direct naar inhoud van 4.6 De verkaveling
Plan: Wiener
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1106BPSTD-OH01

4.6 De verkaveling

De verkaveling van Oostenburg komt voort uit de functieverdeling op het eiland. De grond aan het water was bestemd voor werven. Centraal op het eiland werden straten aangelegd. Aan die straten kwamen kleinere kavels, bedoeld voor woningen. Een deel van die kavels grensde direct aan het werfterrein. Deze kavels hadden niet alleen een ongunstige ligging, maar waren ook het kleinst. De erven waren zo ondiep, dat de bouw van een huis met tuin nauwelijks mogelijk was.

Oostenburg was een uitgesproken werkgebied. De woonfunctie was daaraan ondergeschikt. De kavels waren zodanig van vorm, dat smaldelen veel voorkwam. Een relatief groot deel van de kavels werd verkocht aan metselaars en timmerlieden, die op twee naast elkaar gelegen erven vaak drie huizen bouwden. De bouwvakkers bouwden niet voor eigen gebruik, maar ten behoeve van verkoop en verhuur. De langgerekte, smalle vorm van de bouwblokken zorgde voor een zeer krappe verkaveling. De binnenterreinen waren vergeleken met andere buurten in Amsterdam erg klein. Deze bebouwing op binnenterreinen kwam dan ook minder voor dan elders in de stad. Toch bestond op Oostenburg een aantal stegen en gangen, die toegang gaven tot gebouwen op de binnenterreinen.

Langs de Nieuwe Vaart (Oostenburgergracht) werden grotere kavels uitgegeven. Hier kwamen wat riantere huizen met grotere tuinen.