direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene gebruiksregels
Plan: Eerste Partiële Herziening RI-Oost, Zeeburgereiland
Plannummer: G1001BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.G1001BPGST-OH01

Artikel 21 Algemene gebruiksregels

21.1 Algemeen gebruiksverbod
  • a. In aanvulling op het algemeen gebruiksverbod in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder verboden gebruik in ieder geval begrepen:
    • 1. telefoneerinrichting of belhuis, automatenhal, prostitutiebedrijf, seksinrichting, geldwisselkantoor, smartshop;
    • 2. de opslag en/of stalling van kampeermiddelen, voer- of vaartuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen, en aan hun gebruik onttrokken machines, behoudens gebruik dat strekt tot realisering van de bestemming en gebruik dat voortvloeit uit het normale dagelijkse gebruik en onderhoud dat ingevolge de bestemming is toegestaan;
  • b. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het verboden om gronden te laten gebruiken in strijd met de bestemming.
21.2 Oriëntatie van vluchtwegen

De in het plangebied vanuit de bouwblokken aan te leggen vluchtroutes dienen te zijn geconcentreerd op het centrale deel van het plangebied.

21.3 Toegelaten categorieën milieuhinderlijke functies

Slechts functies die in de van deze regels deel uitmakende Staat van Inrichtingen vallen onder de in de toepasselijke regels aangegeven milieuhindercategorieën zijn toegestaan.

21.4 Afwijkingsbepaling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 21.3 voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een functie, die:

  • a. niet in de Staat van Inrichtingen voorkomt en niet meer milieuhinder veroorzaakt dan functies die vallen onder de toegestane categorieën;
  • b. al dan niet na uitbreiding of wijziging valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de desbetreffende functie niet meer milieuhinder veroorzaakt dan functies die vallen onder de toegestane categorieën.
21.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:

  • a. aan de Staat van Inrichtingen functies kunnen worden toegevoegd;
  • b. in de Staat van Inrichtingen opgenomen functies kunnen worden ingedeeld bij een andere categorie.