direct naar inhoud van 2.1 Stadsdeel Centrum
Plan: Westelijke binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1102BPSTD-VG01

2.1 Stadsdeel Centrum

Voor dit bestemmingsplan is het volgende beleid van het stadsdeel van belang:

  • a. Beleidsplan Binnenstad, 1993;
  • b. Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad, 2002;
  • c. Bestemmingsplan Water
  • d. Woonvisie stadsdeel Centrum tot 2012;
  • e. Uitwerkingsnotitie short staybeleid en verdeelbesluit stadsdeel Centrum 2009;
  • f. Horecabeleidsplan 2008;
  • g. Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015;
  • h. Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004-2009;
  • i. Klimaatplan 2009 - 2012;
  • j. Milieuprogramma 2011-2012.

Hieronder volgt een korte toelichting op deze beleidsnota's. In de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op deze nota's, voor zover relevant. Het voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met het in dit hoofdstuk genoemde beleid.

Beleidsplan Binnenstad

De binnenstad is door de eeuwen heen het centrum geweest van economische activiteiten. Het feit dat er ongeveer evenveel mensen in de binnenstad wonen als er werken, is uniek en draagt bij aan de aantrekkelijkheid van Amsterdam. In 1993 is het beleid voor de binnenstad uiteengezet in het Beleidsplan Binnenstad. De belangrijkste hoofddoelstelling is toen geformuleerd als:

  • het versterken van de centrumpositie en het handhaven van de functiemenging.

Deze hoofddoelstelling is nog steeds actueel, evenals de andere hoofddoelstellingen. Dit zijn:

  • behoud van de kwaliteit van het historisch stadsbeeld;
  • verbeteren van de veiligheid en de leefbaarheid;
  • verbeteren van de bereikbaarheid.

Met de vaststelling van het Meerjarenperspectief Binnenstad in 1999 is een vijfde hoofddoelstelling toegevoegd:

  • zorgen voor een adequaat activiteiten- en voorzieningenniveau voor bewoners.

Het vinden van de juiste balans tussen wonen, werken en vrijetijdsbesteding en tussen de verschillende economische functies onderling is de voortdurende opdracht voor bestuurders, ondernemers en bewoners van de binnenstad.

Strategische Visie

In de Stratgische Visie Amsterdamse Binnenstad uit 2002 zijn de vijf (hoofd)doelstellingen uit het Beleidsplan Binnenstad herbevestigd. Voor het zeker stellen van deze doelstellingen zijn onder meer de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • waarborgen dat de binnenstad als woonplek toegankelijk blijft voor alle inkomensgroepen;
  • waarborgen dat binnen de functiemenging diversiteit en kwaliteit kenmerkend blijven;
  • waarborgen dat de binnenstad een plek blijft voor innovatieve experimenten;
  • waarborgen dat de drukte die de centrumpositie met zich meebrengt beheerst wordt en overlast beperkt wordt.

Bestemmingsplan Water

Voor het gehele binnenwater (inclusief de bruggen), dat onder de bevoegdheid van stadsdeel Centrum valt, is een apart bestemmingsplan opgesteld. Met een bestemmingsplan voor het water wordt de stadsdeelbrede visie op het water van de binnenstad juridisch-planologisch verankerd en worden alle bestaande, vaak uiteenlopende bestemmingsplanregelingen voor het water in de binnenstad vervangen door één eenduidige regeling.
In verband hiermee is het water binnen het plangebied niet in het bestemmingsplan Westelijke binnenstad opgenomen. Dit houdt in dat de regeling die geldt voor het water in de binnenstad verwoord is in het bestemmingsplan Water. Het ontwerpbestemmingsplan Water heeft tot en met 26 januari 2012 ter visie gelegen en is op 26 juni 2012 door de deelraad vastgesteld.

Woonvisie

De Woonvisie voor stadsdeel Centrum (tot 2012) is op 30 oktober 2008 vastgesteld door de stadsdeelraad. Met haar unieke woon- en leefklimaat neemt stadsdeel Centrum een sterke plaats in binnen de regionale woningmarkt. De invloed van het stadsdeel op de woningmarkt is echter zeer beperkt, niet alleen door de regionale schaal van de markt, maar ook omdat veel beleid en afspraken niet onder de bevoegdheid van het stadsdeel vallen. Dit geldt voor de kaders van de woonruimteverdeling, nieuwbouwbeleid, afspraken over verkopen en aanbiedingsafspraken over vrijkomende huurwoningen met corporaties en dergelijke. Ten aanzien van het huurniveau van woningen gelden de landelijke regels. In de woonvisie wordt speciale aandacht gevraagd voor de woonbehoefte van ouderen en middeninkomensgroepen.

Beleid Short Stay

Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad, Beleid Short Stay, 'Vernieuwd beleid voor kort wonen in Amsterdam' vastgesteld. Op 31 oktober 2012 heeft het College van B&W de Uitvoeringsnotitie Short Stay vastgesteld. Het nieuwe beleid is per 1 november 2012 in werking getreden. Doel van het shortstay beleid is om aan de behoefte van werknemers van internationale bedrijven aan tijdelijke woonruimte te voldoen. Voor de verhuur van shortstay kan een vergunning worden aangevraagd voor een woning met een huur boven de huurtoeslaggrens. Als de aanvraag wordt gehonoreerd, wordt de vergunning afgegeven voor een periode van maximaal 10 jaar.

Ten opzichte van het voorgaande beleid (februari 2009) worden strengere eisen gesteld aan de vergunninghouders op het punt van brandveiligheid en overlast. Bij wijze van experiment is in het vernieuwde shortstay beleid de minimale verhuurtermijn verlaagd van zeven naar vijf nachten. Een andere wijziging betreft het aanpassen van het quotum: alleen in buurtcombinaties waar de functiemenging of leefbaarheid onder druk staat, kan een quotum ingesteld worden.
Voor alle buurtcombinaties in stadsdeel Centrum, behalve de Oostelijke eilanden en de Kadijken, is een quotum vastgesteld van 10 % van de geliberaliseerde huurwoningen. (Shortstay is uitgesloten in het postcodegebied 1012.)
Voor het plangebied Westelijke binnenstad geldt een quotum van 80 woningen voor de buurtcombinatie Grachtengordel West en een quotum van 105 woningen voor de Jordaan.

Horecabeleidsplan

Het Horecabeleidsplan is in 2008 vastgesteld door de stadsdeelraad. In het Horecabeleidsplan is aangegeven in welke gebieden verruiming van de mogelijkheden voor horeca mogelijk is. Het gaat dan om:

  • verruiming van sluitingstijden;
  • uitbreiding horeca in vierkante meters per zaak;
  • uitbreiding van het aantal horecazaken in straten die een horeca-impuls kunnen gebruiken;
  • ruimere horecamogelijkheden voor culturele instellingen;
  • horecacategorieën in bestemmingsplannen.

Voor de Jordaan en voor de Westelijke grachtengordel wordt in het Horecabeleidsplan geconstateerd dat de functiemenging in evenwicht is en dat uitbreiding van horeca niet gewenst is. Voor de Jordaan is opgenomen dat op enkele plekken, waar sprake is van een ruimere structuur in combinatie met weinig woningen en meer verkeerslawaai, uitbreiding bespreekbaar is (zoals aan de Appeltjesmarkt aan het water).

Hotelbeleid

In de stedelijke Nota Hotelbeleid 2007-2010 is aangegeven dat er tot 2015 behoefte is aan 9.000 nieuwe hotelkamers in Amsterdam. Op 30 maart 2011 heeft de raadscommissie Economische zaken, Bedrijven, Personeel en Organisatie van de centrale stad besloten dat het beleid en de ambities tot aan 2015 worden voortgezet. Voor de binnenstad is sinds 2008 specifiek beleid vastgesteld door de deelraad. Dit beleid valt binnen de kaders van het centraal-stedelijke beleid.

Het Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 is op 20 april 2012 in werking getreden, als vervolg op het Hotelbeleid Binnenstad 2008 - 2011. Deel I, Beleidskader is op 27 maart 2012 door de deelraad vastgesteld. De deelraad heeft daarnaast ingestemd met de inhoud van deel II Beleidsregels. Dit deel is op 10 april 2012 vastgesteld door het dagelijks bestuur.

In het Hotelbeleid Binnenstad 2012 - 2015 wordt nog meer dan in het vorige hotelbeleid ingezet op spreiding in aansluiting op het centraal stedelijk hotelbeleid en de Structuurvisie van de centrale stad en in aansluiting op het belang van de juiste balans tussen wonen, werken en recreëren in de binnenstad; de functiemenging.

In het hotelbeleid is opgenomen dat het dagelijks bestuur niet zal meewerken aan hotelontwikkeling in de Jordaan en de Grachtengordel, net als in de oude binnenstad, Leidsebuurt, Haarlemmerbuurt, Weteringbuurt, Westelijke eilanden en Uilenburg. In de overige gebieden ten oosten van de Amstel/Zwanenburgwal/Uilenburgergracht zal het dagelijks bestuur meewerken aan hotelontwikkeling op bepaalde radialen, mits aan de algemene beleidsregels wordt voldaan.

In het plangebied van dit bestemmingsplan wordt alleen een uitzondering gemaakt voor de Rozengracht. Hier zal het dagelijks bestuur meewerken aan hotelontwikkeling, mits aan de algemene beleidsregels wordt voldaan. Verder wordt een uitzondering gemaakt voor het realiseren van maximaal drie hotels in het topsegement en kan het dagelijks bestuur medewerking verlenen aan uitzonderlijke hotelconcepten: dit zijn hotelconcepten die een unieke bijdrage leveren aan het maatschappelijke, culturele of economische klimaat van Amsterdam en die aantoonbaar niet buiten de binenstad gerealiseerd kunnen worden.

Grote hotels zullen onder voorwaarden een zelfstandige horeca 4 (restaurant, lunchroom) mogen exploiteren.

Alle inititatieven zullen worden getoetst aan de in de nota vastgelegde algemene beleidsregelels. Deze beleidsregels hebben betrekking op:

  • de functiemenging;
  • woon- en leefklimaat;
  • kwaliteitsimpuls;
  • verkeersaantrekkende werking, verkeersveiligheid en gebruik van de openbare ruimte;
  • parcellering en architectonische kwaliteit;
  • bescherming woonfunctie.

Nota Bereikbaarheid Binnenstad

De Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004-2009 is in 2004 vastgesteld door de stadsdeelraad. De volgende onderwerpen komen onder meer in deze nota aan de orde: bereikbaarheid, mobiliteit, verkeersveiligheid, openbaar vervoer, autoverkeer, parkeren in de openbare ruimte en inpandig parkeren. In de nota wordt ook het toekomstperspectief op de geparkeerde fiets beschreven. Op de belangrijkste fietsparkeerknelpunten moet extra ruimte voor fietsparkeren komen in de vorm van ondergrondse of inpandige fietsenstallingen.

Een nieuwe nota Bereikbaarheid is in voorbereiding, waarin de visie op een autoluwere binnenstad en een autoluw/autovrij stadshart wordt verwerkt.

Klimaatplan

In 2009 heeft de stadsdeelraad het Klimaatplan 2009-2012 vastgesteld. In een stadsdeel met zeer veel monumenten en grotendeels beschermd stadsgezicht moet specifiek worden bekeken hoe energiebesparende maatregelen getroffen kunnen worden. De behoefte van bewoners en bedrijven om energie te besparen moet verenigbaar zijn met de unieke bouwstructuren. Mogelijkheden zijn vooral gelegen bij warmte-koudeopslag, duurzame hotels (green key), beperking van (zwaar) autoverkeer, alternatieve mogelijkheden van vrachtvervoer, electrisch vervoer en mogelijkheden voor fietsparkeren.

Milieuprogramma

Volgens de Wet milieubeheer is de deelraad verplicht tot het jaarlijks vaststellen van een milieuprogramma. Hierin wordt zichtbaar gemaakt welke activiteiten op milieugebied zullen worden uitgevoerd. Het betreft het adequaat op niveau houden van de vergunningverlening, controle en handhaving. Tevens gaat het om projecten op het gebied van duurzaamheid en luchtkwaliteit. In 2010 is het milieuprogramma 2011-2012 vastgesteld. In het kader van de Wet milieubeheer moet worden beoordeeld wat de effecten zijn van de ontwikkelingen, die dit bestemmingsplan mogelijk maakt, op de luchtkwaliteit in en rond het bestemmingsplangebied.