direct naar inhoud van 5.7 Luchthavenindelingsbesluit en luchthavenverkeersbesluit
Plan: Vijzelstraat 66-80 (Duintjer)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002PBSTD-VG01

5.7 Luchthavenindelingsbesluit en luchthavenverkeersbesluit

Op 1 november 2002 zijn de nieuwe milieu- en veiligheidsregels voor het vijfbanenstelsel van de luchthaven Schiphol vastgesteld. De regels zijn opgenomen in het Luchthavenindelingbesluit (LIB), waarin beperkingen worden gesteld aan het ruimtegebruik rond de luchthaven en in het Luchthaven-verkeerbesluit (LVB) dat is gericht op de beheersing van de belasting van het milieu door het luchtverkeer. De regels zijn in werking getreden op 20 februari 2003, tegelijk met de ingebruikneming van de vijfde baan van Schiphol, de Polderbaan. Beide besluiten zijn gebaseerd op de gewijzigde Wet luchtvaart.

Deze nieuwe regels moeten in acht worden genomen bij de tot standkoming van bestemmings-plannen, voor gebieden die zijn gelegen binnen de werkingssfeer van de besluiten, en bij de beoordeling van bouwplannen, van aanvragen voor een aanlegvergunning of van een vrijstelling als bedoeld in artikel 17 of 19 WRO.

In het Luchthavenindelingbesluit is het luchthavengebied vastgesteld en is het zgn. beperkingengebied opgenomen. De vaststelling van het luchthavengebied heeft geen consequenties voor het projectgebied.

Binnen het beperkingengebied kan onderscheid worden gemaakt in verschillende regimes. Zo zijn er regimes voor de toelaatbaarheid van gebouwen in verband met de externe veiligheid of geluid-belasting, zo zijn er gronden, de sloopzones, waar voor bepaalde gebouwen geldt, dat ze moeten worden gesloopt en gronden waar nieuwe gebouwen niet zijn toegestaan. Voorts zijn er regels met hoogtebeperkingen en regels met beperkingen voor vogelaantrekkende bestemmingen. Slechts deze laatste regels, d.w.z. de regels met hoogtebeperkingen en vogelaantrekkende bestemmingen zijn van belang voor het projectgebied. Het projectgebied ligt niet binnen het vogelvrijwaringsgebied van Schiphol.

Projectbesluiten moeten in overeenstemming zijn (gebracht) met het LIB. Is daarvan geen sprake, dan geldt het LIB als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in art. 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daarbij geldt overigens niet de gelimiteerde werkingsduur van een voorbereidingsbesluit. Het gevolg van het LIB is dan dat alle bouwaanvragen in het projectgebied moeten worden aangehouden. Die aanhoudingsplicht kan worden doorbroken met artikel 50 (m.b.t. bouwvergunning) of artikel 46 (met betrekking tot aanlegvergunning) van de Woningwet, voorover de beperkingen van het LIB in acht worden genomen.

Voor het gebied van dit projectbesluit geldt volgens het LIB een hoogtebeperking van 146 meter. In het projectgebied is geen bouwhoogte toegestaan die deze grens overschrijdt. Voorts geldt volgens het LIB een beperking van vogelaantrekkende bestemmingen. In het projectgebied wordt niet mogelijk gemaakt dat (nieuwe) vogelaantrekkende bestemmingen worden gerealiseerd.

Nu de andere regimes van het LIB niet van toepassing zijn op het projectgebied en de hoogtebeperking en beperking van vogelaantrekkende bestemmingen van het LIB in acht worden genomen, kan worden gesteld dat het projectbesluit in overeenstemming is met het LIB en dat derhalve de aanhoudingsplicht van het LIB niet voor het projectgebied geldt.

Omdat het gehele grondgebied van het stadsdeel Amsterdam-Centrum binnen het beperkingengebied is gelegen waarvoor de hoogtebeperking geldt, zoals dit is aangegeven op de bij het LIB behorende kaarten, is het niet mogelijk de contouren van dit gebied aan te geven op de plankaart van het projectbesluit.

Het Luchthavenverkeerbesluit ziet op de milieubelasting door het luchthavenverkeer van Schiphol. In het besluit zijn regels opgenomen voor het vliegverkeer, het milieu en de veiligheid rond Schiphol. Het Luchthavenverkeerbesluit heeft, anders dan het Luchthavenindelingbesluit, geen gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling van het projectgebied, noch legt dit Luchthavenindelingbesluit beperkingen op aan die ruimtelijke ontwikkeling.