Van waarde is de resterende ruimtelijkheid door de grote hoogte in de stationshal en de grote glasoppervlakten. Veel oorspronkelijke details zijn nog steeds aanwezig evenals een hoop onbenutte (dienst)ruimte op de eerste verdieping.

Door de sloop van wachtruimten is de ruimtelijkheid op de perrons groter geworden. De personentunnel daarentegen is erg benauwend en onoverzichtelijk geworden door de vele toevoegingen en ingrepen, zoals twee liftkokers, verlaagd plafond met verlichtingsbakken, bewegwijzering, reclame, etc.)

Van waarde zijn de ruimtelijkheid op de perrons door een minimum aan gebouwen op de perrons, de restauratie en de oorspronkelijke kap met glazen zijwanden.

14.4.3 Aanbevelingen

De stedenbouwkundige samenhang tussen de verschillende onderdelen van het station zal in stand moeten blijven en zo mogelijk verbeterd moeten worden, door de alzijdigheid van het gebouw te benadrukken. De interne routing binnen het stationsgebouw kan worden verbeterd door aandacht te besteden aan het verlichtingsplan. Zichtrelaties tussen het interieur en het exterieur van het gebouw zijn van belang voor de toegankelijkheid en de ruimtelijkheid van het station. het gebouw is ontworpen met veel lichttoetreding en openheid. De transparantie kan teruggebracht worden door de winkelgevels niet meer dicht te zetten en/of enkele winkels te verwijderen of anders te positioneren. Op basis van het bestemmingsplan is geen wijziging van het gebouw mogelijk.