direct naar inhoud van Artikel 26 Verkeer - 2
Plan: Postcodegebied 1012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1105BPSTD-VG03

Artikel 26 Verkeer - 2

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. ondergronds railtracé, met inbegrip van daarbij behorende ondergrondse voorzieningen zoals ondergrondse voetgangersverbindingen en vluchtschachten;
b. ondergrondse fietsenstallingen, met inbegrip van daarbij behorende ondergrondse toegangsvoorzieningen;
en bovengronds voor:
c toegangsvoorzieningen ten behoeve van het ondergrondse railverkeer en de daarbij behorende ondergrondse voorzieningen;
d. toegangsvoorzieningen ten behoeve van ondergrondse fietsenstallingen;
e. rijwegen;
f ongebouwde parkeervoorzieningen;
g straatmeubilair;
h. fiets- en voetpaden;
i. pleinen;
j speelvoorzieningen;
k groen;
l. openbare nutsvoorzieningen;
m. behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden van stoepen;
n. voorzieningen ten behoeve van ondergrondse warmte- en koudeopslag.

26.2 Bouwregels

Op de tot 'Verkeer - 2' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bouwregels:

26.2.1 Stoepen

Stoepen, zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mogen geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot.

26.2.2 Maximale bouwhoogte gebouwen

De bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 meter.

26.2.3 Maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 meter.

26.2.4 Kiosken en ondergeschikte delen van gebouwen.

Voor zover kiosken, balkons, erkers, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen, pothuizen of andere ondergeschikte delen van gebouwen aanwezig zijn ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mogen deze geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot.

26.3 Nadere eisen

Het dagelijks bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van de in artikel 26.2 bedoelde bebouwing, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel en/of versterking van de karakteristiek van het stadsgezicht.

26.4 Bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels

Toepassing van een bevoegdheid om bij omgevingsvergunning af te wijken mag niet tot gevolg hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied in onevenredige mate afbreuk wordt gedaan.

Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de volgende bouwregels:

26.4.1 Stoepen en andere ondergeschikte delen van gebouwen

Het bepaalde in de artikelen 26.2.1 en 26.2.4 voor het maken van stoepen, stoeptreden, pothuizen en toegangen tot souterrains en kelders en het vergroten van bordessen en buitentrappen.

26.5 Specifieke gebruiksregels

Op de tot 'Ondergronds railverkeer waarboven verkeer' bestemde gronden gelden de volgende gebruiksregels.

26.5.1 Ongebouwd terras

Het gebruik als ongebouwd terras van de tot 'Verkeer - 2' bestemde gronden is, met inachtneming van andere gemeentelijke regelgeving, toegestaan.

26.5.2 Evenementen

Het gebruik van de tot 'Verkeer - 2' bestemde gronden ten behoeve van evenementen en daarbij behorende noodzakelijke bouwwerken, is, met inachtneming van andere gemeentelijke regelgeving, toegestaan.