direct naar inhoud van 5.2 Bodem
Plan: Bos en Lommer Noord
Plannummer: E1301BPSTD
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.E1301BPSTD-VG01

5.2 Bodem

Er kunnen voor wat betreft de bodemkwaliteit in dit plangebied twee gebieden worden onderscheiden.

Er zijn over de bodemkwaliteit van het grootste deel van het plangebied (in casu het gebied waar de volkstuinen liggen) geen gegevens beschikbaar. Er is aanleiding te veronderstellen dat dit deel van het plangebied "asbestverdacht" zou kunnen zijn. Dit is een gevolg van het feit dat er voor de bebouwing op de volkstuinen veelal ook gebruik is gemaakt van asbestverdacht dan wel asbesthoudend materiaal. Bij het ontbreken van gegevens is niet met zekerheid aan te geven in hoeverre dit gevolgen heeft gehad voor de bodemkwaliteit. Een verkennend bodemonderzoek zal op dit punt meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Op basis van bodemonderzoeken ter plaatse van vergelijkbare volkstuincomplexen is de verwachting dat er geen sprake is van ernstige mate van verontreiniging. Het bestemmingsplan voorziet niet in een verdere intensivering of wijziging van het reeds tientallen jaren bestaande gebruik van de gronden als volkstuinen, waarbij in dit verband van belang is dat de volkstuinen vooral dienst doen als siertuinen en slechts in zeer beperkte mate worden gebruikt voor het kweken van voedsel. Er is daarom voor gekozen de gronden te bestemmen conform het reeds tientallen jaren bestaande gebruik.

Het overige deel van het plangebied valt in Klasse 1: schone en MVR-grond, op basis van de bodemkwaliteitskaart. Bij functiewijzigingen en bouwactiviteiten zal per geval bekeken moeten worden of verkennend dan wel nader bodemonderzoek wenselijk is om te zien of de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor het beoogde nieuwe gebruik. Dit grotendeels conserverende plan geeft in het kader van dit bestemmingsplan geen aanleiding tot het doen van bodemonderzoek.

Tenslotte kan worden opgemerkt dat het bestemmingsplan geen aanleiding zal geven tot het ontgraven van grond. Mocht zich dat toch voordoen, dan zal worden nagegaan of de grond hergebruikt kan worden. De her te gebruiken grond zal moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit.

Er kan ten slotte ook op worden gewezen dat in de gemeentelijke bouwverordening regels worden gesteld ter voorkoming van het bouwen op verontreinigde grond. Het is op grond van artikel 7b van de Woningwet verboden om te bouwen in strijd met deze regels.