Plan: | Bestemmingsplan Kenniskwartier Noord West |
---|---|
Plannummer: | K1007BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1007BPGST-OH01 |
Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Ingevolge de wet is een specifiek op luchtkwaliteit betrekking hebbende titel 5.2 in de Wet milieubeheer (hierna: Wm) opgenomen. De kern van de wet wordt gevormd door het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), om de grenswaarden zo snel als redelijkerwijs mogelijk is, te halen. En door de introductie van het begrip 'in betekenende mate' en gebiedssaldering.
Per 1 augustus 2009 is de wet van 12 maart 2009 tot Wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Deze wet dient de navolgende doelen:
Naast de wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie luchtkwaliteitseisen) is in augustus 2009 tevens het Besluit derogatie in werking getreden en is de Regeling beoordeling luchtkwaliteit gewijzigd.
Ingevolge artikel 5.16, eerste lid, van de Wet milieubeheer kan de bevoegdheid tot het vaststellen van een bestemmingsplan, waarvan de uitoefening of toepassing gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, worden uitgeoefend indien (samengevat) aannemelijk is gemaakt dat:
Ingevolge (artikel 5.16, eerste lid, aanhef en onder d, van) de Wet milieubeheer kan een bestemmingsplan worden vastgesteld indien deze uitoefening is genoemd of beschreven in, dan wel betrekking heeft op, een ontwikkeling of voorgenomen besluit welke is genoemd of beschreven in, dan wel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een op grond van artikel 5.12, eerste lid, of artikel 5.13, eerste lid, vastgesteld programma: het NSL.
Het NSL is 1 augustus 2009 in werking getreden. Het project Zuidas is in zijn geheel opgenomen in het NSL. Het project Kenniskwartier Noord West maakt onderdeel uit van het project Zuidas zoals dat is opgenomen in het NSL. Volstaan kan worden met een zogenaamde programmatoets. Bij deze toetsing worden de projecten aan het NSL getoetst. Er behoeft alleen te worden aangetoond dat het project is genoemd of beschreven in het NSL, dan wel past binnen het NSL of daarmee niet in strijd is.
Het project Zuidas wordt in het NSL getypeerd als een gemengd project. De omvang van het project Zuidas, zoals opgenomen, is als volgt:
In onderstaande tabel is aangegeven welk programma er voor het project Zuidas deel uitmaakt van het NSL-programma. Tevens is aangegeven over welk nieuw programma sindsdien is besloten. In de tabel zijn tevens een vrijstellingsbesluit ex artikel 19 WRO (Beethoven) en twee in voorbereiding zijnde bestemmingsplan (VUmc e.o.) en Gershwin meegenomen.
Wonen | Kantoren en voorzieningen | ||
NSL totaal Flanken | 700.000 | 1.100.000 | |
Kop Zuidas | 60.000 | 147.000 | |
Beethoven | 16.550 | ||
VUmc e.o. | 140.000 | ||
Gershwin | 169.500 | 95.720 | |
Restprogramma NSL | 470.500 | 700.730 |
In totaal wordt met voorliggend bestemmingsplan voorzien in toevoeging van 41.000 m2 bvo aan kantoren. Gezien het nog resterend programma voor kantoren en voorzieningen past het toe te voegen programma, waarin voorliggend bestemmingsplan voorziet, ruimschoots binnen de uitgangspunten van het NSL
De AMvB is in januari 2009 in werking getreden. Met deze AMvB wordt beoogd de realisering van scholen en andere gevoelige bestemmingen in de nabijheid van drukke (snel)wegen tegen te gaan als op de locatie in kwestie sprake is van een (dreigende) overschrijding van de Europese normen voor luchtkwaliteit. Tot de gevoelige bestemmingen behoren: scholen (voor onderwijs aan minderjarigen), kinderopvang, bejaarden-, verzorgings- en verpleegtehuizen. Achtergrond hiervan is dat de AMvB is gericht op functies die specifiek bedoeld zijn voor groepen mensen die extra gevoelig zijn voor verontreinigende stoffen, zijnde kinderen, ouderen en zieken.
Binnen dit bestemmingsplan is geen sprake van vestiging van een gevoelige bestemming zoals opgenomen in het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen).
In het Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam zijn diverse maatregelen opgenomen om de kwaliteit van de lucht in zijn geheel te verbeteren. Omdat dit met alleen specifieke maatregelen niet lukt, bevat het plan daarnaast ook generieke maatregelen. Daardoor wordt een algemene verbetering van de luchtkwaliteit in de gehele stad bewerkstelligd.
Amsterdam heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het beschermen van gevoelige groepen. De gemeente wil ook in relatie tot ruimtelijke planvorming in de omgeving van het eigen wegennet zorgvuldig met deze groepen omgaan. Het behartigen van de gezondheid van de burgers vraagt om een meer lokale benadering waarbij niet alleen wordt gekeken naar de situatie rond snelwegen en provinciale wegen, maar ook naar de situatie rond drukke lokale verkeerswegen. De aanpak met betrekking tot gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit is vastgelegd in de Amsterdamse richtlijn gevoelige bestemmingen.
Binnen dit bestemmingsplan is geen sprake van vestiging van een gevoelige bestemming zoals omschreven in de Richtlijn gevoelige bestemmingen Amsterdam.