direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Jachthaven Afroditekade
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1007BPSTD-OW01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Participatie

Het ontwerpbestemmingsplan wordt overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening ter visie gelegd voor een periode van 6 weken. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om schriftelijke of mondelinge zienswijzen in te dienen.

6.2.2 Wettelijk (voor)overleg

In het kader van artikel 3.1.1 Bro zal er vooroverleg plaatsvinden met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het voorontwerp bestemmingsplan wordt gestuurd naar de volgende instanties:

  • 1. Provincie Noord-Holland;
  • 2. Ministerie van VROM, inspectie Noordwest;
  • 3. Gemeente Amsterdam, Burgemeester en Wethouders;
  • 4. Gemeente Amsterdam, dienst Binnenwaterbeheer;
  • 5. Waternet.

De provincie Noord-Holland en de VROM inspectie hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben als er respectievelijk geen provinciale- of Rijksbelangen in het geding zijn. Bij de Jachthaven Afroditekade zijn geen van de belangen in het geding.

Waternet heeft de volgende opmerkingen gemaakt.

  • a. Vaste steigers kunnen een ernstige belemmering vormen voor het onderhoud van watergangen. Daarom stelt AGV strenge eisen aan de omvang hiervan. Vaste steigers mogen volgens de Keur namelijk niet groter zijn dan 6 bij 1,2 meter. Voor openbare voorzieningen bestaan evenwel mogelijkheden, om wat betreft de afmetingen of opbouw hiervan af te wijken. Uit de figuur in Hoofdstuk 3 van de toelichting wordt opgemaakt dat de vorm en omvang van de bij deze jachthaven behorende steigers, voor AGV onacceptabel zijn als het vaste steigers betreft. AGV schrijft daarom voor dat de steigers drijvend moeten zijn. Waternet adviseert daarom om in het bestemmingsplan op te nemen dat de initiatiefnemer de jachthaven van drijvende steigers moet voorzien. Overigens staat hier tegenover dat, wanneer een drijvende steiger niet verankerd en direct wegneembaar is, dit niet vergunningplichtig is. Antwoord: Naar aanleiding van de reactie is het bestemmingsplan hierop aangepast: uitsluitend drijvende steigers zijn toegestaan.
  • b. Om varend onderhoud niet te belemmeren moet de initiatiefnemer een middenstrook van minimaal 5 meter breed in de watergang vrijhouden. Verzocht wordt deze voorwaarde in het bestemmingsplan op te nemen. Tevens is verzocht om te controleren of de afmetingen van de functieaanduiding moet worden aangepast. Afgaande op de figuur in Hoofdstuk 3, dan is het voorstelbaar dat dit tot ontwerpaanpassingen gaat leiden. Antwoord: Naar aanleiding van de opmerking heeft nader overleg plaatsgevonden met Waternet. Omdat er drijvende steigers worden gerealiseerd die direct kunnen worden verwijderd is het realiseren van de jachthaven in de middenstrook van de watergang geen probleem.
  • c. Materiaalgebruik: Bij het aanbrengen van werken is het gebruik van materialen en middelen, die schade kunnen veroorzaken aan de water- en oeverkwaliteit en de ecologische toestand, niet toegestaan. Het gaat hierbij om uitloogbare giftige stoffen, zoals koper, zink, steenkoolteerhoudend materiaal en gewolmaniseerd en gecreosoteerd hout. Hiervoor is een vergunning nodig, die AGV/Waternet niet zal verlenen, wanneer het gebruik van alternatieven mogelijk is. Verzocht wordt om dit in het bestemmingsplan op te nemen. Antwoord: Dit is uitgangspunt in de planvorming.
  • d. Een voorwaarde voor het aanleggen van steigers is dat de doorstromingscapaciteit van de watergang niet vermindert. AGV kan er dan ook bij een watervergunningaanvraag voor steigers op aandringen een doorstromingsberekening te laten doen. Geadviseerd is daarom om in de waterparagraaf op te nemen dat door de bouw van de steigers de doorstroming van de watergang niet mag verslechteren. Antwoord: Naar aanleiding van de opmerking is de toelichting hierop aangepast.
  • e. Verzocht is om in de waterparagraaf te laten zien hoe er wordt omgegaan met het afvalwater afkomstig van de jachthaven. Geadviseerd is de jachthaven te voorzien van verzamelpunten voor dit afvalwater. Antwoord: Op grond van het Activiteitenbesluit is een dergelijke voorziening voor deze jachthaven niet nodig.
  • f. Er bestaat een reële kans dat de initiatiefnemer voor dit plan een watervergunning moet aanvragen. Dit is in ieder geval het geval wanneer de initiatiefnemer van plan is meer dan twee palen in het water te plaatsen. Wanneer het oppervlak aan palen groter is dan één vierkante meter, moet de initiatiefnemer dit als waterberging compenseren. Antwoord: Naar aanleiding van de opmerking heeft nader overleg plaatsgevonden met Waternet. Het gezamenlijk oppervlak van de meerpalen zal niet meer bedragen dan 1 m2, zodat compensatie bijvoorbeeld in de vorm van nieuw open water niet nodig is.