direct naar inhoud van 7.4 De bestemmingen
Plan: Postcodegebied 1012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1105BPSTD-VG03

7.4 De bestemmingen

7.4.1 Centrum - 1, - 2, - 3, - 4

De bestemmingen 'Centrum - 1, - 2, -3 en - 4' komt daar voor waar sprake is van winkelstraten. In de Kalverstraat, de Nieuwendijk, het Damrak, aan de Dam, het Rokin en in de Heiligeweg zijn op alle bouwlagen detailhandel en voorzieningen ten behoeve van consumentverzorgende dienstverlening toegestaan. In de gebouwen, waaronder die met de bestemming 'Centrum - 1', zijn in de eerste bouwlaag alleen publieksfuncties, toegestaan. Kantoren (zonder baliefunctie), bedrijven, voorzieningen, kinderdagopvang en woningen zijn niet toegestaan in de eerste bouwlaag.

Buiten de genoemde functies zijn binnen de bestemming 'Centrum - 1' horeca 2, horeca 4 en horeca 5 in verschillende bouwlagen speciaal aangeduid en verder een of meer smartshops, souvenirwinkels, automatenhallen, seksinrichtingen, massagesalons, geldwisselkantoren en minisupermarkten. Enkele van deze functies vallen als van ouds onder de uitsterfregeling (zie 7.6),de andere onder een wijzigingsbevoegdheid met een uitsterfregeling.

In de straten met de bestemming 'Centrum - 2', te weten de Damstraat, de Oude Doelenstraat, de Oude Hoogstraat, de Oudebrugsteeg (tussen Damrak en Warmoesstraat zijn binnen de bestemming 'Centrum - 2' kantoren (zonder baliefunctie), bedrijven, voorzieningen, kinderdagopvang en woningen in de eerste bouwlaag eveneens uitgesloten. In deze bouwlaag zijn alleen publieksfuncties toegestaan. In tegenstelling tot bij de bestemming 'Centrum - 1', mogen hier in de tweede en hogere bouwlagen geen publieksfuncties worden gevestigd. Een uitzondering vormen de straten die zijn genoemd in artikel 35 van de planregels. In de daar genoemde straten mogen winkels en consumentverzorgende dienstverlening ook worden gevestigd op de hogere bouwlagen dan uitsluitend de eerste.

Daar waar binnen deze bestemmingen in de eerste bouwlaag niet toegelaten functies als bestaand aanwezig zijn, mogen die vanzelfprekend worden gehandhaafd. De planregels voorzien hier in.

Naast de vermelde functies vinden we binnen de bestemming 'Centrum - 2' ook nog hotels, massagesalons, telefoneerinrichtingen, geldwisselkantoren, smartshops, souvenirwinkels seksinrichtingen en minisupermarkten in het bijzonder aangeduid. Voor enkele van deze apart aangeduide functies geldt de oude uitsterfregeling (zie onder 7.6), voor de andere is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met het zelfde doel als de uitstrerfregeling.

De bestemming 'Centrum - 3' is toegepast op de volgende straten: de Warmoesstraat, de Zeedijk, de Oudebrugsteeg, de Langebrugsteeg, de Grimburgwal. Naast deze straten heeft ook een aantal stegen deze bestemming: de Korte Kolksteeg, Korsjespoortsteeg, Korte Lijnbaansteeg, Molsteeg, Torensteeg, Raamsteeg, Rosemarijnsteeg en de Heisteeg.
Er gelden enkele beperkingen: in de eerste bouwlaag zijn inpandige parkeervoorzieningen en woningen niet toegestaan. Daarnaast zijn detailhandel en voorzieningen ten behoeve van consumentverzorgende dienstverlening niet toegestaan op de hogere bouwlagen. Een uitzondering vormen weer de straten genoemd in artikel 35, waar deze functies wel op de hogere bouwlagen zijn toegstaan.

Binnen de bestemming 'Centrum - 3' komen ook massagesalons, minisupermarkten, automatenhallen, smartshops, raamprostitutie en seksinrichtingen voor. Enkele van deze functies vallen van oudsher onder de uitsterfregeling als omschreven onder 7.6., op de rest is een wijzigingsbevoegdheid van toepassing, met hetzelde doel.

De bestemming 'Centrum - 4' is gereserveerd voor de oostzijde van het Rokin, vanaf de Dam tot aan de Langebrugsteeg, voor de Raadhuisstraat en voor de Paleisstraat.
Binnen deze bestemming zijn woningen niet toegestaan in de eerste bouwlaag. In alle bouwlagen mogen detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening worden gevestigd.
Bij 'Centrum - 4' komt ook de functie massagesalon en souvenirwinkel met een aanduiding op de verbeelding voor. Beide functies vallen onder de opgenomen wijzigingsbeveogdheid voor het schrappen van de verbeelding van deze functies.

7.4.2 Gemengd -1, - 1.1, - 1.2, - 1.3, - 1.4 en - 1.5

De meeste bebouwing heeft een gemengde bestemming met een toevoeging die met een '- 1' begint. Daarvan zijn 6 varianten. Op gronden met deze bestemming zijn de volgende functies toegelaten: wonen, detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening, kantoren, openbare en bijzondere voorzieningen, galeries, bedrijven, inpandige en ondergrondse parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Maar ook raamprostitutie in verschillende bouwlagen, seksinrichtingen in enkele bouwlagen en sekswinkels in de eerste bouwlaag.
Bovendien komt een aantal varianten van horeca binnen deze bestemming voor en op verschillende bouwlagen: bij 'Gemengd - 1.1' is horeca 1 in de eerste bouwlaag toegestaan, bij 'Gemengd - 1.2' is horeca 2 in de eerste bouwlaag toegestaan, bij 'Gemengd - 1.3' horeca 3 in de eerste bouwlaag, enz..
Daar waar horeca op een andere bouwlaag voorkomt, is deze voorzien van een aanduiding. Op die manier is die horecavestiging op de desbetreffende bouwlaag toegestaan.
En tot slot treffen we ook functies als minisupermarkten, souvenirwinkels, massagesalons, geldwisselkantoren, telefoneerinrichtingen, smartshops en automatenhallen vooral in de eerste bouwlaag aan. Voor enkele van deze functies geldt van oudsher de uitsterfregeling, voor de andere uit deze opsomming is een wijzigingsbevoegdheid met een uitsterfregeling opgenomen.

7.4.3 Gemengd -2, - 2.2, - 2.3, - 2.4 en - 2.5

De meeste bebouwing in het plangebied heeft een gemengde bestemming met een toevoeging die met een '- 1' begint. De bestemming Gemengd - 2.1 ontrbeekt echter in dit bestemmingsplan. Dit heeft uitsluitend te maken met de systematiek die in de bestemmingsplannen voor de binnenstad wordt gehanteerd en waarbij wordt gestreefd naar zoveel mogelijk uniformiteit.
Daarnaast zijn er 5 varianten van de gemengde bestemming, die met een '- 2' begint. Op gronden met deze bestemming zijn de volgende functies toegelaten: detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening, kantoren, openbare en bijzondere voorzieningen, galeries, bedrijven, inpandige en ondergrondse parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. De bestemming 'gemengd', met een toevoeging die begint met een '- 2' is gegeven aan panden of combinaties van panden waarvan het bruto vloeroppervlak 1000 m2 of meer bedraagt en die geen zelfstandige woningen bevatten. Wonen was oorspronkelijk binnen deze 'Gemengd -2' varianten uitgesloten. Voor deze panden is in dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om wonen mogelijk te maken, met dien verstande dat de eerste bouwlaag van de bebouwing niet mag worden gebruikt voor wonen en uitsluitend mag worden gebruikt voor één van de binnen de bestemming 'Gemengd - 1' toegestane niet-woonfuncties. Bij samengevoegde panden (= een combinatie van panden) waarin met een wijziging van het bestemmingplan wonen alsnog wordt mogelijk gemaakt, is het streven gericht op herstel van de parcellering. Dat wil zeggen dat ernaar wordt gestreefd de samenvoeging(en) zoveel mogelijk ongedaan te laten maken.
 
De bestemming 'Gemengd - 2' is de standaard. In geval van 'Gemengd - 2.1' is naast de standaard toegelaten functies horeca 1 in de eerste bouwlaag en de daaronder gelegen bijzondere bouwlaag (kelder/souterrain) toegestaan (zoals gezegd ontbreekt deze bestemming in het onderhavige plan), in de bestemming 'Gemengd - 2.2' is horeca 2 toegestaan in de eerste bouwlaag, bij 'Gemengd - 3' horeca 3 in de eerste bouwlaag, enzovoort. De bestemming 'Gemengd - 2.5' is hierop in zoverre een uitzondering dat horeca 5 (hotels) binnen deze bestemming niet beperkt is tot de eerste bouwlaag en souterrain/kelder, maar in alle bouwlagen is toegestaan.
Binnen de aangegeven bestemming komen ook nog functies voor als automatenhal, massagesalon, geldwisselkantoor en seksinrichting. Net als bij 'Gemengd - 1' vallen enkele van deze functies onder de oude uitsterfregeling en geldt voor de andere een wijzigingsmogelijkheid met een uitsterfregeling.

In panden met de bestemming 'Gemengd' is in een aantal straten detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening op alle bouwlagen toegestaan. Het betreft hier het gebied dat is omsloten door de Prins Hendrikkade, Martelaarsgracht, Nieuwezijds Voorburgwal, Spui, Singel, Muntplein, Rokin, Dam en Damrak, de westzijde van de Nieuwzijds Voorburgwal, beide zijden van de Spuistraat, Pieter Halssteeg 3-5 en alle panden aan het Oudekerksplein en de panden in het Sint Annenkwartier.

Verder is in de Warmoesstraat en de in de as Damstraat - Oude Hoogstraat detailhandel in de tweede bouwlaag toegestaan na gebruikmaking van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Die uitbreiding naar de tweede bouwlaag mag echter niet ten koste gaan van aanwezige woonruimte. Tot slot is in drie grote panden in de as Damstraat-Oude Hoogstraat detailhandel toegestaan op alle bouwlagen. Die panden zijn oorspronkelijk als warenhuis gebouwd. Deze panden zijn apart benoemd in het al eerder aangehaalde artikel 35 van de planregels.

Winkels langs de grachten zijn niet toegestaan, met uitzondering van panden op de hoeken van straten met grachten, panden op de hoeken van grachten met grachten en panden op hoeken van grachten met doorgaande stegen. Bestaande langs de grachten aanwezige winkels hebben binnen de bestemming 'Gemengd' de aanduiding 'dh' (= detailhandel) op de verbeelding gekregen.

Langs enkele grachten zijn winkels echter wel toegestaan: het Singel tussen Spui en Muntplein, de Geldersekade, de Kloveniersburgwal tussen Oude Hoogstraat en Nieuwmarkt en de Oudezijds Achterburgwal tussen Oude Hoogstraat en Stormsteeg.

7.4.4 Groen

Binnen de bestemming 'Groen' zijn de volgende functies toegelaten: plantsoenen, parken, pleinen, speelplaatsen, straatmeubilair en bijbehorende fiets- en voetpaden.

7.4.5 Maatschappelijk

In het plangebied zijn geen basisscholen aanwezig. Toch komt ook in dit bestemmingsplan de bestemming 'Maatschappelijk' voor, die normaliter voor basisscholen, in ieder geval voor onderwijspanden is gereserveerd. In dit bestemmingsplan is de bestemming gegeven aan onderwijspanden van de Universiteit van Amsterdam (hoek Oude Hoogstraat/Kloveniersburgwal) en aan het voormalige ROC- gebouw Spuistraat 239.
De ratio van deze bestemmingsregeling is het behoud van panden in gebruik voor onderwijsdoeleinden. Naast onderwijs is kinderopvang toegelaten binnen de bestemming. Alle overige functies zijn niet toegestaan. Voor panden met de maatschappelijke bestemming gelden in grote lijnen dezelfde bebouwingsregels als voor de gemengde bestemmingen. De bepalingen die dienen ter bescherming van het beschermde stadsgezicht zijn vanzelfsprekend onverkort van toepassing.

7.4.6 Koninklijk Paleis

Deze bestemming is gereserveerd voor het Koninklijk Paleis op de Dam.

7.4.7 Onderwijs en wonen

Deze besteming is gegeven aan een deel van het Binnengasthuisterrein. Op dit gedeelte is de bestemming universitaire doeleinden, in het bijzonder een universiteitsbibliotheek, gecombineerd met wonen geprojecteerd.

7.4.8 Tuin - 1, - 2, en - 3

De tuinen en erven behorende bij de in het plangebied voorkomende panden zijn als 'Tuin - 1', 'Tuin - 2' of 'Tuin - 3' bestemd. De onbebouwde delen van tuinen en erven die op binnenterreinen zijn gelegen hebben de bestemming 'Tuin - 1' gekregen. De bestemming 'Tuin - 1' bevat een bevoegdheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor de bouw van schuurtjes. De schuurtjes zijn aan maximale maten gebonden.

Tuinen die grenzen aan de openbare ruimte, zijn bestemd als 'Tuin - 2'. Op deze tuinen mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht. Op gronden met de bestemming 'Tuin - 2' is een erfafscheiding met een hoogte van 1 meter toegestaan.
Op 'Tuin - 2' wordt op één locatie geparkeerd en op een andere locatie wordt het terrein als laad- en losplaats gebruikt (Warmoesstraat). Deze locaties zijn met de aanduidingen 'specifieke vorm van tuin - parkeren toegestaan' en 'laad- en losplaats' aangegeven op de verbeelding. In afwijking van de gebruiksregeling voor de bestemming 'Tuin - 2' is daar respectievelijk parkeren en laden en lossen toegestaan. Een derde vorm van bestaand afwijkend gebruik van tuinen is het gebruik als horecaterras. Op vier locaties is dit gebruik vastgelegd met de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - horecaterras toegestaan'.

De bestaande bebouwing op binnenterreinen heeft de bestemming 'Tuin - 3' gekregen. Deze bebouwing mag gehandhaafd worden en geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot. Hierbij dienen de bestaande goot- en bouwhoogtes in acht te worden genomen. Peildatum is de terinzagelegging van het ontwerp van het plan. In geval de hoofdbebouwing op hetzelfde perceel wordt gesloopt, mogen de bestaande (bij)gebouwen op de gronden met de bestemming 'Tuin - 3' op hetzelfde bouwperceel niet worden gehandhaafd, behoudens de situatie dat de hoofdbebouwing is teniet gegaan door een calamiteit.

Net als de andere bestemmingen kent ook de tuinbestemming een wijzigingsbevoegdheid voor ondergrondse parkeervoorzieningen en/of fietsenstallingen. De bovenkant van het dak dient minimaal een meter onder het maaiveld te worden geprojecteerd opdat daar een laag grond van een meter dik op kan worden aangebracht om beplanting mogelijk te maken. De bestemming kent verder bijzondere gebruiksbepalingen en een stelsel van nadere eisen.

7.4.9 Verkeer - 1

Deze bestemming is bedoeld voor het verkeersareaal en de openbare ruimte. Voor de inrichting van de openbare ruimte zijn regels gegeven, zoals de maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde. De regels bevatten ook voor deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid voor ondergronds parkeren en stallen, en een stelsel van nadere eisen.

7.4.10 Verkeer - 2

Deze bestemming geldt voor het metrotraject van de Noord-Zuidlijn tussen het Centraal station en de Dam, preciezer tussen de Prins Hendrikkade en de Dam. Binnen deze bestemming zijn vanzelfsprekend het ondergrondse spoor en alle daarbijbehorende voorzieningen, zoals perrons, toegangen, vluchtschachten, maar ook detailhandel en consumentverzorgende dienstverlening, kantoren, voorzieningen, enz. toegestaan. Bovengronds geldt de 'normale' bestemming verkeer, met dien verstande dat ook toegangen en vluchtschachten zijn toegelaten.

7.4.11 Verkeer - 3

Binnen deze bestemming die geldt voor het metrotracé van de Noord-Zuidlijn tussen Dam en Munt, is naast het tracé ten behoeve van het ondergrondse railverkeer in het bijzonder het metrostation Rokin geprojecteerd. Net als bij de bestemming ondergronds railverkeer waarboven verkeer, zijn met deze bestemming alle voorzieningen ten behoeve van het ondergronds railtransport toegestaan en in het bijzonder het metrostation met alle daarbij behorende voorzieningen als perrons, toegangen, vluchtschachten, e.d. Bovengronds geldt hetzelfde als vermeld onder 7.4.10 met bovendien de regeling van de toegangen van het station.

7.4.12 Dubbelbestemming Waarde - archeologie 2, 3 en 8

Op basis van de archeologische verwachtingswaarden zijn drie dubbelbestemmingen Waarde - archeologie opgenomen. Waarde - archeologie 2 en 3 en 8 is gegeven aan gronden met een hoge archeologische verwachting.
Al naar gelang de verwachtingswaarde, wordt bij voorgenomen uitvoering van ondergrondse werken en bouwwerken een archeologisch rapport verlangd. Voor de uitvoering van ondergrondse werken van een bepaalde omvang is een omgevingsvergunning vereist. Bij de vergunningaanvraag moet een rapport worden ingediend. Ook hier geldt dat bij een hogere verwachtingswaarde de vergunning vereist is bij een kleine ingreep, terwijl bij een lagere verwachtingswaarde pas bij een forsere ingreep een omgevingsvergunning is vereist.

Aan zowel de omgevingsvergunning voor ondergronds bouwen als de omgevingsvergunning voor ondergrondse werken kunnen voorschriften worden verbonden met het oog op de archeologische monumentenzorg.

De dubbelbestemmingen zijn primair ten opzichte van de andere aan de gronden gegeven bestemmingen.

7.4.13 Dubbelbestemming Waarde - cultuurhistorie

Op 29 januari 1999 is het besluit tot aanwijzing van de Amsterdamse Binnenstad tot beschermd stadsgezicht genomen. In hoofdstuk Historische ontwikkeling is uitvoerig aandacht besteed aan de cultuurhistorische ontwikkeling. Het beleid over de waardering van gebouwen is opgenomen in paragraaf Architectuur- en bouwhistorische waardenkaart, Architectuur- en bouwhistorische waardenkaart.
Alle gronden in het plangebied hebben deze dubbelbestemming. Behoud van de cultuurhistorische- en architectuurhistorische waarden staat bij gronden met deze bestemming voorop. Om die reden is de bestemming primair gemaakt aan de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met uitzondering van de dubbelbestemmingen Waarde - archeologie 2, 3 en 8. Dit betekent dat aanvragen om omgevingsvergunning altijd eerst dienen te worden getoetst aan de regels van de dubbelbestemming.

Het bestemmingsplan beoogt de karakteristiek van het stadsgezicht te behouden, te herstellen en/of te versterken. De karakteristiek is in de verbeelding geïntegreerd door middel van specifieke bouwaanduidingen die de architectonische waardering weergeven. In de regels is het beleid ten aanzien van de diverse waarderingen neergelegd. De omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 2.1 lid 1 onder h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (sloop binnen beschermd stadsgezicht), is het juridische handvat om afbraak te voorkomen. De regels die zijn gegeven over de wijze van herstel, materiaalgebruik, maatvoering, detaillering en dergelijke, gelden als toetsingskader bij aanvragen om omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (bouwen van een bouwwerk).

7.4.14 Dubbelbestemming Waterstaat - waterkering

In het plangebied zijn waterkeringen aanwezig. Zij hebben de dubbelbestemming 'Waterstaat - waterkering'. Dat betekent dat de bestemming geldt, naast de andere bestemmingen die aan de gronden zijn gegeven. De regels die gelden voor deze dubbelbestemming gaan voor die van de andere bestemmingen, met uitzondering van de regels voor de dubbelbestemmingen Waarde - archeologie 2, 3 en 8', die voorrang hebben op de regels voor 'Waterstaat - waterkering'. Op en in de tot ' Waterstaat - waterkering' bestemde gronden mogen uitsluitend waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht die noodzakelijk zijn in verband met de waterhuishouding.