Plan: | Singelgrachtgarage Marnix |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.E1601BPGST-VG01 |
Het bestemmingsplan Singelgrachtgarage Marnix met identificatienummer NL.IMRO.0363.E1601BPGST-VG01 van de gemeente Amsterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Een aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vastgesteld die naar het oordeel van het dagelijks bestuur voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat het gedeelte van een bestemming(svlak) of bouwvlak aangeeft dat mag of ten minste moet worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep, dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren.
Een watergebonden bedrijf waar uitsluitend pleziervaartuigen tegen betaling ligplaats in nemen.
Een met een woonboot in het water aan de walkant ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.
Een met één of meerdere passagiersvaartuigen ingenomen plaats die daartoe als zodanig is aangewezen.
Een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.
Een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, voorzieningen voor warmte/koude-opslag en zendmasten.
Een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor en bestemd tot:
Een schip, gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
Een constructie voor de stalling van een scootmobiel of een daarmee te vergelijken hulpmiddel voor invaliden en mindervaliden.
Een bouwwerk te water die aan één zijde met de wal is verbonden en/of door middel van palen met de grond is verbonden, dat wellicht door de gekozen constructie verticaal met het water/ getij beweegt, doch de eigenschap mist om van plaats te veranderen.
De verbeelding van het bestemmingsplan Singelgrachtgarage Marnix'.
Gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit wegen, straten, paden, rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
(Tijdelijke) opslag van een overmaat aan (oppervlakte)water in het (oppervlakte)watersysteem.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdend met de waterhuishouding, zoals dammen, dijken, sluizen en beschoeiingen.
Kunstwerken, verband houdend met de gebruiksmogelijkheden van het water, zoals remmingswerken, afmeervoorzieningen, kades en bruggen.
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in artikel 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in artikel 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in artikel 5.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de aldaar genoemde bestemming, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5.2.2.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in artikel 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor het bepaalde in artikel 6.1 onder d gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding "jachthaven" gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding "woonschepenligplaats" gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduidingsvlakken "specifieke vorm van water - 1", "specifieke vorm van water - 2" en "specifieke vorm van water - 3" gelden de volgende regels: maximum aantal ligplaatsen voor passagiersvaartuigen: 3 in totaal;
Op en onder de in artikel 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bepaalde in artikel 7.2 is niet van toepassing op een bodemverstoring die:
Op en onder de in artikel 7.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 is niet vereist voor de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 kan slechts worden verleend indien de aanvrager een archeologisch onderzoek naar de mogelijk aanwezige archeologische waarden in de betrokken gronden heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de gronden, die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bepaalde in artikel 7.4.4 is niet van toepassing indien uit aanvullend archeologisch bureauonderzoek blijkt dat er een lage archeologische verwachting is en er geen nader archeologisch onderzoek nodig is.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 kunnen in het belang van de archeologische waarden de volgende voorschriften worden verbonden:
Op en onder de in artikel 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bepaalde in artikel 8.2 is niet van toepassing op een bodemverstoring die:
Op en onder de in artikel 8.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 is niet vereist voor de werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van de archeologie onevenredig wordt geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 kan slechts worden verleend indien de aanvrager een archeologisch onderzoek naar de mogelijk aanwezige archeologische waarden in de betrokken gronden heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de gronden, die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bepaalde in artikel 8.4.4 is niet van toepassing indien uit aanvullend archeologisch bureauonderzoek blijkt dat er een lage archeologische verwachting is en er geen nader archeologisch onderzoek nodig is.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 kunnen in het belang van de archeologische waarden de volgende voorschriften worden verbonden:
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, koekoeken, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, overstekende daken, (wanden van) ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke delen van gebouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 meter bedraagt.
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 12.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden, vaartuigen en andere objecten te water alsmede bebouwing:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Singelgrachtgarage Marnix.