De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. waterwegen;
b. watergangen en waterlopen, waterpartijen, zoals sloten en beken;
c. waterkering;
d. waterberging;
e. afwateringskanalen;
f. waterhuishouding;
g. waterstaatkundige werken;
h. vijvers;
met de daarbij behorende:
i. groenvoorzieningen;
j. bruggen en andere oeververbindingen;
k. aanlegsteigers voor pleziervaartuigen;
l. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bruggen bedraagt ten hoogste 3 m;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting, bedraagt ten hoogste 2 m.