| Plan: | De Terp |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.F1205BPSTD-VG01 |
Cultuurhistorie omvat vele aspecten zoals het archeologisch erfgoed, (archeologische) monumenten, landschappelijke elementen en structuren, stedenbouwkundige structuren en delen van de infrastructuur.
De wijze van bescherming via het bestemmingsplan is afhankelijk van de karakteristiek van de cultuurhistorische elementen of gebieden, maar ook van de strategieën instandhouding, aanpassing en vernieuwing. Daarbij gaat het om maatwerk. Van belang zijnde aspecten zijn: (archeologische) rijksmonumenten, (toekomstige) gemeentelijke monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwingsstroken, gebouwen en onderdelen van dorpskernen alsmede bekende en te verwachten archeologische waarden.
Archeologie
Als gevolg van het Verdrag van Malta (Valetta) zijn overheden verplicht om in het ruimtelijke beleid zorgvuldig om te gaan met het archeologische erfgoed. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar een reële verwachting bestaat dat er archeologische waarden aanwezig zijn dient, voordat er bodemingrepen plaatsvinden, een archeologisch onderzoek uit te worden gevoerd.
De zorgplicht voor het archeologisch erfgoed is vastgelegd in de Monumentenwet uit 1988. Deze is nader uitgewerkt in de Wet op de Archeologische MonumentenZorg (WAMZ) 2007, en daarmee samenhangend de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening. De wet regelt:
Onderzoek
Ten behoeve van dit bestemmingsplan heeft archeologisch bureauonderzoek plaatsgevonden (zie bijlage 3, gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie, BO 13-005 Amsterdam 2013). Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van één archeologische beleidszone in het plangebied. Voor deze zone geldt vrijstelling van archeologisch onderzoek voor alle bodemingrepen. Een bescherming in het bestemmingsplan, in de vorm van een archeologische dubbelbestemming is dan ook niet nodig. Wel geldt de wettelijke meldingsplicht. Dit houdt in dat ook in geval geen archeologisch vervolgonderzoek is vereist en toch bodemvondsten ouder dan vijftig jaar worden aangetroffen dit aan Bureau Monumenten en Archeologie wordt gemeld zodat in overleg met de opdrachtgever maatregelen getroffen worden tot documentatie en berging van de vondsten.
Cultuurhistorie
De Osdorperweg heeft een lange historie. Het is de oorspronkelijke verbindingsweg tussen het dorp Sloten en de dorpen Oud-Osdorp en Halfweg. De Osdorperweg bestond al lang voordat het gebied werd opgenomen binnen de stadsgrenzen van Amsterdam. De Osdorperweg is van oorsprong een oude dijk van waaruit de aangrenzende poldergebieden worden ontsloten. Het gebied was in de vorige eeuw een belangrijk tuinbouwgebied dat vol stond met kassen voor groente en bloemen. Langs de Osdorperweg stonden toen al veel boerderijen. Inmiddels is de stad Amsterdam om de Osdorperweg heen gegroeid, maar de kenmerken van de oude weg zijn nog steed goed te zien. Boerderijen en tuindershuizen liggen verstrooid tussen modernere huizen.
De terp in het plangebied is een van de laatste oorspronkelijke dijkterpen van de Osdorperweg. De terp is omringd door water en een oude veendijk. De terp is van bijzonder historische waarde en blijft behouden.
Onderzoek
Het Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam zal het onderzoek uitvoeren naar het al dan niet voorkomen van archeologische waarden. Verwacht wordt dat de resultaten van dit onderzoek ten tijde van het ontwerpbestemmingsplan beschikbaar zijn. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek worden dan ook in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Het archeologisch onderzoek wordt als bijlage bij het bestemmingsplan bijgevoegd.