direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Vondeltuin
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1101BPSTD-OH01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Participatie

Als basis voor het bestemmingsplan Vondeltuin dient onder andere het raadsbesluit dat ten aanzien van de Keuzenotitie is genomen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft niet ter inzage gelegen omdat het een uitwerking betreft van oplossingsrichting 2a van de vastgestelde keuzenotitie. Over de keuzenotitie is een uitgebreide consultatieronde gehouden. Belanghebbenden en omwonenden hebben dinsdagavond 29 september 2009 hun mening kunnen geven over de vooraf verspreide concept keuzenotitie. Veel van de aanwezigen hebben aan gegeven voor de conserverende oplossingsrichting 2 te voelen. Het verslag van de informatieavond en reacties werd als bijlage bij deze keuzenotitie gevoegd, net als een bouwplanontwerp van de exploitant en een alternatief voorstel van omwonenden. Na de informatieavond is de keuzenotitie aangescherpt aan de hand van de reacties. In de behandeling van de keuzenotitie in de stadsdeelraad commissie ruimte en wonen is vervolgens ook uitvoerig overleg gevoerd, waarna de keuzenotitie op 27 januari 2010 door de stadsdeelraad is vastgesteld.

Het ontwerpbestemmingsplan is overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening ter visie gelegd voor een periode van 6 weken. Tijdens deze periode is een inloopavond georganiseerd en werd een ieder in de gelegenheid gesteld om schriftelijke of mondelinge zienswijzen in te dienen.

Er zijn acht zienswijzen van burgers ingekomen. Enkele van de zienswijzen zijn door meer mensen ondertekend en aan de zienswijze van de exploitant is een door 121 sympathisanten ondertekende adhesiebetuiging gevoegd. Daarnaast zijn reacties van de dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam, Waternet en KPN ontvangen. De zienswijzen zijn in een Nota van Beantwoording puntsgewijs samengevat en voorzien worden van een beantwoording. Deze Nota van Beantwoording maakt deel uit van de stukken voor de vaststelling van dit bestemmingsplan door de stadsdeelraad.

Bij de beantwoording van de zienswijzen is per adressant aangegeven of de zienswijze heeft geleid tot een aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. De ingekomen ziensiwjzen hebben geleid tot vijf wijzigingen:

  • 1. in artikel 1 is aanvullend gedefinieerd wat wordt verstaan onder de horecalokaliteit, waarbij is aangesloten op de definitie uit de Drank- en horecawet;
  • 2. artikel 4.3 onder b is gewijzigd in: 'b. het maximum oppervlak zoals bedoeld in lid 4.2.2 onder c wordt verminderd', zodat niet het gehele ondergrondse oppervlak in mindering moet worden gebracht op het bovengrondse oppervlak;
  • 3. in artikel 4 is een nieuw lid 4.4 'Specifieke gebruiksregels' toegevoegd, waarin onder a wordt geregeld dat bij sloop/nieuwbouw alle bedrijfsmatige activiteiten, met uitzondering van hetgeen nodig is ten behoeve van het functioneren van het terras, inpandig gebracht dienen te worden;
  • 4. in artikel 4 is een nieuw lid 4.4 'Specifieke gebruiksregels' toegevoegd, waarin onder b wordt geregeld dat de horecalokaliteit zich uitsluiten in de eerste bouwlaag mag bevinden;
  • 5. de bepaling in artikel 10, lid a onder 4 is aangepast zodanig dat van de goothoogte niet kan worden afgeweken.
6.2.2 Wettelijk (voor)overleg

In het kader van artikel 3.1.1 Bro vindt er vooroverleg plaats met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het voorontwerp bestemmingsplan wordt gestuurd naar de volgende instanties:

  • 1. VROM-inspectie;
  • 2. Ministerie van VWS;
  • 3. De Provincie Noord-Holland, directie Beleid, Sector Ruimtelijke Inrichting;
  • 4. Waternet;
  • 5. Liander;
  • 6. Gemeentelijke partners: DRO, DMB en BMA.

Vanaf 28 februari 2011 konden de overlegpartners reageren op het voorontwerpbestemmingsplan. Er zijn twee reacties ingekomen: van Liander en DMB.

Liander heeft aangegeven dat zich binnen het bestemmingsvlak Horeca, in de noordoostelijke punt, een gestuurde boring bevindt en verzocht wordt daarmee rekening te houden in de uitwerking van het plan. Blijkens de meegezonden inpeiling betreft het een klein deeltje van de bestemming Horeca, waar geen gebouwen zijn toegelaten. Daar bevinden zich in de bestaande situatie al hekken. Indien eventueel de hekken in de toekomst vervangen zouden worden kan met de gestuurde boring rekening worden gehouden.

DMB heeft aangegeven als de geconstateerde bodemverontreiniging groter is dan 25 m3 een sanering nodig is en dat de beoordeling daarvan zal plaatsvinden in het kader van een vergunningaanvraag. Voor het overige heeft DMB geen opmerkingen.