direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Kolenkitbuurt Blok 5
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.E1202BPSTD-OH01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen en in samenhang daarmee het uitoefenen van een praktijk- of vrije beroepsuitoefening aan huis / bedrijf aan huis;
  • b. bedrijven, zoals opgenomen in de categoriën A en B van de als bijlage 1 bij deze regels behorende Staat van Bedrijven functiemenging, uitsluitend in de plint;
  • c. tuinen en erven;
  • d. verkeersareaal;
  • e. parkeervoorzieningen, uitsluitend ten behoeve van het gebruik zoals genoemd in sub a en b;
  • f. groenvoorzieningen en water.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Parkeren

Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen in gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Op eigen terrein dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie.

6.2.2 Gebouwen

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte.
  • c. woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen met vastgestelde hogere waarden dienen te worden uitgevoerd met een geluidluwe gevel;
  • d. de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte mag worden overschreden door dakterrassen en toegangsopbouwen, met dien verstande dat:
    • 1. dakterrassen en toegangsopbouwen alleen zijn toegestaan op daken die plat zijn afgedekt;
    • 2. de totale hoogte vanaf het dakvlak tot bovenkant terrasvloer maximaal 50 centimeter bedraagt;
    • 3. voor dakterrassen minimaal 2,0 meter afstand wordt aangehouden van de dakrand van het platte dak dat grenst aan lager gelegen openbare ruimte en minimaal 1,0 meter afstand van de dakrand van het platte dak dat grenst aan lager gelegen privé buitenruimten of gemeenschappelijke binnentuinen, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor aanbouwen;
    • 4. de toegangsopbouw een oppervlak heeft van maximaal 6 m2 (inclusief overstekken e.d.);
    • 5. de toegangsopbouw niet hoger is dan 2,8 meter gemeten vanaf de bestaande dakhoogte;
    • 6. de afstand van de toegangsopbouw tot de dakrand minimaal de hoogte van de toegangsopbouw bedraagt.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn maximaal 2 m bedraagt en voor de voorgevellijn maximaal 1 m bedraagt;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m.
6.2.4 Scootsafes

Scootsafes mogen uitsluitend worden gebouwd, indien:

  • a. de inhoud niet meer bedraagt dan 3 m3;
  • b. plaatsing van scootsafes inpandig niet mogelijk is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het groen en het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.
6.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. voor de functies genoemd in lid 6.1 sub b geldt een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 60 m2 per vestiging.