Plan: | Rokin Plaza (Rokin 12-16) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.A1101BPSTD-OH01 |
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen.
Gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevel worden opgericht.
De gevel dient een duidelijke driedeling te bevatten, bestaande uit een plint, een gevelvlak en een gevelbeëindiging, waarbij het accent wordt gelegd op verticale plaatsing van ramen en andere geveldoorbrekingen.
Het is niet toegestaan de gevel te construeren of te wijzigen ten behoeve van gevelverkoop en/of open puiverkoop, waardoor een open gevel ontstaat.
Het is niet toegestaan de gevel te construeren of te wijzigen op een zodanige wijze dat gesloten plinten (eerste bouwlaag) ontstaan; bergingen mogen niet aan de straatzijde en in de steeg worden gesitueerd.
Loggia's en balkons zijn aan de straatzijde niet toegestaan.
In afwijking van het bepaalde in 3.1, onder a, zijn toegangen en entreehallen naar de hogergelegen woning(en) toegestaan in de eerste bouwlaag van de bebouwing aan het Rokin en in de Papenbroeksteeg.
In afwijking van het bepaalde in 3.1, onder h, zijn aan het Rokin en in de Papenbroeksteeg in de eerste bouwlaag in- en uitritten voor de fietsenstalling toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 2 meter.
Op de als 'onderdoorgang' aangeduide gronden mag niet worden gebouwd tot een hoogte van 6 meter, met uitzondering van de voor de hoger opgaande bebouwing benodigde ondersteuningsconstructies
De voorkeursgrenswaarde van 48 dB zoals gesteld in de Wet geluidhinder wordt aan het Rokin 12-16 overschreden. Om woningbouw in deze panden mogelijk te maken heeft het dagelijks bestuur hogere grenswaarden vastgesteld voor Rokin 12-16 tot een maximum van 62 dB. Woningen waarvoor een hogere waarde is vastgesteld dienen over een stille zijde te beschikken.
Het dagelijks bestuur is bevoegd bij omgevingsgvergunning af te wijken van de volgende bouwregels:
het bepaalde in artikel 3.2.3 sub a, voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven goothoogte met maximaal 1 meter. Bij omgevingsvergunning afwijken is alleen mogelijk voor zover het straatbeeld dit toelaat;
het bepaalde in artikel 3.2.3 sub b voor het overschrijden van de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte voor zonnecollectoren tot ten hoogste 1,50 meter, voor lift- en trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties tot ten hoogste 4 meter en voor schoorstenen, ventilatie- inrichtingen en antennes tot ten hoogste 5 meter.
Bij omgevingsvergunning afwijken voor lift- en trappenhuizen, condensatoren en centrale verwarmingsinstallaties is alleen mogelijk indien aantoonbaar technische redenen uitwijzen dat de bedoelde onderdelen niet (geheel) inpandig kunnen worden gerealiseerd en onder de voorwaarde dat:
het bepaalde in artikel 3.2.7 ten behoeve van een berging, indien het om aantoonbare reden niet mogelijk is om de berging op een andere plek te situeren;
Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
In de eerste bouwlaag en de kelder zijn alleen openbare en bijzondere voorzieningen die tevens een publieksfunctie hebben toegestaan.
Bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels is alleen mogelijk wanneer dit geen afbreuk doet aan de gewenste functiemenging van de binnenstad.
Het dagelijks bestuur kan bij omgevingsvergunning afwijken van de volgende gebruiksregels:
Voor het tegen betaling verstrekken van etenswaren en/of dranken in een detailhandel of vestiging voor consumentverzorgende dienstverlening voor gebruik ter plaatse (mengformule), indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij de afweging of een initiatief voor een mengformule op een bepaalde locatie gewenst is wordt getoetst aan de volgende criteria:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Gemengd' te wijzigen ten behoeve van de nieuwvestiging van horeca 5.
Uitbreiding en nieuwvestiging van horeca 5 is mogelijk indien en voor zover:
Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Inrichtingen' te wijzigen in die zin dat: