Projectbesluit Entrepotdok 97 S

2.1 Algemeen

Een projectbesluit moet op grond van artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. Wat wordt verstaan onder een goede ruimtelijke onderbouwing is geregeld in artikel 5.1.3.van het Besluit ruimtelijke ordening. De ruimtelijke onderbouwing bevat in ieder geval een verantwoording van de in het projectbesluit gemaakte keuze van bestemmingen, een beschrijving van de wijze waarop in het projectbesluit rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding, de uitkomsten van het in artikel 5.1.1. bedoelde overleg, de uitkomsten van het onderzoek omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen, een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het projectbesluit zijn betrokken en de inzichten over de uitvoerbaarheid van het projectbesluit.

Indien aan het projectbesluit geen milieu-effectrapportage ten grondslag ligt, dan moet tevens worden aangegeven op welke wijze met de archeologie en met de overige waarden in het plangebied is rekening gehouden. Tevens moeten - indien van toepassing - de resultaten van de onderzoeken naar geluidhinder, luchtkwaliteit en flora en fauna in het projectbesluit worden opgenomen.

In de hiernavolgende hoofdstukken wordt aan deze aspecten aandacht besteed.