a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van bouwwerken gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
b. Het bepaalde in artikel 13.1, onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
c. In geval van herbouw is het bepaalde onder a, uitsluitend van toepassing indien herbouw op dezelfde plaats geschiedt.
13.2 Parkeren
a. Er mag uitsluitend worden gebouwd indien voorzien wordt in voldoende parkeerruimte voor personenauto's ten behoeve van de beoogde bouwwerken, met dien verstande dat:
1. onder voldoende parkeerruimte een parkeernorm van 0,5 maal de CROW parkeerkencijfers wordt verstaan;
2. minimaal 50% van de parkeerruimte ten behoeve van perifere detailhandel en grootschalige detailhandel op eigen terrein dient te worden gerealiseerd.
b. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, indien is aangetoond dat op een andere wijze wordt voorzien in voldoende parkeerruimte ten behoeve van de beoogde bouwwerken.
c. Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a, voor zover het voldoen aan die regel door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
d. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de parkeernorm in lid a onder 1 en/of 2 wordt gewijzigd in een andere norm, mits middels onderzoek is aangetoond dat met het hanteren van die norm redelijkerwijs kan worden voorzien in voldoende parkeerruimte.