direct naar inhoud van 3.1 Beschrijving van het plangebied
Plan: Bestemmingsplan Westrandweg-2e Coentunnel
Plannummer: B0902BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.B0902BPGST-OH01

3.1 Beschrijving van het plangebied

De grens van het Tracébesluit Capaciteitsuitbreiding Coentunnel ligt aan de noordzijde op de rijksweg A8 ter hoogte van km 4.100 op de oostbaan en ter hoogte van km 3.900 op de westbaan. Aan de zuidzijde ligt de grens op de rijksweg A10-west ter hoogte van km 26.080 (nabij de aansluiting S103/Haarlemmerweg). Het knooppunt Coenplein begrenst het project op de rijksweg A10 noord aan de noordoostzijde (nabij de aansluiting S118/ Oostzanerwerf).

De grens van het Tracébesluit Westrandweg ligt aan de zuidzijde op de rijksweg A5 ter hoogte van km 6.33 (gemeente Haarlemmermeer). De weg loopt vanaf knooppunt Raasdorp naar het noorden en kruist de Ringvaart Haarlemmermeer (en daarmee de grens van de gemeente Amsterdam), de Osdorperweg, de N200, de Haarlemmervaart en de spoorlijn Amsterdam-Haarlem. Bij het volkstuinencomplex "De Groote Braak" buigt de weg af in oostelijke richting. De weg volgt het tracé van de huidige Noordzeeweg en loopt vanaf de Seineweg parallel aan de Basisweg. Bij de Radarweg buigt de weg af naar het noorden en sluit dan aan op de rijksweg A10-west. Aan de noordzijde ligt de grens van het tracébesluit op de rijksweg A10-west ter hoogte van km 28.146 (kunstwerk 2/ Nieuwe Hemweg). Er wordt voor de situering van de tracés verwezen naar de bijlagen 4 en 5 bij deze toelichting, alsmede naar figuur 1 in deze toelichting.

De gemeenteraad moet ingevolge artikel 15, lid 8, van de Tracéwet binnen een jaar nadat het tracébesluit onherroepelijk is geworden, een bestemmingsplan overeenkomstig het tracébesluit vaststellen. Gelet op de samenhang tussen beide tracébesluiten is ervoor gekozen één bestemmingsplan overeenkomstig beide tracébesluiten vast te stellen.

De plangrens van het bestemmingsplan komt overeen met de begrenzing van de (aaneensluitende) tracébesluiten met de volgende uitzonderingen:

  • Het Tracébesluit Westrandweg voorziet ook in de realisering van een compenserende waterberging nabij de Basisweg onder de ter plaatse verhoogde Westrandweg. De desbetreffende waterberging is reeds gerealiseerd en wordt om die reden (met instemming van Rijkswaterstaat) niet meegenomen in het voorliggende bestemmingsplan;
  • De in het Tracébesluit Westrandweg meegenomen aantakking van een fietspad ter plaatse van de Basisweg, gedeelte Noordzeeweg - Seineweg, wordt ook (eveneens met instemming van Rijkswaterstaat) niet in het voorliggende bestemmingsplan meegenomen. Dit gedeelte van het fietspad bestaat inmiddels niet meer. De fietsers maken gebruik van het fietspad aan de zuidzijde van de Basisweg.

Er zijn in de tracébesluiten ook enkele "bouwzones" aangegeven. Deze bouwzones zijn gronden die bestemd zijn voor het uitvoeren van noodzakelijke werken en werkzaamheden tijdens het uitvoeren van de tracébesluiten. Tot deze werken en werkzaamheden worden gerekend:

  • de opslag van bouw- en afbreekmaterialen;
  • de vorming van grond-, zand- en slibdepots;
  • het oprichten van tijdelijke gebouwen voor de uitvoering (bijvoorbeeld bouwketen en opslagruimtes);
  • het aanleggen van tijdelijke verhardingen en andere infrastructurele werken, energievoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en afrasteringen.

De desbetreffende gronden zijn voorzien van de "specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwzone". Deze aanduiding is gelegd over de bestemming "Verkeer" indien de uiteindelijk beoogde inrichting van deze gronden past binnen de bestemmingsomschrijving bij de bestemming "Verkeer". De "specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwzone" is op twee locaties gelegd over de bestemmingen "Bedrijf - 1" en "Bedrijf - 2" (jo. de bestemming "Water - 3"), respectievelijk ter plaatse van de gronden ten oosten van de Coentunnel zuidelijk van het Noordzeekanaal en ter plaatse van gronden op het bedrijventerrein "Sloterdijk III". De "specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwzone" is ook gelegd over de bestemming "Water - 1" ter plaatse van het Noordzeekanaal aan weerszijden van de Coentunnel.

Het voorliggende bestemmingsplan regelt vooral de met de tracébesluiten beoogde eindsituatie van de Westrandweg c.a., van de uitgebreide Coentunnel c.a. en van de aansluitende verbredingen van de rijksweg A10 c.a. en de rijksweg A8 c.a., alsmede de realisering van het moerasgebied in de Osdorper Binnenpolder Noord en de verlegging van een deel van Zijkanaal F.

Het buiten het bestemmingsplan laten van de beide eerdergenoemde bijkomende werken zal niet leiden tot een wijziging van de verkeerssituatie ten opzichte van de verkeerssituatie zoals die met de beide tracébesluiten wordt beoogd. Er kan dan ook worden gesteld dat het voorliggende bestemmingsplan conform het bepaalde in de Tracéwet overeenkomstig de tracébesluiten is opgesteld en vastgesteld.