Plan: | Amstelstation e.o. |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.M1006BPSTD-OH01 |
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerp bestemmingsplan verzonden aan:
Hieronder geven wij eerst aan welke instanties onder dankzegging, gereageerd hebben zonder inhoudelijke opmerkingen over het concept ontwerp bestemmingplan. Van deze reacties hebben wij met instemming kennisgenomen. Vervolgens gaan wij in op de reacties van de instanties die een inhoudelijke reactie hebben gegeven. De instanties die geen bericht gestuurd hebben worden niet genoemd.
Met instemming kennisgenomen van de reacties van
Gemeente Almere
Gemeente Diemen
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Hoogheemraadschap van Rijnland
Brandweer Amsterdam-Amstelland
Kort samengevat vraagt de brandweer aandacht voor de volgende punten.
Reactie:
Ad 1 Fysieke veiligheid
De genoemde veiligheidsaspecten komen in het kader van de verantwoordingsplicht bij externe veiligheid aan de orde. In die zin wordt reeds in het verzoek voorzien. In zijn algemeenheid dient in een bestemmingsplan voldoende rekening te worden gehouden met de bereikbaarheid voor de nood- en hulpdiensten en bluswatervoorziening. Het bestemmingsplan heeft hierin een faciliterende rol. De stedenbouwkundige opzet van het plan en de structuur van de wegen moeten voldoende waarborgen bieden voor een goede bereikbaarheid. Daarbij biedt dit bestemmingsplan de mogelijkheid om voldoende bluswatervoorzieningen te realiseren.
Ad 2 Externe veiligheid
In het kader van het bestemmingsplan is er een risico-analyse verricht naar de externe veiligheid. In de risico-analyse zijn de risico's in en rondom het plan inzichtelijk gemaakt. Aan de hand van deze risico-analyse hebben wij geconcludeerd dat de risico's binnen aanvaardbare grenzen zijn en dat de externe veiligheid voldoet aan de gestelde normen.
De risicobeperkende maatregelen die de brandweer in haar advies voorstelt hebben betrekking op het verminderen van transporthoeveelheden, constructie van en voorzieningen bij gebouwen en goede communicatie. Wij onderschrijven het belang van externe veiligheid. Het bestemmingsplan biedt voldoende ruimte voor de genoemde maatregelen.
Bureau Monumenten en Archeologie
BMA merkt in haar reactie als volgt op.
Reactie:
Ad 3 en 4 Dubbelbestemming archeologie en oppervlaktemaat
Naar aanleiding van de reactie van BMA merken wij op dat de dubbelbestemming inmiddels op de verbeelding is aangegeven en de genoemde artikelen zijn in overeenstemming gebracht met de beleidskaart.
Ad 5 Rijksmonument
In de toelichting wordt aandacht besteed aan de monumentale status van het Amstelstation. Zo is in hoofdstuk vier een korte samenvatting gegeven van de redengevende omschrijving van het monument. De contouren van het gebouw en bouwhoogten zijn in het bestemmingsplan vastgelegd. Voor wijzigingen aan het station is een omgevingsvergunning noodzakelijk. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien het belang van monumentenzorg zich daartegen niet verzet (artikel 2.15 Wabo).
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam merkt na aanleiding van het concept ontwerp bestemmingsplan, kort samengevat, het volgende op.
Reactie:
Ad 6 Structuurvisie / structuurplan
Wij hebben met instemming kennisgenomen van dit punt. Het plan voldoet zowel aan de uitgangspunten van de Structuurplan 'Kiezen voor Stedelijkheid' als aan de inmiddels vastgestelde Structuurvisie 'Amsterdam 2040, Economisch sterk en duurzaam'.
Ad 7 Beleidsuitgangspunten visiedeel
Met de centrale stad concluderen wij dat het plan in overeenstemming is met de beleidsuitgangspunten voor wat betreft kantoren, detailhandel en wonen. Aanvullend merken wij ten aanzien van de volgende punten op:
Detailhandel
In het plan is maximaal 2.500 m2 beschikbaar voor maximaal twee supermarkten. De keuze die in het kader van het plan gemaakt is vormt geen kernpunt van beleid. De hoogte van de plint is niet geregeld in het bestemmingsplan. In de bouwenveloppen is wel aangegeven dat de nieuw op te richten gebouwen een chique en uitnodigend karakter zullen hebben. De architect en de ontwikkelaar krijgen hiermee de gewenste mate van flexibiliteit bij de ontwikkeling van de nieuw op te richten gebouwen.
Water
Het bestemmingsplan biedt bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van gronden. De voorgestelde maatregelen zoals het aanleggen van daktuinen en het gebruik van gevelgroen zijn mogelijk binnen het bestemmingsplan gebied.
Ad 8 Hoofdlijnen van de uitvoeringsagenda
Het plangebied is een knooppuntlocatie met een zeer goede bereikbaarheid per openbaar vervoer. Volgens het beleid vastgesteld in het rapport 'Minder kantorenplannen in uitvoering 2007' heeft het de voorkeur om kantoren op deze goed bereikbare plekken te huisvesten. Marktpartijen kennen kantoren op deze locatie een goede marktpotentie toe.
De bouwenveloppen zijn gefaseerd aangeboden zodat enige sturing vanuit de uitvoeringsagenda mogelijk is. Blok A is in de tijd als laatste blok gepland en aangeboden. Vrees voor een braakliggend terrein is ongegrond, omdat de locatie pas bouwrijp gemaakt zal worden voor start bouw. Tot dat moment zal de locatie conform huidige invulling (zijnde onder andere het parkeerdek van het gebouw van Altera ) in gebruik blijven.
Ad 9 Hoofdpunten van het instrumentarium
Parkeren
In het plangebied is het maximaal aantal parkeerplaatsen vastgesteld op 640 parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen worden in gebouwde parkeervoorzieningen gerealiseerd. Nabij het busstation is daarnaast ruimte voor een taxistandplaats met 10 plaatsen en een kiss-and-ridestrook langs de Julianalaan.
Hoogbouw
In de tekst is de gestelde ondergrens van 90 meter gecorrigeerd in een ondergrens van 30 meter. In de Hoogbouw Effectrapportage (d.d. 20 april 2011) zijn de effecten van de hoogbouw van blok A, blok C en blok D nader onderzocht en de reeds verrichte onderzoeken gebundeld.
Ad 10 Aanvullende (tekstuele) opmerkingen op detailniveau
De opmerkingen zijn, onder dankzegging, overgenomen.
KPN
Kort samengevat merkt KPN het volgende op.
Reactie
Ad 11 consequenties infrastructuur
De gronden waarop de straten zijn gelegen zijn bestemd als 'Verkeer - 2' en 'Verkeer - 3'. Op deze gronden kunnen nutsvoorzieningen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen gerealiseerd worden. Ook voor gronden bestemd voor openbare ruimte zijn deze voorzieningen toegestaan. Wij merken hierbij op dat bouwwerken, zoals regelkasten ten behoeve van een nutsvoorziening, mits niet hoger dan 3 meter, en niet groter dan 15 m2, kunnen worden geplaatst zonder dat daar een omgevingsvergunning voor hoeft te worden aangevraagd.
Ad 12 parkeergarages
Het plan voorziet in de mogelijkheid tot het bouwen van ondergrondse parkeergarages. In het kader van de planvorming en bij de realisatie daarvan, zullen wij zorgvuldig alle betrokken belangen afwegen en in overleg met KPN tot goede oplossingen komen. Inmiddels zijn wij in overleg met KPN over dit onderwerp. Overigens merken wij op dat volgens de Telecomwet een aanbieder van een netwerk kabels in de grond mag leggen zonder daarvoor een jaarlijkse vergoeding te betalen. In ruil hiervoor dient hij voor eigen kosten de kabels te verleggen indien de gedoogplichtige (gemeente) hem hiertoe verzoekt, in het geval van werken of (ver-)bouwen.
Liander
Liander merkt, in het kort, het volgende op.
Reactie
Ad 13 algemene afwijkingsregels
In het bestemmingsplangebied is ervoor gekozen om de openbare ruimte, waaronder de straten, stoepen, groenvoorzieningen en pleinen zoveel mogelijk vrij van bebouwing te houden om een open structuur van het gebied te waarborgen en verrommeling tegen te gaan. Noodzakelijke voorzieningen worden zoveel mogelijk in de nieuw op te richten gebouwen geplaatst. Indien een aanvraag wordt ingediend voor het oprichten van een bouwwerk kan hiervoor, volgens de wettelijke regelgeving en procedures, een besluit voor het al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning worden genomen. In dit kader merken wij op dat bouwwerken ten behoeve van een nutsvoorziening mogelijk zijn zonder omgevingsvergunning in gevallen genoemd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het daarbij behorende besluit omgevingsrecht, bijlage II.
Ad 14 gasleiding
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen bevat regels over het opnemen van buisleidingen in bestemmingsplannen. Het Besluit gaat uit van grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en een verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen is van toepassing (voorzover hier relevant) op hogedruk aardgasleidingen, dit zijn leidingen vanaf 16 bar. In het plangebied liggen geen hogedruk aardgasleidingen. Aan de oostzijde van het Julianaplein ligt een 8 Bar gasleiding. De overige leidingen zijn gecontroleerd en op de juiste wijze ingetekend.
De leidingen in het gebied zijn geen hogedruk gasleidingen. Het plangebied is niet gelegen binnen de bebouwingsafstand of binnen een toetsingsafstand van een hoge druk aardgasleiding, er zijn dan ook geen belemmeringen voor de gefaciliteerde ontwikkelingen.
Ad 16 Afstand
Het gasdrukregel- en meetregelstation dat is gelegen in het plangebied bevindt zich nabij de Kees Boekestraat in het parkje. Het gasdrukregel- en meetstation (categorie A) is verbonden met een 8 bar gasleiding. De inrichting is niet relevant met het oog op externe veiligheid, er geldt geen veiligheidsafstand tussen opstelplaats en (beperkt) kwetsbare objecten.
Ad 17 Normaal onderhoud
Volgens de regels behorende bij het bestemmingsplan is een omgevingsvergunning noodzakelijk voor het aanbrengen van leidingen en kabels in archeologisch waardevol gebied, tenzij een van genoemde uitzonderingen van toepassing is, zoals beschreven in het bepaalde in artikel 18, lid 4,onder b, van de regels.
Ad 18 dubbelbestemming archeologie
De dubbelbestemming archeologie is op de verbeelding aangebracht.
N.V. Gasunie
De Gasunie merkt het volgende op.
Reactie
Van deze reactie is met instemming kennisgenomen.
ProRail
De reactie van ProRail heeft betrekking op de regels.
Reactie
Ad 19
In de bestaande situatie is een fietsenstalling mogelijk in de bestemming Verkeer-2. In artikel 12 is deze functie toegevoegd.
Ad 20
In Amsterdam is het niet gebruikelijk in de begripsbepalingen het begrip 'openbaar vervoervoorzieningen te definiëren. In het geval een begrip niet gedefinieerd is in het bestemmingsplan kan voor de uitlag van het begrip aansluiting gezocht worden bij het algemeen spraakgebruik. Volgens het algemeen spraakgebruik wordt onder openbaar vervoer het volgende verstaan. Het voor een ieder openstaand personenvervoer per trein, bus of auto al dan niet volgens een dienstregeling. Voorzieningen ten behoeve van of ondersteunend aan het openbaar vervoer vallen hier ook onder.
Ad 21
De fietsenwinkel en bijbehorende werkplaats zijn conform het verzoek van ProRai overgenomen en opgenomen in artikel 14.
Provincie
De provincie vraagt zich in haar reactie als volgt af.
Reactie
Ad 22
Voor onze reactie op de vraag van de provincie verwijzen wij naar het gestelde onder punt 6 en 7. De omvang van de kantoorbestemming bedraagt maximaal 18.250 m2 brutovloeroppervlakte. Daarnaast merken wij het volgende op.
Als kader voor de ontwikkeling van nieuwe kantoorplannen geldt het regionale Plabeka. De afspraken zijn vastgelegd in de Uitvoeringstrategie (februari 2007). Voor de Amsterdamse situatie is dit vervolgens per project vastgelegd in het rapport 'Minder kantoorplannen in uitvoering' (februari 2007). In het rapport is een maximummetrage aan nieuw te ontwikkelen kantoren. Volgens dit rapport is voor het deelplan Amstelstation en omgeving geen reductie van het planaanbod voor kantoren aanbevolen.
Inmiddels is een nieuwe kantorenstrategie en een nieuw Plabeka in voorbereiding. De nieuwe kantorenstrategie zal ingepast worden in de Regionale Uitvoeringsstrategie Metropoolregio Amsterdam. Beide stukken zullen op zijn vroegst worden vastgesteld in mei 2011. In deze stukken zal het gebied Amstelstation wederom als te behouden kantoorlocatie aangemerkt worden. Aan deze locatie kan nog maximaal 21.800 m2 kantoorruimte worden toegevoegd.
Waternet
Naar aanleiding van het toegestuurde concept merkt Waternet het volgende op,
Reactie
Ad 23
De waterparagraaf is aangepast conform de opmerkingen van Waternet.
Ad 24
Op basis van het schetsontwerp d.d. 1 maart 2011 is een nieuwe berekening gemaakt terzake de watercompensatie. Deze nieuwe berekeningen zijn verwerkt in de waterparagraaf van dit bestemmingsplan.
Ad 25
De genoemde aandachtspunten van Waternet zijn terecht en worden meegenomen in het voorlopig ontwerp.