direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen - 6
Plan: Eerste Partiële Herziening RI-Oost, Zeeburgereiland
Plannummer: G1001BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.G1001BPGST-OH01

Artikel 16 Wonen - 6

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de (digitale) verbeelding voor Wonen - 6 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, waaronder mede begrepen short stay;
  • b. detailhandel;
  • c. consumentverzorgende dienstverlening;
  • d. horeca I, III en IV;
  • e. kantoren;
  • f. bedrijven;
  • g. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd- en kinderopvang, onderwijs en religie;
  • h. sportvoorzieningen;
  • i. tuinen en erven;

met de daarbij behorende:

  • j. bergingen en andere nevenruimten;
  • k. gebouwde parkeervoorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. Verkeer, zoals geregeld in artikel 10 van de planregels.
16.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 16.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de aanduidingen op de verbeelding alsmede de volgende regels:

  • a. gebouwen:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend worden gerealiseerd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
    • 2. de woningen en andere geluidsgevoelige functies mogen eerst worden gerealiseerd nadat aan de westzijde van de A10 een geluids- annex luchtscherm met een minimum bouwhoogte van 6 meter en een lengte van ten minste 635 meter is gerealiseerd;
    • 3. minimum en maximum bouwhoogte: zoals op de (digitale) verbeelding is aangegeven;
    • 4. voor de eerste bouwlaag van de gebouwen gelegen binnen de aanduidingsvlakken met aanduiding "specifieke bouwaanduiding-1" geldt een minimum bouwhoogte van 3,50 meter;
    • 5. maximum bebouwingspercentage: zoals op de (digitale) verbeelding is aangegeven;
    • 6. geluidgevoelige functies mogen eerst worden gebouwd, nadat de afschermende bebouwing als bedoeld in: artikel 7 lid 7.2 sub c, artikel 11 lid 11.2 sub a onder 3, en bedoeld in artikel 13 lid 13.2 sub a onder 3, in aanbouw is genomen;
    • 7. gebouwde parkeervoorzieningen mogen met niet meer dan 80 centimeter boven het maaiveld zichtbaar zijn, met uitzondering van bijbehorende in- en uitritten;
    • 8. met betrekking tot de maximale gevellengte van de onderscheidene bebouwingseenheden geldt voor wat betreft de voorzijde van de bebouwing aan de zijde van de sportvelden een lengte van 35 meter;
    • 9. met betrekking tot de maximale gevellengte van de onderscheiden bebouwingseenheden geldt voor de achterzijde van de bebouwing een lengte van 35 meter;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
    • 1. maximum bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen: 2 meter;
    • 2. maximum bouwhoogte lichtmasten: 15 meter;
    • 3. maximum bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 meter;
  • c. parkeren op de binnenterreinen mag niet zichtbaar zijn vanuit de woningen.
16.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 16.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. met betrekking tot de minimum vloeroppervlakten en de maximum gezamenlijke vloeroppervlakten gelden de volgende maxima:
      minimum vloeroppervlak   maximum vloeroppervlak gezamenlijk  
    alle functies     3.000 m2  
    maatschappelijke voorzieningen   1.000 m2    
    horeca I, III, en IV     500 m2  
    kantoren en bedrijven     1.000 m2  
    detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening     500 m2  
    sportvoorzieningen     1.000 m2  
  • b. waar wonen als bedoeld in lid 16.1 sub a is toegestaan, zijn tevens toegestaan: aan-huis-gebonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en consumentverzorgende dienstverlening, tot een maximum van 50% van het woningoppervlak en alleen in hoofdgebouwen;
  • c. de in lid 16.1 genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende Staat van Inrichtingen vallen in milieuhindercategorie 1, 2, of 3.1, met dien verstande dat functies uit milieuhindercategorie 3.1 alleen zijn toegestaan voor zover:
    • 1. de betreffende functie op grond van de milieuhinderaspecten gevaar, geur en stof niet hoger scoort dan milieuhindercategorie 2;
    • 2. de activiteiten niet tijdens de nachtperiode plaatsvinden;
    • 3. de activiteiten hoofdzakelijk inpandig plaatsvinden;
    • 4. de betreffende functie geen gemeenschappelijke muur, vloer, of plafond heeft met een geluidsgevoelige functie;
    • 5. functies voor wat betreft de index "G" niet hoger scoren dan 1 en voor wat betreft de index "P" niet hoger scoren dan 2.